Utrechtsche Kunstkring
Eerste concert: Haagsch Strijkkwartet
23 februari 1923 (UD)
Mozart: Strijkkwartet in D, KV 575
Ravel: Strijkkwartet
Franck: Strijkkwartet
Het hoogtepunt van de avond was het tweede (beste!) deel van Ravels Kwartet. Ook het Kwartet van Franck werd expressief en stijlvol gespeeld. Mozarts kwartet (het eenentwintigste uit de Peters-editie) klonk soms wat uit elkaar - het is trouwens een gewaagd beginnen met Mozart.
De reproductie van Ravel door het Haagse kwartet kan ik in één zin noemen met de beste reproducties door zeer beroemde buitenlandse ensembles. Daar was spanning, elan en raffinement.
Veel te schrijven naar aanleiding van het programma valt daar niet. Het gaafste kunstwerk, de meest geslaagde compositie, is ongetwijfeld het kwartet van Mozart. Franck is veelkleuriger, is gecompliceerder en grootser. Doch wel minder een direct betoverend stuk... Het Kwartet van Franck, dat omstreeks 1889 geschreven werd, was het eerste werk van de meester dat een publiek succes behaalde. Vincent d'Indy, Francks leerling en vriend, verhaalt dat Franck door het enthousiasme der hoorders overrompeld, aan het schrikken gemaakt werd, als het ware. Eerst op de dag na de première (19 april 1890) vond Franck zijn gemoedsrust en zijn naïviteit weer, zodat hij kon zeggen: ‘Allons, voilà le public qui commence à me comprendre.’
Franck was toen achtenzestig jaar...
Het Kwartet van Ravel is een buitengewoon fraai klinkend stuk; de beste delen, bijvoorbeeld het tweede, zijn verbluffend zeker ontworpen en gerealiseerd. Ik durf datzelfde tweede deel op het ogenblik niet volstrekt origineel meer te noemen: er staat heel veel in dat Debussy, vroeger, reeds in zijn Danse pour piano schreef. Ritmisch vooral. Toch werd het geheel: positief Ravel. De Finale is verreweg het zwakste deel: dat is te rapsodisch en niet goed in evenwicht. Constructief is ook het eerste deel zeer geslaagd; harmonisch en melodisch is het volstrekt ‘de’ Ravel - van de Sonatine en van Ma mère l'oye. Dat wil zeggen: betoverend van klank, altijd spiritueel en voornaam. Doch psychisch wat dor.
Niet Debussy's gelijke, deze Ravel. Men combineert altijd: Debussy-en-Ravel, als ware het een firma. De namen horen desnoods bij elkaar. Doch dan in de verhouding Faust-Wagner.Ga naar voetnoot376 Of Mozart-Süssmayr...
De leden der Utrechtsche Kunstkring toonden het gebodene zeer op prijs te stellen. De avond was een groot succes voor de heren Swaap, Poth, Devert en Van Isterdael.