Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdKerkgezang - Manasse, van HegarGa naar voetnoot363
| |
[pagina 789]
| |
zeggen helemaal niet. Veel der zogenaamde Duitse talenten, Wagner- of Schumann-Nachblüte, vonden in het gemiddelde hunner min of meer illustere voorgangers nog wel eens zoiets als een eigen accent. Ludwig Felix Brandts Buys, die ik boven even noemde, vertoonde in het genre Leipziger conservatorium toch vaak nog wel een flits van een eigen fysionomie. Hegar niet. Dat zijn alleen maar conservatoriumclichés: clichés in de expressiviteiten der thema's, der melodieën. En dan: hoeveel onfijner, onkunstzinniger, minder smaakvol mens was Hegar dan Brandts Buys, bijvoorbeeld. Die pastorale gemoedelijkheid, begin van het tweede deel van Manasse; die ‘erotiek’ uit het daarop volgende liefdesduet! Men gaat onwillekeurig denken aan een paar niet erg ‘anständige’ opmerkingen van Goethe (Briefe aus der Schweiz). Ja, het is allemaal wel erg gemaskeerd, wel erg een als Leeuw geschoren Poedeltje van de geest... Stellen wij vast dat het instuderen en uitvoeren van Hegars composities voor ons zelfs geen ‘plichtpleging’ behoeft te zijn. Ik meen, het is werkelijk de moeite niet helemaal waard. Deze uitvoering, door Kerkgezang, was niet van een ander gemiddelde dan de andere uitvoeringen die deze vereniging pleegt te geven. De uitspraak van het koor is niet zeer zuiver en men zet wat traag in. Men had gisteravond ook wat solistentegenslag, door ziekte van Van Oort. De solist der Ezra-partij, wiens naam ik niet heb kunnen verstaan,Ga naar voetnoot365 scheen onvoorbereid op Hegars ijs te komen. En nu is dat ijs wel niet zo bijster glad, maar men kan er toch altijd nog op vallen. Janna Brandsma en Van Tulder - niet zo erg enthousiast voor het geval blijkbaar, doch vocaal natuurlijk in orde. Orkest wat onsecuur. Het tekstboekje bracht, gelijk bij Kerkgezang gebruikelijk is, een Hollandse vertaling van de Duitse tekst. Ik weet niet of ik de vertaling van ‘Chor der zu Manasse stehenden’ met: ‘Koor dat bij Manasse staat’, bijzonder geslaagd mag noemen... Evenmin: ‘Starre Tempelmauern’ met: ‘strakke tempelmuren’. Het is mij wat al te woordelijk! Het repertoire van een vereniging als deze is, zelfs met één uitvoering per jaar, nog zeer beperkt. Ik kan dit weliswaar geen zeer gelukkige keuze noemen, maar toch is het zo nu en dan brengen van een weinig bekend werk van het vierde plan tussen de zoveel repertoirestukken van het eerste plankje wel te verdedigen. Natuurlijk niet op den duur... |
|