Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdTivoli-concert
| |
[pagina 778]
| |
geworden, dat Chopin tering had en Rossini een embonpoint. De Franse muziek ten tijde van Rameau is taboe; geen kent het oeuvre van d'Aquin, van Couperin of Lully. De periode die samenviel met de Franse revolutie, het tijdperk van Rouget de l'Isle, van Lesueur en Gossec, wordt nog iets stiefmoederlijker behandeld: zelfs die namen plegen niet genoemd te worden op onze eerbare conservatoria en muziekscholen. De notabele pedagogen die de grote Dictionnaire du Conservatoire in hun boekenkast hebben staan, kunt ge aan de vingers van uw handen aftellen...Ga naar voetnoot341 Naar aanleiding van deze uitvoering der oude muziek van Rameau kunnen wij een als geheel zeer geslaagde reproductie in onze herinnering vastleggen. Ik meen dat de Passepied wat bedachtzaam uitviel, doch dat kan in hogere instantie een smaakkwestie zijn. De bewerking, door F.A. Gevaert, de fijnzinnige Belgische musicoloog, is een voorbeeldig archaïsme. Ik voor mij had er die tamboerijn uitgelaten, vooral omdat de slaginstrumenten ons, via de actuele muziek, zulke andere, onpure associaties ingeven. Hinderen deed de tamboerijn in abstracto overigens geen mens. In concreto wel: ze kwam onophoudelijk vóór de tel (de bekkenslagen in Lohengrin ook...). Het is overigens in de oren springend, hoeveel beter een erudiet man als Gevaert die muziek van Rameau weet te realiseren voor onze hedendaagse oren dan bijvoorbeeld een Duits dirigent, in casu Mottl dat doet - men denke aan die vaak gespeelde, kakelbonte suite: de gedachten waren van de oude Fransman, het resultaat was stijl-Münchener-Jugend.Ga naar voetnoot342 Ik kan het geen geringe verdienste noemen een werk zó in de geest te herscheppen als Gevaert dat gedaan heeft. Het bewijst grote kennis, inzicht, piëteit, liefde voor het geval. Cornelis moet het werk vaker spelen. Vervolgens twee stukken van Wagner. Operamuziek van 1880, gelijk Rameau de operamuziek van 1730 schreef. En ook hier: vooral waardeerbaar in fragmenten, los van de toneelmaskerade, bevrijd van zangersintenties, et cetera. Ik vraag me wel eens af wat van Wagners oeuvre over zal blijven, op de iets langere duur. Op het ogenblik vermoed ik: sommige symfonische fragmenten: de voorspelen, Isoldes Liebestod, mars uit Götterdämmerung. De tijd zal het uitmaken. Vast staat overigens dat deze Siegfried-Idyll, een stuk dat niet voor het theater en zelfs niet voor de concertzaal geconcipieerd werd, tot Wagners sterkste composities behoort. Men weet het: Richard Wagner schreef deze muziek, zoal niet ‘naar aanleiding van’ dan toch: in samenhang met de geboorte van zijn zoon Siegfried. Misschien is er geen stuk in de modern-Duitse literatuur dat, laat ons zeggen: meer vanuit een bepaalde gelukstoestand geconcipieerd werd. Wagner was het ongewoon met zichzelf en met het leven eens, toen hij deze muziek ontwierp en voltooide. De compositie behoort tot zijn beste scheppingen en dit zou dan het algemeen bekende bijgeloof weerspreken dat een scheppend kunstenaar, om belangrijke werken te geven, noodzakelijk met het leven en de mensheid overhoop moet liggen, vulgo: het armoedig hebben in deze wereld. Inderdaad is dit dan ook een praatje. Zogenaamde ‘gunstige levensomstandigheden’ kunnen wel eens verslappend werken op de spanning van sommige scheppende per- | |
[pagina 779]
| |
soonlijkheden. Maar toch altijd nog minder funest dan de óngunstigheden ener struggle for life. Het hangt maar weer van de persoonlijkheden in kwestie af: Wagner, die een sterke geest was, verdroeg het betrekkelijke geluk beter dan de tegenslagen. En de werken uit zijn, zeggen we: renteniersperiode, waren de beste. Wagner is niet het enige exempel. Denk aan Schumann, Berlioz, Debussy... En Mozart is altijd een duizendwondertje geweest, om met de Camera te spreken.Ga naar voetnoot343 Na de pauze ging Charpentiers grote suite Impressions d'Italie, die ik, na de eerste uitvoering, in het middagblad van 5 oktober laatstleden uitvoerig besprak. |
|