Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 759]
| |
‘Muziek van de dag’
| |
[pagina 760]
| |
tieklezers te prikkelen in een nauwkeurig van tevoren bepaalde richting. De criticus moet dat oeuvre, die richting volkomen door hebben; het zal veelal wenselijk zijn dat hij zelf daar reeds overheen is. Zo kon Matthijs Vermeulen wel werken: toen hij, diep in, Mahler reeds weer afvallig was, werden zijn artikelen over Mahlers symfonieën soms kleine openbaringen voor wie lezen konden. Doch laten wij, critici, onszelf niets wijs maken: het blijft een vrij hopeloos werk, dat kritiseren vanuit een bewustheid. Vermeulens artikelen dreven de Telegraaf-kolommen uit: de journalistiek heeft niets aan een overtuiging. Zodra de meest eigengereide mens naar zijn krant grijpt, wordt hij subiet ‘abonnee’ - dat wil zeggen een kuddedier waarop alle definities van Le Bon voluit passen.Ga naar voetnoot302 De lezer vraagt van zijn krantenman slechts een - s.v.p. niet al te individualistische of positieve - opinie. Hij, de lezer, heeft in de regel ‘geen tijd’ om die zelf op te stellen. De achtergronden van dit ‘geen tijd’ zijn tweeërlei: primo kan de lezer die gisteravond op het concert was, te weinig met het vak muziek vertrouwd zijn of te belemmerd staan tegenover eigen gevoeligheid en dus te sceptisch tegenover zijn mening. De muziekkritiek, de opinie van de krantenscribent, is dan slechts een ruggensteuntje voor het persoonlijke inzicht. Ziehier de houding van de helft plus één der concertbezoekers. Secundo kan men eenvoudig te traag zijn om het ‘lekenoordeel’ zelf te formuleren. Dat is de houding van negenennegentig percent der krantenlezers. De kwaliteit der gedrukte opinie komt er dus, gelijk men ziet, geen zier op aan. Voor een dagbladredactie zou nu (vanuit een lichtelijk idealistisch standpunt) de vraag kunnen luiden: ‘Welke vormen vertoont het geestelijk leven van Vandaag, dus: op welke wijze vervul ik mijn culturele missie naar behoren?’ De Telegraaf schijnt het, sinds een paar jaar, zó te interpreteren: ‘Wat lezen mijn abonnees zonder al te veel tegenzin?’ Jean Cocteau (Le coq et l'arlequin) wist het vrij precies: ‘Le public n'adopte hier que comme une arme pour frapper sur maintenant.’Ga naar voetnoot303 Het gisteren (Mahler, Debussy) is door deze ‘cultuurstroming’ in alle vorm geadopteerd. Wel, wie maakt je dan wat? Een publieke opinie leiden, een inzicht verhelderen, daar doen ze niet meer aan, na de oorlog. Dat kindje schijnt plotseling te kunnen lopen, trouwens, het heeft een hard hoofdje dat het valhoedje schijnt te kunnen ontberen, voorlopig... Als zeldzame monumenten uit een glorieus Nabij Verleden staat er nog wel eens iets van of over Louis RaemakersGa naar voetnoot304 in de kolommen van het Meest Verspreide Grote Dagblad. Het zij zo. De abonnees - neen, de lezers - krijgen dus als erfenis van Matthijs VermeulenGa naar voetnoot305 inlichtingen over de Muziek van de Dag, van het kaliber: Yvain krijgt een geduchte concurrent in de Parijzenaar Learsi.Ga naar voetnoot306 | |
[pagina 761]
| |
Van zijn capaciteiten overtuigt Learsi's tango: Obscuridad propicia. Waarachtig, het is zakelijker en leesbaarder dan een heuselijke muziekkritiek van ‘onze muziekredacteur’. Vergelijk maar: Alexander Schmuller trad op als solist met het vioolconcert opus 35 van Busoni. Schmuller taxeert de betekenis der noviteiten die hij ons brengt, zeker naar de kundigheid, de knapheid in technische zin. Het vioolconcert van Busoni is ongetwijfeld een met intelligentie gecomponeerd werk vol vernuftige invallen. Het Rondo geeft een aardige staalkaart van de metamorfosen, welke een thema kan ondergaan. Schmuller speelde het werk in een mooie, clair-voyante toon en liet het een zeer eigen geest spreken binnen de grenzen van de niet zeer machtige conceptie. (?) We kunnen vaststellen waar we zijn aangeland, op het ogenblik. Als Telegraaf-lezer boeien ons de avonturen van en de on-ditsGa naar voetnoot308 rondom Battling SikiGa naar voetnoot309 machtig; de Muziek van de Dag matig en de muziek, zeggen we volledigheidshalve: het geestelijke leven, geen jota. Ik mocht zo eens opmerken dat de Muziekkritiek van De Telegraaf van het eerste plan was afgezakt tot het niveau Weerberichten - we wisten dat eigenlijk al lang, naar achteraf blijkt. Er is nog één mogelijkheid: De Telegraaf heeft de moed van weleens te veranderen van koers. Dat zou, in muzische zaken, nog heilrijk kunnen blijken. Men is bijvoorbeeld kortgeleden begonnen met het sublimeren van de advertentiebladzijden: Offertes van al dan niet helderziende masseuses en Verzoeken van geldbehoeftige en loslopende onafhankelijke Dames zoeken wij tegenwoordig in De Telegraaf tevergeefs. Wie zal zeggen of er op een goede dag niet een beekje Menios door sommige redactionele kolommen zal stromen?Ga naar voetnoot310 Tot dan toe zullen we evenwel het verstandigste doen met deze monumenten der journalistiek in ruste te laten. Ik durf me niet voor te nemen de kunstrubriek van De Telegraaf voorlopig niet meer te lezen: de geest is wel zeer onwillig, maar het vlees is helaas niet zwak, en we willen ook nog wel eens lachen om een andermans obligate kuitenflikkers. Stemmen we onze belangstelling dus af op de diapason van het Siki-verslag. Zó geaccordeerd | |
[pagina 762]
| |
gouteren we alles: politiek, ‘wetenschap’, Gemengd Nieuws, de Muziek van de Dag en de 1001-dag-vertelling, het feuilleton, weerbericht en De Concerten. Nivelleren, nivelleren maar. |
|