Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 758]
| |
Tweede concert binnen ruim een maand.Ga naar voetnoot297 Eerste concert in Utrecht viel op 20 november, gelijk men kon nalezen op de agenda-Grainger, achter op het programma; 26 oktober Amsterdam - 26 december Rotterdam, daartussenin uitstapjes naar: [Den] Helder, Baarn, Deventer, Wageningen... Ternauwernood vind ik aanleiding om in zo een amerijtjeGa naar voetnoot298 nieuwe indrukken van de concerten-Grainger te verwerken. Het soort muziek maken bleef hetzelfde, het soort programma eveneens, ja, zelfs in de Biografische Notitie veranderde geen letter. Het ging alweer over het horloge met ketting van Grieg, over het Hollands en Fries van de talenkenner Grainger en over het miljoen dollars voor het Rode Kruis. Het portret buitenop was wél een nieuw: ietwat nadenkender en blonder dan de vorige keer... Grainger begon met een orgelpreludium en fuga van Bach (het bekende in a). Die fuga is failliet geweest, een halfhonderd jaar geleden. Rechter-commissaris: mej. Hoofdeloos Publiek, curator Franz Liszt. Tegenwoordig is hij weer solvent. Blijkbaar. Vervolgens: Brahms' Paganini-variaties. Voortreffelijk gespeeld. De muziek mondt mij slecht. Paganini was een Genuees, Brahms een Hamburger. Als ik tussen de twee havensteden te kiezen heb, dan prefereer ik Genova - zélfs al is Paganini slechts een Virtuoos en Brahms al een Componist. Ik meen ook: een zo simpele, in aanzet briljante themavorm als die van Paganini verdraagt de interessante Hamburgse bewerking slecht. Het gaat even goed of even onmogelijk als Mozart en Reger (orkestvariaties mét fuga!). Verder was het al niet veel: Grieg (ja juist, Hochzeitstag auf Troldhaugen) en Liszt, Twaalfde rapsodie, en de Etude in As van Chopin, en Boerenliedjes van onze Röntgen, en Engelse Sentimentaliteitjes met lange namen, van onze Grainger.Ga naar voetnoot299 Ten behoeve van dit alles (of: dit weinigs): het eminente en heldere pianospel van Percy Grainger, zijn ronde, jongensachtige opvatting, zijn uithoudingsvermogen en een goede, trefzekere gedisponeerdheid, op deze eerste kerstmiddag. Ik heb al eerder geschreven dat dit soort muziek maken zo griezelig verouderd is. Sindsdien is het weer een maand meer verouderd. En een maand is vaak onheilspellend lang; soms wordt er in enkele dagen meer wereldhistorie geschreven dan in tien jaar, denk aan november 1918! Deze Graingerse maand duurde echter niet. Gisteren blijft gisteren en is morgen: eergisteren. Dat deze voortreffelijke jonge musicus de durf heeft zodanig achter te raken - ik vind het bedroevend. Ik heb het nog niet eens over Stravinsky of Bartók Béla. Er was ook nog eens een groot componist, die heette Claude Debussy. Mijn hemel, die is in 1917Ga naar voetnoot300 al gestorven. En nu schrijven we bijna 1923! |
|