Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 748]
| |
Voor mij ligt een klein boekje, 9 bij 12 centimeter groot, 54 bladzijden dik: Mahler für Jedermann, door Paul Stefan, Mahlers eerste biograaf.Ga naar voetnoot283 Dit is, bedrieg ik mij niet, het laatst verschenen werkje over Mahler en het is stellig niet het minst lezenswaardige. Het boekje werd, als herinnering aan het Mahler-feest van 1920, opgedragen aan de heer en mevrouw Mengelberg, aan Curt Rudolf Mengelberg, aan jonkheer Röell, het Concertgebouworkest en aan de heer de Marez Oyens. Men zou bijna geneigd zijn op te merken dat de Oostenrijks-Hollandse betrekkingen vooral via Mahler lopen - n'en déplaise mr. ZimmermanGa naar voetnoot284 en het Oostenrijkse saneringsproces... Zou het werkelijk zo zijn dat Mahlers muziek nergens ter wereld zo is doorgedrongen als hier in Holland? De Musikblätter des Anbruch van de vorige maand behelsden een artikeltje ‘Mahler-Kult’; Bemerkungen eines Dirigenten (gesigneerd E.E.G.). Daarin heet het, onder andere: Auf das Gerede über Mahler-Kult, Mahler-Mode, muss einmal mit Tatsachen geantwortet werden. [...] Es sind [...] bis jetzt gerade drei Mahler-Feste gefeiert worden [...]: Amsterdam, als das einzige in dem sämtliche Werke Mahlers zyklisch zu Gehör kamen, Wien und Wiesbaden. [...] Die [Achte] ist seit ihrer Erstaufführung, 1912, überhaupt nicht wieder gehört worden [in Deutschland]. [...] So sieht der vielgeschmähte Mahler-Kult aus... Noch lange nicht ist Mahler Volksbesitz geworden. Er wird es werden. [...] Weder offene, noch versteckte Feindseligkeit, noch der ‘Mahler-Kult’ werden das hindern können!Ga naar voetnoot285 Wij kunnen, als Hollandse kroniekjesschrijvers, daartegenover stellen dat ons geen concertseizoenen (na 1915) bekend zijn, waarin niet meerdere symfonieën van Mahler uitgevoerd werden! Alle muziekschooljongelui fluiten het hoofdthema van de Eerste symfonie, alle strijkjesviolisten preluderen met een stukje eerste thema uit de Vierde, et cetera. Ik geloof: Mahler is wel zowat ‘klassieke muziek’ voor onze concertbezoekers geworden. Zover zijn ze in Oostenrijk, Duitsland, stellig niet! Daar schrijft men ‘Mahler für Jedermann’ - hier is het Mahler für Jedermann... Maar nu deze Negende symfonie, de laatste, de verst reikende der tien. De melodiek haakt niet in de oren. (Met uitzondering van één variant van het eerste hoofdthema dat noot voor noot, waarschijnlijk onbewust, geïnspireerd is op Johann Strauss' melancholieke wals Freut euch des Lebens.) De constructie, vierdelig, dus schijnbaar erg ‘normaal’, is door de gigantische afmetingen - het geheel duurt bijna twee uurGa naar voetnoot286 - | |
[pagina 749]
| |
alles behalve overzichtelijk. Harmonisch, contrapuntisch, beweegt Mahler zich in zijn laatste werk vrijer dan vroeger ooit. De geest dezer muziek is allerminst voor een nuchter publiek acceptabeler dan bijvoorbeeld de achtergedachten der Vijfde of zelfs der Zevende. Ik meen: zij die de ‘bekendste’ werken van Mahler (Eerste, Vierde symfonie, Lied von der Erde en Kindertotenlieder) volstrekt aanvaard zullen hebben, zullen hun houding ten opzichte van de Negende symfonie minder gemakkelijk kunnen vaststellen. Het is hier in Holland zo'n beetje gewoonte geworden om de Negende te beschouwen als het uiteindelijke, het definitieve afscheid, ná Der Abschied uit Das Lied von der Erde nog. Sommigen dichten het werk vooral autobiografische betekenis toe; critici van gezag vinden: Mahler had deze afscheidsstrijd met zichzelf, in zijn binnenkamer moeten uitvechten. Ik kan het er weer eens niet mee eens zijn. Als Mahler was blijven leven, had hij nog tien zulke symfonieën kunnen schrijven. In elk werk van geresigneerd karakter wordt een afscheid genomen en een afscheid van Het Leven behoeft niet noodzakelijk bitterder, tragischer, ontroerender of vruchtbaarder te zijn dan een afscheid van een iets uit datzelfde leven. Iemand behoeft ook niet zijn doodsverlangende muzieken uitsluitend op het eind van zijn leven te noteren. Zie Bach, zie Debussy! Haydns, Schuberts muziek werd optimistischer met het klimmen der jaren en het groeien der wijsheid... Ik zou willen zeggen: deze Negende van Mahler is niet anders dan de tweede schrede op het nieuwe pad, dat hij met Das Lied von der Erde was ingeslagen. Dat wil zeggen: niet langer was het steeds intenser fortissimo ultima ratio zijner muzikaliteit. Dat was met de Achtste afgelopen. Zo zouden er nog meer kenmerken zijn op te noemen die deze (toevallig laatste en minst vruchtbare) periode onderscheiden van de beide vorige richtingen (eerste richting: symfonie 1-4; tweede richting: 5-8). Men houdt ons voor: deze Negende symfonie is zwakker, is minder gerealiseerd dan de vorige. Toegegeven. Doch Mahler heeft de Negende nooit gehoord en het was zijn gewoonte om tijdens de repetities honderden retouches aan te brengen - zelfs in de gedrukte partituren en partijen nog. Men kan er zeker van zijn dat hij in de Negende, had hij haar gerepeteerd, nog vele vereenvoudigingen zou hebben aangebracht. Doch wat zou het? Tenslotte is die allerlaatste toets niet de allerbelangrijkste. Ik ben er ook wel zeker van dat Mahler veel sinistere, grauwe kleuren (bijvoorbeeld in het tweede deel) juist zo bedoeld heeft. Ik persoonlijk houd de Negende symfonie voor gelijkwaardig aan Das Lied von der Erde. Het is minder ‘boeiend’, doch, van geesteshouding, afgeronder. En deze beide werken tezamen, de laatste periode van zijn scheppingsleven, houd ik voor belangrijker dan de tweede periode (symfonieën 5-8), doch in muziekhistorische zin is ze waarschijnlijk van minder betekenis dan de eerste periode, vooral: dan de Eerste en Vierde symfonie. Dit hier is geenszins in afbrekende zin bedoeld, doch als een trachten naar zo groot mogelijke objectiviteit. Autobiografisch is natuurlijk elke periode, elk werk, elk onderdeel van even veel importantie. Gekritiseerd met het | |
[pagina 750]
| |
muzikantenhart komen waarschijnlijk de Vierde en het Lied von der Erde bovenaan. Doch de Tijd, die al werken en al persoonlijkheden omvat, zal, denk ik, constateren dat het een groter daad was in 1888 de Eerste symfonie geschreven te hebben dan in 1909 de Negende... |
|