Tivoli-concert - Birgit Engell
30 november 1922 (UD)
U.S.O. o.l.v. Evert Cornelis
Rimski-Korsakov: Ouverture La nuit de mai
Rimski-Korsakov: aria uit Die Zarenbraut (soliste: Birgit Engell)
Tsjaikovksi: Serenade voor strijkers
Strauss: Morgen, Ständchen en Freundliche Vision (soliste: Birgit Engell)
Ditmaal Rimski-Korsakov zelf. Een aria uit Die Zarenbraut en de indertijd vaak gespeelde ouverture La nuit de mai. Men kan diverse opinies over zijn muziek hebben, doch één opmerkelijkheid lijkt mij van het meeste belang: hoe ver staat het wezen van deze componist van de persoonlijkheid Moesorgski af! Rimski schrijft een goedklinkende, wel tamelijk expressieve muziek. Doch het is in hoogste instantie: oneigen. Het zijn formules - stokpaardjes noemen sommigen die - die slechts het aanzijn geven aan een serie clichés. Het beweegt als automaten, het heeft geen ziel. Het is muziek, bruikbaar in onze vermaterialiseerde twintigste-eeuwse praktijk. Aan tijdeloosheden behoeft men, in dit verband, niet te denken.
De Strijkersserenade van Tsjaikovksi is ook geen bijster persoonlijke schepping. Men zou kunnen zeggen Betere Salonmuziek, zonder daarbij op kastengeest te willen zinspelen. Het stuk werd een ietwat verpletterend succes voor Cornelis en de strijkers. En het is nuttiger, en ook aangenamer, om dit te noteren, dan muziekkritische divagaties over de Serenade van Peter Tsjaikovksi...
Mevrouw Engell plukte meer geklapte lauweren met de drie Strauss-liedjes dan met de aria. Morgen, het Ständchen en de Freundliche Vision worden ieder jaar sentimenteler.
Men kan - gelijk velen onder ons - deze Straussjes nog bewonderen. Men kan, mét uw criticus, het genre en de exemplaren volstrekt niet meer verdragen. Maar men zal het erover eens zijn dat mevrouw Engells interpretatie van het artikel ‘Wonneschauern der Nacht’Ga naar voetnoot281 meer treffend door quasi-fonografische juistheid dan absoluut muzikaal verantwoord was.