Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdMuziekvereenigingGa naar voetnoot254 - Luger-Röntgen
| |
[pagina 732]
| |
Voor heden slechts dit: Röntgens specialiteit werd, in de loop der jaren, Het Boerenliedje. Er verschenen talrijke bundels boerenliedjes, Oudhollandsch genaamd, door hem bewerkt. Ook deze suite Buiten werd weer boertig. Nu zou het de vraag kunnen zijn wat we in dit verband onder ‘Hollands’ moeten verstaan. Het timbre van al Röntgens muziek is volop classicistisch-Duits, met een Griegs zelfkantje (kwintbasjes, verlaagde ‘Leitton’). Zo ook deze Hollandsige boertigheden. Ik meen evenwel dat de zestiende- en zeventiende-eeuwse profane Hollandse muziek veel meer aan Franse invloeden onderhevig was dan deze bewerkingen zouden laten vermoeden. Zie het Wilhelmus. Ik meen, na alles: het boerenliedje kreeg bij Röntgen de waarde van een ondertitel. Geen motto, geen index, geen marginalium. Doch ondertitel. Ongeveer zo: ‘Sterker dan de Dood, of De schone Margaretha en de Getrouwde Jagersman’; in dit geval: ‘Liedvorm voor piano op een hoekig motiefje of Boerenklucht’. Zó wordt ook de metafysica der Klompenfuga - nomen est omen - tenminste begrijpelijk. Veel verder komt de muziek door zulk soort stukjes niet en men moet er bovendien nog van houden, wil het aanvaard worden als speelbare pianomuziek. De stukjes uit Buiten, die in principe niet op houten schoenen rondhossen, zijn stellig oneigener. De zeestemming bijvoorbeeld, waarin het hoofdthema uit Mahlers Lied von der Erde boven een tamme, woelige waterbegeleiding dobbert; of De duinvlinders.Ga naar voetnoot256 Het beste pianospel van de avond gaf Röntgen in het Moment musical. De Bechstein was niet al te fraai in evenwicht (discant te mat). Misschien zou het aanbeveling verdienen in het vervolg op de programma's voor deze halfpopulaire concerte alle geboorte- en sterfjaren van de componisten te vermelden. Nu waren alleen Caldara en Carissimi zo rijk. Het is bovendien een goed gebruik, maar het doet ietwat zonderling aan als men het maar voor een deel in praktijk brengt. |
|