Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdOpera - Vrolijke vrouwtjes van WindsorGa naar voetnoot211
| |
[pagina 716]
| |
heeft een bewogener jeugd gehad dan menig deftige baron Symfonie of kardinaal Oratorium... In 1845 begon Nicolai met het uitwerken van zijn plannen. De Lustige Weiber waren toen nog vrijwel merry wives: Nicolai schreef in die dagen aan zijn toenmalige librettist, Jakob Hoffmeister, ‘dass er entschlossen war im wesentlichen den Shakespeare nicht zu verlassen’. Hij bleef er niet bij: heel wat bijfiguren werden geschrapt onder het motto ‘Jede Person die erspart werden kann, ist ein Risiko weniger’ - levenswijsheidje dat de operadirecties in het tegenwoordige bezuinigingstijdperkGa naar voetnoot212 wel tot hun lijfspreuk mochten kiezen... Nicolai kortte het geheel in, maakte het artikel liefde wat opvallender en het sujet Falstaff wat afstotender - in de geest van zijn tijd. Het werd een heel amusant en opmerkelijk weinig insipide libretto - och, Shakespeare schreef zo voortreffelijk voor het toneel dat men zijn stukken zelfs als opera's niet helemaal verhanselen kan. De muziek. Ik ben het met de Italianen eens die het meer Duits vinden dan Italiaans. (Nicolai leefde van zijn tweeëntwintigste tot zijn dertigste jaar in Rome en slaagde erin - door zijn italianiserend-klinkende naam, menen sommigen - als operacomponist in het operaland niet totaal onbekend te blijven.) De Duitsers menen: Die lustigen Weiber verenigen deutsche Innigkeit met italienische Leichtigkeit. Het is me, onder dit licht, niet duidelijk wat te beginnen met de waarlijk nogal trompetterende laatste scène van het derde bedrijf. Enfin, dat is dan zeker ook Duitse innigheid. De muziek wordt niet beter in de loop der taferelen. De eerste zijn de beste. Zodra Sir John op het toneel is, zijn wij van het bijna Mozarteske plan af, en dat voor de hele verdere avond. De Falstaff-figuur, Shakespeares ‘damned Flemish drunkard’, mist het after all ontroerende dat een Verdi om hem wist te toveren. Doch hij is vele malen menselijker, Nicolai's Falstaff, dan zijn kleinzoon Ochs, Baron auf Lerchenau.Ga naar voetnoot213 Ik heb vaak minder geslaagde opvoeringen van de Nationale Opera moeten signaleren dan die van gisteravond was. De mannenrollen waren beter bezet dan de vrouwenrollen: Nora Giesen-Hoos' Mrs. Fluth sprak onduidelijk en Gusta Scheepmakers Mrs. Reich zong wat laag voor een alt. Jo Sollevelds Anchen Reich had goede eigenschappen. Iseke, als de fabuleuze Jonker Jan,Ga naar voetnoot214 was bepaald een verrassing en Bronsgeest, Besselink en Ravelli bewogen zich de gehele avond zo vrij, zongen met zoveel animo, alsof zij het uitsluitend voor hun plezier deden. De beste herinnering heb ik aan Kubbinga en Evert Miedema (Fenton). Het orkest klonk slecht. |
|