Pianoavond - Myra Hess
20 oktober 1922 (UD)
Myra Hess (piano)
Werken van Debussy, Schumann, Bach, Scarlatti e.a.
Haar programma was beter dan vroeger ooit (beter in dezin van stijlvoller en interessanter). Het scheen te demonstreren dat ook deze concertgeefster omzichtiglijk iets naar links koerst. Er was een heel nummer Debussy (drie Préludes uit de eerste band en het oudere Jardins sous la pluie). En ook het laatste programmapunt bevatte levende namen. Echter schijnt mij dit niet een van binnenuit gedicteerde evolutie. Haar Schumann, bijvoorbeeld, en haar Debussy bestaan wel uit onderling verschillende noten, doch het zijn dezelfde accenten, dezelfde trouwens die ook uit haar Bach, haar Scarlatti tot ons komen. Dit is zonder uitzondering voordelig voor de afgerondheid van het gehele recital, doch Scarlatti, Bach en Debussy winnen daar niet veel bij. Myra Hess' spel is pianistisch volkomen verantwoord; het is muzikaal in de gewone, zondagse zin van het woord; doch, lacie, er staan tussen de noten van de vele muziekstukken die zij zo letterlijk, en notelijk, en smaakvol speelt nog miljoenen waarheden die voor sommigen - ook voor deze pianiste - geheimen blijken te zijn. Er valt redelijk vrij weinig op dit muziek maken te zeggen: het is ongetwijfeld zoet, doch is dat in het algemeen een fout? Het is ongetwijfeld meer salonkunst dan ongebreideld muzikantschap, doch is het in dit redeloze en handenwringende tijdperk niet veelal verkwikkender een ietwat alleen maar welopgevoede conversatie aan te horen dan een protestmeeting? Ik persoonlijk voel geen zier voor deze clean-shaven Bach en nog iets minder voor een zó zangerig Debussy'tje (‘melodie met begeleiding’...). Maar wat wilt ge? Dit hier is, in Myra Hess' instantie, geen kwestie van smaak, doch van muzikaal atavisme. Fritz Kreisler, die ik voor een der allergrootste violisten houd, zou van de Tweede vioolsonate van Darius Milhaud ongetwijfeld een mooi stuk maken, doch één dat nogal verbijsterend ver van Milhauds intenties af zou
liggen, stel ik me voor. In dit geval echter werden de Préludes van Debussy geen fraaie stukken, doch: wat grillige salonmuziekjes. Helena van Lunteren-Hansen speelt diezelfde Préludes tienmaal meer in de geest: zij behoeft, Debussy spelende, niet zoveel weg te zetten, overboord te gooien.