Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 710]
| |
Abonnementsconcert - Harold Bauer
| |
[pagina 711]
| |
Ter oriëntering dus: Moesorgski verbeeldt in dit werk zijn bezoek aan de schilderijententoonstelling van zijn vriend Hartmann. De Promenade, het eerste stuk (‘allegro giusto, nel modo russico; senza allegrezza, ma poco sostenuto’) is als het ware een psychologisch zelfportret van de componist, uitgegaan om zich te verheugen in de kunst van de vriend, van de schilder. Het fragment geeft aanleiding tot duizend fijnzinnige trekjes: de componist der Promenade, de ideale Beschouwer, blijkt steeds beïnvloed door het geziene (de overgang tussen Il vecchio castello en nr. 3: Tuileries, dispute d'enfants après jeux!); ten slotte, in het solostuk La grande porte de Kiev wordt de Beschouwer medelever: ook hij is zoon van het grote Rusland! Zo zou er meer op te merken zijn - ik zou kans zien om over dit ene werk van het genie Moesorgski een heel middagblad te vullen; doch dat zou inderdaad wat te ver voeren. Eén detail is te aardig om niet even op te merken: het achtste tableau, Catacombes, con mortuis in lingua mortua, is een interpretatie van het schilderij van Hartmann dat de schilder geïnspireerd werd door Victor Hugo's Misérables. Oef - zijn dat omwegen! Tot welke complicaties geeft een literair-picturaal geïnspireerde muziek aanleiding... Het vreemde daarbij is: als men het neergeschreven ziet, dan lijkt dit zo ingewikkeld als de befaamde knoop van Gordium; hóórt men de muziek, terwijl men weet hoe de diverse kunstwerken met elkaar in verband staan, dan is het alles zo eenvoudig als een logaritmentafel. Niet bijster diep komen wij met onze redelijkheid in het mycelium der kunstwerken! Het lijkt ongelooflijk dat deze Russische componist een tijdgenoot is van Brahms; dat hij vijf jaren ouder was dan Tsjaikovski,Ga naar voetnoot207 de gezant van het abstractum Russische muziek aan de hoven der Europese muziekcentra. Tsjaikovski lijkt een ijdel causeur naast hem; Brahms schijnt een tijdgenoot van Ditters von Dittersdorf. En dan bovendien nog te weten dat hij, Moesorgski, door zijn tijd- en bentgenoten niet voor vol werd aangezien, zó zelfs dat zijn grootste werk, de opera Boris Godoenov, volmaakt onbekend is in de oorspronkelijke vorm (in Moesorgski's eigen lezing) - iedereen zingt en speelt de opera in de bewerking van de conservatorium-Rus Rimski-Korsakov. Hoe dat gaat, met die ‘verbeterde’ edities, behoef ik u niet te zeggen! Denk slechts aan Peter Cornelius' Barbier von Bagdad en aan de ‘bewerking’ van Mottl.Ga naar voetnoot208 En nu schijnt Mottls Barbier nog meer van Cornelius te hebben dan Rimski's Boris van Moesorgski. Enfin, Rusland is een groot land... De Sonate opus 5 van Brahms, die het eerste programmadeel besloot, stelde wel zeer hoge eisen aan ons uithoudingsvermogen. De sonate was omstreeks 1853 ongetwijfeld een talentvol werk en ook tegenwoordig zijn er nog niet veel Duitsers die op hun twintigste jaar zo ver zijn als Brahms toen, op zijn twintigste. Maar dit alles zegt nog zo weinig. Waarom speelde Bauer tussen Bach en Chopin geen Mozart, of | |
[pagina 712]
| |
geen Beethoven, geen Schubert desnoods, of geen Haydn, maar juist deze mijlenlange Brahms? Ach, er zou lang over te divageren zijn, doch laat ons voor heden over Brahms zwijgen. Het is zeker dat dit programma van Bauer reeds een stijlvol monument vormt naast de meeste pianorecital-plattegronden. Hopen we op een tweede Bauer-avond. Zij die er gisteravond waren, komen stellig weer! |
|