Het is niet zonder belang om deze werkwijze van de meester even te signaleren. Ik voor mij acht het geen gunstig teken dat een schepper zo verliefd raakt op het werk zijns geestes (en zijner handen), dat hij ditzelfde steeds weer hermaakt. Nu weet ik wel dat musicologen van gezag, onder andere aan een Bruckner verweten hebben dat hij met zijn negen symfonieën eigenlijk negen keer dezelfde symfonie met andere noten gecomponeerd had - maar dit is iets anders. Het is wat anders of iemand negenmaal dezelfde gedachte blijkt ingevallen te zijn, dan wel of een geheel gaaf kunstwerk een paar maal in een nieuwe lijst gezet wordt. Het probleem van het plagiaat bij zichzelf plegen - een ziekte waaraan vele oude, thans klassieke componisten laboreerden - is interessant en meestal slechts met ‘lagere motieven’ op te lossen (weinig tijd, gedwongen zoveeldeligheid en dergelijke), maar het zou te veel plaats kosten om het ook bij Ravel na te speuren uit zijn tot dusverre complete werken. Pluizers vinden een goede kans in zijn oeuvre!
Vast staat intussen dat Ma mère l'oye een uitnemend klinkend werkje is; vast staat ook dat het U.S.O. het stuk nog nimmer beter speelde dan gisteravond.
De uitvoering van Mozarts Jupiter-symfonie stond op hetzelfde, die van Saint-Saëns' kleine symfonie op een veel hoger plan. Sommige dynamische interpretaties, alle tempi, veel solotrekjes waren voluit voortreffelijk.
Opvallend vlot, geacheveerd en elegant - gelijk Cornelis' leiding en inzicht!