Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdTivoli-concert - G. VeermanGa naar voetnoot134
| |
[pagina 667]
| |
identiek met klassiek (ik heb niets tegen die waardeschatting) en ‘moderne muziek’, dat is die valse, waar men hoofdpijn van krijgt, die men in het gunstigste geval dan nog maar eens moet horen. Laten we eens een andere afspraak maken - ik ben al van tevoren overtuigd dat onze nieuwe dirigent, voortreffelijk en stijlgevoelig musicus, het ermee eens zal zijn. Laten wij de hatelijke term ‘moderne’ muziek torpederen - of tenminste hem reserveren voor de zeldzame ironische momenten waartoe de praktijk der concerten soms wel eens aanleiding geeft. Ik ben zo bang dat Kronos ons zal nopen onszelf over een jaar of tien, twintig zo gruwelijk uit te lachen - als we zien namelijk hoe een deel der muziek die we in 1920 ‘modern’ scholden of tooiden, ‘klassiek’ blijkt te zijn geworden, zonder dat we er een vinger voor uitstaken; en hoe een ander, groter deel in de rommelhoek ligt, naast Silcher,Ga naar voetnoot136 Torsten Petre, Gustav Lange en Chaminade. Hoe lang is het helemaal geleden dat een uitnemend en niet eens bejaard orkestleider tegen mij zei, naar aanleiding van Rabauds Procession nocturne: ‘Een prachtig stuk, maar modern! Nee maar!’ Het epitheton ornans voor datzelfde stukje halen we thans in de regel uit de keuken, uit de soeppan, meer speciaal. En hoeveel goedwillende, doch minder goed georiënteerde hoorders denken niet aan ‘moderniteit’ bij het aanhoren van Berlioz' muziek - Berlioz, die in 1869 stierf! Laten we liever trachten te schiften tussen goede en slechte muziek. Dit is als sport misschien iets moeilijker dan de thans gangbare grenstrekkerij tussen klassiek en modern. Men heeft daarbij namelijk nog minder steun aan de realiteit van het jaartallenboekje - doch komaan! Het heet immers dat de kunst zo heidens moeilijk is en de kritiek zo kinderachtig gemakkelijk! Men moge de onwaarheid dezes proverbiums dan eens in de praktijk opmerken. In deze iets te lange inleiding staat eigenlijk te lezen, dat de (klassieke, nietwaar?) muziek van Beethoven nog volmaakt van onze tijd is. Het genre vioolconcert stierf uit; de dagen der klassieke programmamuziek raakten vervuld (niettegenstaande het eigenhandige ‘mehr Ausdruck der Empfindung als Malerei’).Ga naar voetnoot137 Maar de muziek die Beethoven schiep in die vormen, leeft, die is nog ‘modern’, als ge wilt... Deze muziek heeft de onverflauwde liefde van Veermans altijd vitaal blijvende muzikantschap. Zijn Beethoven voelt hij niet stijf, niet dogmatisch, niet puriteins aan. En dan moge er al eens een passage overhoop gelopen raken - de geest van het geheel was geen ogenblik zoek. De soliste van de avond was mevrouw Gertrud Schuster-Woldan, uit München. Nu meen ik dat zij ook donderdagavond speelt, op het concert der Muziekvereeniging. En het trekt mij wel aan om een definitieve kritiek op haar vioolspel dus nog enkele uren uit te stellen. Te meer omdat deze kritiek thans niet onscherp zou moeten uitvallen; want het concert van Beethoven beheerst zij nog in geen enkel opzicht. Psychisch niet, technisch niet (stukke passages, verongelukte intonaties), muzikaal niet (sommige tempi in het tweede deel). Misschien leed zij aan podiumkoorts - de tegenheden | |
[pagina 668]
| |
der optredende kunstenaars zijn te veel om op te noemen - maar in ieder geval, ik wil thans nog niet alle notities uitwerken die haar reproductie in mijn geest had gegrift. Doch dat we hier in Holland tientallen, en twintigtallen, violisten hebben die deze Münchense musicienne in alle opzichten in de schaduw stellen, is onvriendelijk zeker. Doch: de mogelijkheid om tot andere gedachten te komen is, tijdelijk, wel zeer dichtbij. En het zal mij een vreugde zijn dit eventueel te kunnen doen: waarderen is aangenamer dan afbreken. De kansen zijn helaas niet al te gunstig verdeeld, in de regel. |
|