Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 662]
| |
Tivoli-concert - Cornelis Tromp
| |
[pagina 663]
| |
opgeofferd, doch alles is altoos heel doelbewust. Resumerende: een musicus met zeer positieve leiderseigenschappen, die wij hier niet voor de laatste maal gehoord moeten hebben. Hij moet zijn Groningse isolatie niet al te consequent doorvoeren! De curiositeit van de avond was het ouverturetje van Jean-Jacques Rousseau voor zijn Devin du village. Ik moet ettelijke jaren terugduiken om mij een uitvoering van het stukje te herinneren - het was voor Utrecht bijna een novum! Overigens is de muziek vele malen onbelangrijker dan de algemene herinnering aan Jean-Jacques. Wat heeft hij ook in muzikale zaken al knuppels geworpen in veel tevreden kippenhokken! En die knuppels kwamen, niet per ongeluk, maar al te vaak terecht in edeler volières. Men wil zich wel zijn levenslange bittere twisten met de grote Jean-Philippe Rameau herinneren - Rameau, die onder de uitvoering van een van Rousseaus balletten ontdekte dat het beste deel van de muziek van Philidor, excellent vakman, was; en het slechtste deel ‘misschien’ van Rousseau. Jean-Jacques verhaalt, kinderlijk en openhartig als steeds, dat Rameau hem voor het hele publiek compromitteerde ‘soutenant qu'une partie de ce qu'il venait d'entendre était d'un homme consommé dans l'art, et le reste d'un ignorant qui ne savait pas même la musique’... De Franse musicoloog Paul Huvelin is er niet al te zeker van dat ook de muziek van Le devin du village, die Rousseau in zes dagen zegt gecomponeerd te hebben, helemaal van Jean-Jacques is. Wat zou het? De bladzijden uit de Confessions, die nu nog doorweekt zijn van de erin vervatte tranen, zijn, op hun beurt, ook al belangrijker dan het muziekje. Is het geen aardig detail, die opmerking over de koning die ‘s'enthousiasma, et, pendant les jours qui suivirent la première représentation, ne cessa de chanter avec la voix la plus fausse de son royaume “j'ai perdu mon serviteur”...’ En men vergeeft hem zijn beperktheden, die hem tegen de grote meesters van zijn tijd lieten schelden: ‘Pour ôter l'insipidité, ils augmentent la confusion. Ils croient faire de la musique, ils ne font que du bruit’...Ga naar voetnoot126 En te denken dat een niet al te goed georiënteerd hoorder nog geen tweehonderd jaar later een bladzijde van Rameau niet van een fragment van Lully, Jean-Jacques' idool, zou weten te onderscheiden... ‘Nature, nature!...’ |
|