Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)

Tweede Schäfer-concert
17 maart 1922 (UD)

Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
Dirk Schäfer (piano)
Haydn: Air varié (Andante con variazione)
Beethoven: Pianosonate in C, op. 53 (Waldstein)
Chopin: Scherzo in b, op. 20 en Etudes op. 10.10, 10.6 en 25.2
Liszt: Feux follets en Hongaarse Rapsodie nr. 13 (Rákóczy mars)

Dit concert geeft geen aanleiding tot min of meer breedvoerige divagaties over de gespeelde muziek. Schäfer speelde een werk van Haydn, de Waldstein-sonate van Beethoven en na de pauze een Scherzo, een paar etudes van Chopin en van Liszt de Dertiende rapsodie en de Feux follets. Herdenken wij dus liever dat Schäfer de man is die hier in Utrecht Gaspard de la nuit van Ravel gespeeld heeft, die een stampvolle Tivoli-zaal een uur achtereen tot de meest absolute stilte wist te dwingen door de uitvoering van een reeks kleine meesterstukken van oude genieën (Bach, C.Ph.E. en anderen). Wij kunnen ons ook voorstellen hoe Schäfer Debussy's twaalf Études zou spelen - wij kunnen ons ook te binnen brengen dat Schäfer Arnold Schönbergs Klavierstücke voor de eerste maal in ons land speelde, geruime tijd geleden...¹²²

Doch alle deze gedachten, die zich inderdaad slechts met Schäfer bezighouden, dwalen ver uit de zaal-met-de-zwarte-poes van het Gebouw voor Kunsten en

122 Schäfer bracht de eerste van de Drei Klavierstücke, op. 11 in première op maandag 25 januari 1915 in de Kleine zaal van het Concertgebouw te Amsterdam. Dat was in het kader van de Historische Cyclus.

[p. 661]

Wetenschappen op de avond van 16 maart - dat moet ik toegeven.¹²³

Alles in alles kan men naar aanleiding van dit concert slechts voor de zoveelste maal opmerken dat Schäfer een groot pianist is. Niets nieuws, zegt ge? O neen, doch een aangename waarheid, die men niet gauw moe wordt te noteren.

123 Zie voetnoot 46 bij de recensie van 27 januari 1922.