Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdUtrechtsch Stedelijk Orkest
| |
[pagina 572]
| |
De heer Van Gilse, de dirigent van het orkest, heeft namelijk al geruime tijd ernstig bezwaar tegen de kritiek, zoals deze door de muziekverslaggever van het Utrechtsch Dagblad, de heer Willem Pijper, gegeven wordt. In de loop van het vorige seizoen heeft de heer Van Gilse reeds aan het bestuur van het orkest medegedeeld dat een dergelijke toestand op den duur niet bestendigd kon blijven. Van particuliere zijde zijn toen meerdere pogingen aangewend om die moeilijkheid uit de wereld te helpen. Een oplossing kwam toen de heer Pijper naar Italië vertrok, doch na zijn terugkeer van daar is hij tegen alle verwachtingen in weer bij het Utrechtsch Dagblad gekomen.Ga naar voetnoot10 De voor de heer Van Gilse zeer neerdrukkende toestand heeft zich toen herhaald en thans heeft de heer Van Gilse gemeend de knoop te moeten doorhakken, omdat hij, ook voor zijn gestel, voelde dat er aan die toestand een einde moest komen. In de afgelopen week heeft hij dan aan het bestuur verklaard dat hij onder de gegeven omstandigheden niet langer de concerten kan leiden. Het feit is namelijk, zo verklaarde de heer Van Gilse ons, dat hij niet alleen niet wenst te dirigeren in bijzijn van genoemde criticus, doch ook niet in staat is dit te doen, welke mening gedekt is door een verklaring van zijn medicus. De heer Van Gilse zei natuurlijk geen bezwaar te hebben tegen kritiek, mits die blijft binnen de grenzen van goede trouw, doch zijns inziens schrijft de heer Pijper zijn kritieken met een vooropgezette mening. Het geschil is er nu, en de oplossing ervan wordt beheerst door tal van interne kwesties in de stad en de eigenaardige positie welke het Utrechtsch Dagblad in de stad Utrecht inneemt.Ga naar voetnoot11 Het bestuur van het orkest heeft gemeend voorlopig een oplossing te vinden door aan de heer Van Gilse verlof te verlenen en de uitvoeringen te laten leiden door gastdirigenten. Dit is, zoals men wel begrijpen kan, slechts een verschuiving van de moeilijkheid. Om de zaak niet te verscherpen, heeft de heer Van Gilse, die verklaarde steeds in de beste verstandhouding tot het bestuur verkeerd te hebben, dit verlof aangenomen. Volgens de heer Van Gilse is de heer Pijper niet in staat objectief te zijn, omdat hij in de strijd, aan wie de regeling van de kunstbeoefening behoort - de onderneming der concertzaal of het orkest zelf - de adviseur is geweest van Tivoli, terwijl hij tevens verslaggever was van het Utrechtsch Dagblad. Daarbij komen dan nog persoonlijke kwesties tussen de heer Van Gilse en de heer Pijper van enige jaren her. Het bestuur van het orkest staat voor een grote moeilijkheid en in het belang van een gezond muziekleven te dezer stede is te hopen dat spoedig een bevredigende oplossing worde gevonden.
[commentaar van de NRC-redactie:] Een vreemd en lastig geval. Want: gevolg geven aan des heren Van Gilses wens, zonder meer: de heer Pijper de toegang weigeren, zou aanleiding kunnen geven tot allerlei | |
[pagina 573]
| |
hoogst bedenkelijke toestanden. Vandaag eist de gezondheid van de kapelmeester dat de heer A., morgen die van de concertmeester dat de heer B. verwijderd wordt. De dirigent moet zelf inzien dat hij hier een eis stelt die zó niet ingewilligd kan en mag worden. Toch voelen wij te zeer mee met een zo knap, begaafd man als Van Gilse om hem alleen te laten staan. Hij heeft succes, hij heeft het publiek - een groot deel althans - voor zich, hetgeen onder andere ten duidelijkste gebleken is bij die gelegenheid waar een gezaghebbend man als prof. Ovink zozeer vóór Van Gilse gesproken heeft. Welnu, de heer Van Gilse kan hiermee tevreden zijn; hij late de heer Pijper kalmpjes schrijven zonder er notitie van te nemen en vinde kracht in de grote bijval van het Utrechts publiek tot het hervatten van zijn mooie taak. Een andere oplossing is er niet.Ga naar voetnoot12 |
|