Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 550]
| |
Christelijke Oratoriumvereeniging J.S. Bach, Weihnachtsoratorium
| |
[pagina 551]
| |
Ik was ook ganselijk niet tevreden over Van der Horsts opvatting der Sinfonia. Dat was: opzeggen, niets meer. Het stuk behoort tot het allerschoonste dat Bach ooit geschreven heeft - men kan een pastorale niet vertederender kleuren en niet simpeler, niet primitiever aanduiden dan hier geschied is. Maar, voor de zoveelste maal vraag ik mij af, hoe wil de geest ener muziek er zijn, als de noten ternauwernood deugen? Iedereen speelt de zestiende in het gepunteerde ritme naar het hem belieft en ik heb geen moment kunnen bemerken dat Van der Horst inzake der duizend gewichtige details een eigen mening, een wil had. Laat staan: dat hij poogde zijn orkest die wil op te leggen - laat gaan: dat het gelukt zou zijn. Het beste van de avond was Francis Koenes obligaat in de altaria Schliesse, mein Herze. En mevrouw Noordewiers solokoraal: Er ist auf Erden kommen arm. Mevrouw Noordewier, de grote kunstenares, de Bach-zangeres bij uitnemendheid, had op deze uitvoering niet veel anders te doen dan enkele maten recitatief, enkele bladzijden duet of koraal (dit ook is een gevolg van de ongebruikelijke constructie van het gehele werk, samenkoppeling van zes onafhankelijke cantaten). De tenorsolist, de evangelist, was Holthaus, die, als ik de mededeling goed verstaan heb, op het laatste ogenblik was ingevallen voor Van Tulder. Dit ontslaat ons van de verplichting tot gespecificeerde kritiek. Caro was, geloof ik, ontzettend verkouden. Geen van zijn goede, gemakkelijke tonen klonk vrij - ach, een zanger heeft wel een zeer pretentieus instrument. Mevrouw L. Vincke zong de altpartij. Zij heeft echter een niet zeer omvangrijke, noch klankvolle mezzo: de aria Schlafe mein Liebster ligt haar al veel te laag. En boven e is alles onmiddellijk geknepen. Zij heeft nog veel te studeren. Ook muzikaal (ritme!). Het koor: goed, in verhouding tot de getalsterkte. Uitspraak hier en daar wat plat (sp werd zp, sch erg dik). Intonaties betrouwbaar, in de regel. Men kon wat meer alten gebruiken. Het dirigeren van Van der Horst ziet er nog niet zeer fraai of zeker uit. Hij moet zich als gewoonte afwennen zijn linkerhand naar boven, zijn rechterhand naar beneden te bewegen op hetzelfde sterke maatdeel. Ook hangt hij met het bovenlichaam erg rechts voorover, zodat hij zich naar zijn sopranen altoos om moet keren. Hij moet ook het manuaal van zijn linkerhand herzien - krampachtige pols en vingers. Van der Horst behoort blijkbaar niet tot die niet-benijdenswaardigen die de kunst van het dirigeren ineens te pakken hebben - maar naar aanleiding van dit concert durf ik hem wel een zeer goede carrière als koorleider te voorspellen. |
|