Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdAbonnementsconcert - Hartvelt-kwartet
| |
[pagina 548]
| |
niet inzagen. Eerst bij Claude Debussy zette de beweging Los-van-Wagner in en toen geschiedde dat ook met zo groot geweld, dat een deel (het beste deel!) der ouderen meegesleept werd in de nieuwe stroom. Het zou de moeite lonen Debussy's invloed eens na te speuren uit de latere werken van een d'Indy, een Pierné... Bij Gabriel Fauré niet aldus. Hoewel meer gelieerd aan Saint-Saëns dan welke andere Franse musicus ook, volgde hij de grote geestelijke gebeurtenissen slechts van verre. Minder universeel, minder kritisch, minder persoonlijk, minder geniaal dan de oudere meester onderging hij de schokken van Wagners aanvallen veel heviger - hoe ver zijn wezen ook van dat van Wagner verwijderd was. Maar de kleur van zijn orkest, van zijn kamermuziek, zowel van zijn Vioolsonate, van zijn Pianokwartetten als van het Pianokwintet is door Wagners invloed bedorven. Het is Tristan-chromatiek. Faurés muziek werd zoetelijk, doch niet bovendien mousserend gelijk Saint-Saëns. Zijn muziek werd ook te precies, ze naderde de salonkunst meer en meer al naarmate ze door de auteur (voortreffelijk helder vakman) fijner geciseleerd werd. Het Kwintet dat men gistermiddag speelde, kan als geheel niet meer boeien - laat staan dan betoveren, ontroeren. Het is reeds dood. De formalismen, de interessante modulaties, de vulstemmen, de conservatoriumtrucs steken naakt door de huid heen, als ribben en gewrichten. Het is jammer, ook voor de meester, van de moeite. In het net van deze noten werd geen muziek, geen stilte gevangen... Het spel van de Hartvelden geeft mij slechts weinig aanleiding tot nieuwe notities. Als ik het vermijden kan, schrijf ik dezelfde dingen liever niet meer dan eenmaal. En ik geloof, hier kan ik het vermijden. Men speelde met de pianist Gust Seyler het Kwintet van Fauré en het Trio met alt van Mozart. Seylers spel is vooral beschaafd; nog niet groots, nog niet meeslepend, nog niet iets zeer opmerkelijks. Maar het is niet dor, niet kleurloos, niet gewichtig, niet eigenwijs, niet irritant gelijk het pianospelen van zoveel van zijn leeftijds- en landgenoten. En er behoeft slechts een atoom meer persoonlijkheid, een grein inspiratie, een vleugje liefde bij te komen en de negatieve appreciaties die ik hierboven opsomde, veranderen bij toverslag in positieve waardering. Seyler is zonder twijfel de belangrijkste figuur in dit ensembletje: hij is, als pianist, de meest universeel geschoolde; hij kent het begrip rustig musiceren (Mozart, derde deel); hij verstaat de zin ener frase. Het schijnt, op het ogenblik, nog meer uitnemend gestudeerd dan vanzelfsprekend, doch wat zou het? Ook Seyler heeft, onder andere, zijn jeugd mee. Mijn opmerkingen, na hun vierde concert, vragen niet om herhaling, doch ten dele wél om onderstreping.Ga naar voetnoot365 Ik geloof namelijk dat men Cornelis Hartvelt moet afraden om zich op de alt te blijven specialiseren. Hij heeft enkele violistische eigenschappen op zijn viool mee, op de alt tegen. Ook zou ik nog willen accentueren wat ik schreef over Piet Hartvelt-Brantenaar. De laatste heeft zonder de minste twijfel een viooldispositie die vele malen gunstiger is dan die van zijn buurman. Misschien kan | |
[pagina 549]
| |
Piet Hartvelt wat meer technische kunstjes? In ieder geval is hij artistiek en muzikaal niet de meerdere. De aanmerkingen van verleden week zal ik niet herhalen, die bleven (over Het Kwartet) ongewijzigd. |
|