Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdAbonnementsconcert - Maria Pos-Carloforti
| |
[pagina 542]
| |
We zullen er niet meer achter komen, vrees ik, en eerlijk gezegd mangelt het mij aan ruimte (dat is, ook in dit geval: aan tijd) om over de macht der dramatische expressie van dit werk van de toenmaals 22-jarige Händel vele regels lang te divageren. Maar de conclusie waartoe ik moest komen, na lezing dezer inleiding, na het aanhoren der muziek, is: een soort verkapte orthodoxie, veel voorkomend in Duitsland, tegenhanger ener meest voorkomende romantiserende kunstbeschouwing. De reactie op Hasses zo-even genoemde buffo-aria, met z'n conclusie: ‘Het kon een modern cabaretstuk zijn. Ook de st en ah zijn oorspronkelijk’, kon zó afkomstig wezen van de minister van Eredienst uit Veths Onthullingen van een Kamenier ten Hove (Prikkel-idyllen).Ga naar voetnoot356 Ik noem deze aria een klein monster, muzikaal en psychisch volstrekt onaanvaardbaar. Er staan daarin onbeschrijflijke platitudes, vulgariteiten waar de Duitse vertaling zowat omheen leutert. Maar laat ons Hasse rustig in het vergeetboek laten. Zoals gezegd, dr. Georg Göhler accompagneert uitstekend. Altoos wat op de achtergrond, wat te veel, meen ik. Doch zo verlangt men het van de tegenwoordige begeleider... Mevrouw Maria Pos-Carloforti, om thans het zingende gelaat te kritiseren, heeft wel zo een hulp bij alles nodig. Bij de halfgod Caruso: wat een virtuozenrubato! Heeft iemand Brahms' Botschaft, zijn Ständchen, nee, alles van Brahms - neen, elk lied, wat dan ook, ooit zo horen vermoorden naar de geest? Blijkbaar bestaat de muziek voor mevrouw Pos-Carloforti uit twee mogelijkheden: ten eerste zijn daar vlugge noten, die zo gauw mogelijk voorbij behoren te gaan; ten tweede uit langere notenwaarden. Zo eet men kip met compote; mevrouw Carloforti houdt meer van kip. Alles wat langer duurt dan een terloops, krijgt dubbel de volle maat, wordt dan vermenigvuldigd met twee, ontvangt een crescendo, een diminuendo en verdwijnt in het niet. Als een kunstenaar Brahms' Ständchen reeds afgezongen zou hebben, dan straalt mevrouw Carloforti nog op haar tweede of derde fermate... En al die ritardando's, die crescendi, dat theater! Maar het is o zo vergeeflijk. Want mevrouw Carloforti heeft een wonder van een stem. Een stem zoals alleen Italië die maar uitvoert. Het luisteren naar een toon, een tonenreeks van haar kan op zichzelf een genot zijn. Zo een stem, waargenomen tussen de zangstemmen die men in de regel te horen krijgt: Heine noemde dat eens een sinaasappel tussen een bergje aardappels... En wat malen wij dan om intenties van ijlhoofden als componisten? Wat doet notenwaarde ertoe, wat juiste traditie? Het is niet toevallig dat de tegenwoordige renaissance der muziek zich volstrekt op het terrein der instrumentale muziek voltrekt. Ik voorzie binnen een paar honderd jaar de groepering aldus: aan de ene kant de (abstracte) muziek, aan de andere kant: Zang-en-Dans. Zo was het elders en vroeger ten dele ook reeds. Om het fiasco der zangkunst te demonstreren behoeft men waarlijk niet eens naar Schönbergs Gurrelieder te grijpen. Kijk maar naar Bach, naar Beethoven... | |
[pagina 543]
| |
Zoals gezegd: mevrouw Pos-Carloforti heeft een schitterende stem, schoon in alle opzichten. Doch dat ik naar aanleiding van haar concert aan de muziek slechts weinig woorden kon wijden, is een omstandigheid die ik zeer bejammer. Een omstandigheid buiten mijn wil, buiten haar schuld waarschijnlijk ook. Maar de muziek zal altijd een kostbaarder genade blijven dan de schitterendste dispositie, dan wat ook. |
|