Orgelbespeling - Domkerk
11 november 1921 (UD)
H.F. Bos
Werken van Bach, Brahms, Rheinberger en Franck
Het programma van de heer BosGa naar voetnoot288 vermeldde de namen Bach, Brahms, Rheinberger en Franck. Een in zekere zin samenvattend programma dus. Het typeert de ontwikkelingsgang, neen, de declinatie der Orgelmuziek met slechts een enkel hiaat: het Heden. Ik heb het reeds vaker moeten schrijven: de orgelmuziek als kunstuiting deed de laatste drie eeuwen niet anders dan hard achteruitgaan. Het hoogtepunt was en bleef Bach, grandioos fantast, singulier Meester. Ná hem kwamen, in grote sprongen: Mendelssohn, auteur van veel respectabel orgelwerk dat bijna even helder geconcipieerd was als dat van de grootmeester, doch dat de geniale ademtochten miste; kwamen Brahms, componist van een bewonderenswaardige Fuga, van sobere en stijlvolle Choralvorspiele. Dan was daar César Franck met zijn staf, die de chromatiek introduceerden en het ‘modulez toujours’ toepasten - een gebruik dat mij tegen de geest van het zich psychisch nimmer vernieuwende orgel lijkt te gaan (ik vrees niet dat men mij om deze bewering puritein schimpen zal...). Wij herdenken nog het dozijn goede vakmensen, onder wie ook Joseph Rheinberger, hoeders der goede oude traditie, ietwat romantisch bewasemd, ietwat zouteloos en zeer onpersoonlijk. Het Heden nu is minder: Karg-Elert,Ga naar voetnoot289 de virtuoos van de zwelkast, Reger, de gotieker,Ga naar voetnoot290 knutselend Bach-fuga's, fabricerend veel gebruiksgoed (Choralvorspiele).
De ontwikkeling van de orgelbouw opende voor de in hun tijd nieuwe kunstenaars ook nimmer perspectieven. Toen Bach zijn meesterwerken schreef, beschikte hij over orgels die in principe reeds zo geperfectioneerd waren als mogelijk. Men had een bruikbare windvoorziening, labiaalstemmen, echokast, koppelingen, het orgel werd reeds gelijkzwevend gestemd, men kende de mixturen, ja zelfs de heden vergeten klokkenster (‘der sogenannte Morgenstern, der ein so hirnverwirrendes Geklingel machte, dass kein Mensch wisse ob er in der Kirche oder im Schlitten sei’, verhaalt Wilhelm von Kügelchen).Ga naar voetnoot291 Wat betekent voor de componisten het in gebruik komen der pneumatische tractie, der elektrische windvoorziening? Niets immers. Alle verbeteringen der laatste honderd jaren zijn slechts vooruitgangen, dikwijls belangrijke,