Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 487]
| |
De virtuositeit van deze Amerikaanse violist is wellicht aanvaardbaarder dan die van zijn oud-Europese collega's. Ik weet niet of het meer dan een gradueel verschil is: de ‘stukjes’ zijn niet veel haren minder zoet; de sonate is met geen ander soort zorg, noch met een superieur inzicht gekozen. Maar het is alles streng-zakelijker, het is niet romanesk, niet zó onintelligent als, anders, in de regel. Men weet ogenblikkelijk wat men aan deze musicus heeft: hij raakt geen moment beneden het aangekondigde gemiddelde. Aan de andere kant: evenmin boven zijn eigen peil. Verrassingen, van welke aard ook, zijn uitgesloten. Het is waarlijk nog zo kwaad niet en de violist Spalding steekt in deze opzichten uitermate gunstig af bij zijn talloze langgehaarde, geheimzinnige, demonerige, goochelende of toverende, dwepende of krijtende, altijd interessante, doch niet altijd muzikale collega's-in-Paganini. De sonate was ditmaal die van Georges Enesco. Zwak werk. Veel syncopen, thema's zónder geest, ateliertrucjes om het langzame deel vol te krijgen. (Typisch: in het tweede deel het thema eerst ongewijzigd herhalen, dán: con sordino, dán: pizzicato, dán: tremolo. Hierna - vakmatige - overleiding naar het laatste deel.) Het werk ruikt nog erg naar het atelier, dat wil zeggen naar de analyseles. Een talentvol stuk van een talentvol musicus die evident geen componist van den bloede is. Albert Spalding, de componist? Twee kleine stukjes: Castles in Spain en Lettre de Chopin. Snoeperig. Men versta dit niet verkeerd: het is vooral niet minder dan de stapels virtuozenmuziekjes. En daarvoor is het al een zeer ernstig compliment als men ‘fondant’ kan schrijven... Dat luchtkasteeltje is het beste, ook al door de afwezigheid der sourdine. Natuurlijk gaat het niet zonder de zuidelijke triolen en de klopbas. Trouwens, wát al Spaansheden na de pauze, een hele stoomboot vol: Lalo, Chabrier, Spalding, Sarasate en Sarasate - we kunnen tevreden zijn, zo vroeg in het seizoen. Albert Spalding, de violist. Waargenomen buiten het virtuozen- en internationale verband: vaak voortreffelijk. Absoluut betrouwbare techniek, karakteristieke toon. Soms wat onritmisch, pizzicato niet zeer klankrijk. De accompagnateur André Benoist deed veel meer dan begeleiden. Hij speelt superieur, orkestraal, piano. Wel wat droog, doch altijd muzikaal. |
|