Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdChopin-matinee - Dirk Schäfer
| |
[pagina 450]
| |
hem zijn geweest dan van deze Marche funèbre een oninstrumenteerbaar, onarrangeerbaar pianostuk te maken! Waarlijk, men kan het de muziekuitgevers niet euvel duiden dat zij deze mars, speelbaar als niets anders van Chopin, deden verschijnen in de uitgaven voor Jan en alleman, in kruisen, in mollen, ‘erleichtert’ en voor harmonium. En de consequentie dat het stuk door die handelwijze gevulgariseerd wordt - is een consequentie, meer niet. De sonate met de treurmars culmineert echter in het laatste deel, een stuk dat, wanneer het harmonisch en constructief geanalyseerd moest worden, vele vaandeldragers der romantiek nog zou doen urmen. De Finale lijdt niet het minst onder het literaire aperçu (van Liszt, meen ik) waarmee de bewuste vaandeldragers altijd komen aanzetten: ‘De wind die langs de grafzerken giert.’ De sonate, als geheel, is volgens M. Croche antidilettante - Claude Debussy's tegenspeler in zijn muziekkritische dialogen in de Revue blanche - veel meer een ver doorgevoerde schets dan een ‘doorwrocht’ muziekstuk. Het werk is er niet minder door. Chopins schilderijen zijn nooit doodgeschilderd.Ga naar voetnoot173 Dirk Schäfer speelde na de pauze nog het Rondo opus 16 - waar de hele Rosenkavalier met de Silberrose in voorkomt. Alleen oneindig artistieker, vele malen fijner en beschaafder. Verder een nocturne, een mazurka, een etude, een wals. Hij speelde dit alles natuurlijk magistraal, als steeds. Schäfers concertleider kan (hier in Utrecht tenminste) toch waarlijk die pers ‘beoordelingen’ wel weglaten van de aanplakbiljetten en uit de annonces. Zeer speciaal overbodig schijnt het bijvoorbeeld om de beroemde schrijver Israël Querido zich te laten compromitteren met dat zinnetje: ‘Schäfer behoort tot de allergrootste pianisten der wereld.’ O, zo Charivarius, in De Amsterdammer had indertijd een rubriek ‘Tante Betje’.Ga naar voetnoot174 Dirk Schäfers naam zegt genoeg en daarom kunnen wij van verdere loftuitingen: ‘het allerhoogste, het hemelse geschenk, een genie, grootste der wereld’, enzovoort, enzovoort, afzien. Laat ons Schäfer danken voor de schone tijdeloosheden... |
|