Opera Italiana - La traviataGa naar voetnoot165
3 maart 1921 (UD)
Schouwburg
De Italiaansche Opera o.l.v. Arnaldo Schiavoni
Verdi: La traviata
Wat de poffertjeskraam, de rodelbaan, de poppenkast plegen te zijn voor de kermissen onzer jeugd en onzer boerendorpen, dat zijn cultuurmonumenten als oester-en-visrestaurants, reizen naar Zwitserland en opera's voor onze beschaafder, gedegenereerder Kermissen der IJdelheid. Alles op zijn tijd en zijn plaats - hoewel ik mij niet voorstel dat de befaamde Kermis der IJdelheid ons minder amusement en meer ergernis zou kunnen bezorgen dan de meer lokale dito, afgeschaft in onze goede stad.
Alles op zijn plaats - poffertjes eet men niet bij SaurGa naar voetnoot166 en een opera behoort geen gezongen komediestuk te zijn. Een opera die iets minder onaanvaardbaar is dan een Traviata, een Lucia di Lammermoor - is geen opera. Het is maar de vraag wat men ervan verlangt. Ik meen: zang. Min of meer dragelijk geaccompagneerd, enigermate voldoende geënsceneerd. Geen zingende acteurs (Die toten Augen, brr...),Ga naar voetnoot167 doch zangers - al acteren zij dan ook uit een toneeltechnisch oogpunt beschouwd, absoluut onvoldoende.
Wanneer een operagezelschap, gelijk gisteravond het nieuw samengestelde Italiaanse gezelschap van de cavaliere De Hondt, zingen kan en stemmen bezit die zingen moeten - laat dan desnoods al het andere ternauwernood wezen, of onvoldoende.
En dus moeten wij deze Opera Italiana waarderen op een ander plan, wegen met andere gewichten dan de Nationale OperaGa naar voetnoot168 bijvoorbeeld. Alles wat hier aanvaard, gewaardeerd zelfs kan worden, blijkt in een ander milieu, in een ander ensemble vaak een monstruositeit. Dit nu is blaam en lof tezelfdertijd. Doch - nietwaar? - wij waarderen in een marionettenspel, een poppenkast, vooral het houterige, het automatische der sujetten. Zo valt in een opera, in een echte, vooral te waarderen, het onmenselijke, ondaaglijks menselijke eigenlijk, der figuren.