Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdTivoli-concert - Josef Pembaur
| |
[pagina 436]
| |
de stukken gaf: romantisch, veel halftinten, soms streng, soms dwepend, zeer consequent was. Nietwaar: ‘nie ein Bachsches Tonwerk (spielen) ohne Glaubensmut, ein Schumannsches ohne Gemütstiefe, ein Brahmssches ohne Gefühlskraft’.Ga naar voetnoot145 En Bach, Schumann, Brahms - zij gelden vrijwel algemeen als Regers peetvaders... Maar eigenlijk vraag ik mij af of wij Reger, of wij ooit één componist eerlijk waarderen, wanneer wij ons zoveel aan zijn antecedenten gelegen laten liggen. Ja, zonder Schumann, Brahms zou Reger waarschijnlijk anders, misschien minder, misschien alleen minder vaardig gecomponeerd hebben. Doch Regers betekenis voor de historie der muziek wordt meer bepaald door wat hij, in de eerste jaren der twintigste eeuw, niet was dan door zijn positieve kwaliteiten, zijn compositorische vaardigheden. Ziehier immers een componist die voor een heel volk, voor een ganse generatie geldt als ‘Umstürzler’; een componist die ‘alle vormen’ hanteert als een bouwmeester zijn liniaal; een fenomenaal technicus die kon werken gelijk dat na Bach en Schubert in Duitsland niet meer was vertoond. Maar zonder een spoor van geest, van ontroering, van eigen inzicht, zonder een grein persoonlijkheid, zonder een atoom der allesbetoverende liefde. Een sonate van Reger bevat evenveel poëzie als een proces-verbaal; een volledig verouderde aardigheid als het preludium-en-fuga-voor-de-linkerhand-alleen heeft uit de aard der zaak niet meer kunstwaarde dan ‘the Mail-coach’, galop voor piano - te spelen met paardenbelletjes aan uw polsen vastgeriemd.Ga naar voetnoot146 Maar de ambitie om zo'n stuk als die eenhandsfuga te schrijven is typisch voor Reger:Ga naar voetnoot147 dat is het bewustzijn der middeneeuwse monniken met hun kreeftscanons, hun raadselcanons. Dat is een Missa cuiusvis toni,Ga naar voetnoot148 geparodieerd en in een smakeloos twintigste-eeuws confectiepak gestoken. Het is de grimas der kunst, de persiflage ener oudheid die eertijds schoonheid was. En dan deze veelgeroemde, veelgesmade ‘vaardigheid’. Wat is die waard, in hoogste instantie? Welke verdienste heeft het componeren van een sonatine die in formeel opzicht slechts de kopie is van een prototype waarvoor Haydn al bedankte (om van Beethoven nu maar te zwijgen); een vorm die we in een analoge perfectie slechts aantreffen bij de componerende schoolmeesters Kuhlau en Clementi en in de ‘musikalische Formenlehre’... Welke is de verdienste van het bête gebruik der dominanten en der onderdominanten - wat is de kunstwaarde van een ontroeringsrecept als C-groot - a-klein? | |
[pagina 437]
| |
Ja, een Duits conservatorist van omstreeks 1880 zou om dit (toen al) historisch inzicht aanmoediging verdiend hebben. Maar Reger - een meester, een chef d'école? De harmoniek van de oude Wagner was interessanter, de melodiek van Brahms zelfs nobeler. Wagner droomde tenminste van expressiever modaliteiten dan het eeuwige Dur-Moll (Tristan), Brahms vermoedde iets van psychische geladenheid ener melodie. En beiden waren tenminste ernstige kunstenaars, zoekers en dus, soms, vinders. Doch Reger, de epigoon, de grossier, kent ‘alle vormen’ en herhaalt ze gelijk een papegaai. Hij kent alle ontroeringstrucs van buiten en hij herkauwt ze als - nu ja. Het is noodzakelijk om dit eens voor al vast te stellen: Reger heeft waarschijnlijk een paar miljoen noten geschreven. Waartoe? De historie moge het eenmaal uitmaken. Doch thans kan wel reeds vastgesteld worden dat het niet was om de muziek verder te brengen, om de kunst vrij te maken van de banden die de componerende Spiessbürger haar hebben aangelegd. Integendeel. Reger heeft de toonkunst nog wat strakker geregen, nog wat smakelozer uitgedost dan zij al was. Ik zal deze verdienste niet schatten. Josef Pembaur trachtte ook van deze Reger poëzie, ja zelfs muziek te maken. Maar ik wenste wel dat hij een volgende keer dezelfde liefde eens wijdde bijvoorbeeld aan een tiental etuden van Cramer. Het zou beter besteed zijn. |
|