B.B.B.-cyclus - Vierde concert
10 januari 1921
U.S.O. o.l.v. Jan van Gilse
Brahms: Tragische Ouvertüre
Beethoven: Vierde pianoconcert (soliste: Henriëtte Bosmans)
Brahms: Eerste symfonie
Henriëtte Bosmans speelde Beethovens verrukkelijkste pianoconcert - het Vierde - op een vleugel - Ibach - die men veilig tot de allerslechtste rekenen kan. Alle verwijten welke men tot mejuffrouw Bosmans zou moeten richten: een ietwat spichtig toontje, een ganselijk niet dragend piano, een plat forte, vallen op haar vleugel terug. Zodat er slechts te waarderen overblijft. Haar opvattingen, de meeste tempi, de nuanceringen - dit alles getuigde van een allround muzikaliteit, die helaas te zeldzaam is onder de jonge Nederlandse pianisten. Henriëtte Bosmans heeft het instinct voor de constructiën, dat altijd aangeboren is en, behalve misschien op de heel lange duur, nooit aangeleerd kan worden. Wanneer ik haar hier prijs als de geboren musicienne die óók heel fraai piano speelt, dan is dat een intensiever loftuiting dan men tot een doorgefourneerd pianovirtuoos (wat zij hopelijk en waarschijnlijk nooit worden zal) zou kunnen richten.
Het uiterlijk van haar spel - overmatig geneigd hoofd, hevig rukkende armoplichtingen - is nog niet fraai; doch wie zal beoordelen in hoeverre daarbij een kleine nervositeit over het met orkest spelen in het spel was?
Het orkest speelde Brahms' Eerste symfonie en de Tragische ouverture, die de heer Van Gilse ‘ernstige ouverture’ zou willen noemen.Ga naar voetnoot131