Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdLiederenavond - Mischa Léon
| |
[pagina 418]
| |
en wereldberoemd altijd op andere manieren dan een dezer artiesten. De polyglotte koketterietjes daargelaten: waarmee stemde hij het publiek het meest enthousiast? Met het tintelend-geestige Mausfallen-Sprüchlein van Wolf bijvoorbeeld. En wat was daar het superieure, het ‘persoonlijke’ s.v.v. in? De ongepermitteerd slordige knoeierij met het refreinregeltje ‘Hörst du?’ Wat was het ‘emotie’-gevende in dat berceusetje van Bâton?Ga naar voetnoot102 Een slap parlando, net even onder de toon. Café-chantanteffecten. Wat moest die knoeierij in Anakreons Grab? Wat die theatrale languissanties in Schuberts Du bist die Ruh'? Ik ben geenszins doof voor Mischa Léons positieve kwaliteiten. Hij heeft een volstrekt superieure ademtechniek, hij zingt, soms, vele malse tonen. Hij zingt een zwaar lied als Wolfs Nimmersatte Liebe in een hoofdomdraaien. Maar slordig, slordig... hopeloos. Mischa Léon lijkt mij een man van vele kleine talentjes en vele grote gemakkelijkheden. Zo iemand als Georges uit de lange Jean-Christophe.Ga naar voetnoot103 Wanneer hij dichtte, tekende, schilderde, paardreed, boetseerde, zou hij dat juist zo doen als nu zingen, dunkt me. |
|