Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 416]
| |
sterkt, subtieler genuanceerd, afgegroeid, hoe langer hoe verder, van de oude luiten, van het klavichord. Men herkent het snarenspeeltuig niet meer als zodanig. Het Hammerklavier was voor een Beethoven nog maar een zeer ontoereikend orkestje. Voor een Chopin bood de piano alle tinten, alle nuances. Liszt maakte een ensemble, een orkest, een koor ervan (quasi tromba, quasi oboi). De Piano werd middelaar in vrijwel alle muzikale zaken. Een Pianist vermocht alles, beheerste alles; een pianist kan de ganse literatuur der muziek herscheppen op zijn eigen instrument, met de hem vertrouwde techniek. De Piano is universeler dan de meest geslaagde wereldtaal; de piano is kosmopoliet; de piano degenereerde sinds het begin dezer eeuw tot commis-voyageur der muziek. Wat wil het pianotimbre onze overvulde oren nog nieuws suggereren? We horen haar boven ons, bij de buren, bij de overburen, in de stad, op het platteland. Wij horen de sublieme piano bij Schäfer of Pembaur; wij horen de nooddruftige piano bij elk danspartijtje; wij horen door de gevloekte piano elke zwijgende zomeravond bespikkelen. De piano determineert ook de literatuur van het hele vasteland. (In welke roman komt geen piano voor, hetzij huiskamerlijk, hetzij als noodzakelijker rekwisiet?) Wat is de piano voor ons, die aan de muziek hoger eisen stellen dan Mark Violier?Ga naar voetnoot98 Haar timbre is ons zo vertrouwd als dat der trambellen en claxons. En men reageert eigenlijk pas recht op de prestaties van een pianist wanneer hij gans nieuwe en onvermoede klanktovers uit het instrument haalt, nietwaar? Eigenlijk onbillijk. Want men mag niet eisen dat elke reproductor zijn piano kan immaterialiseren - hoe vaak mislukt dit trouwens niet aan de grootsten, aan de geïnspireerden... Kon Reger niet soms hakken op zijn instrument, als beukte hij stokvis? En heeft d'Albert geen avonden waarop hoogstens tachtig procent der grepen raak is? De rechtvaardigheid eist dat wij van ‘de pianisten’ niet anders verwachten dan een artistiek, respectabel pianospel. Geen openbaringen (die komen nimmer als men ze verwacht); geen vervoeringen - die immers afhankelijk zijn van zo'n duizend gunstige of hinderlijke invloeden.Ga naar voetnoot99 En wanneer men, aldus gewapend tegen mogelijke desillusies, mevrouw Tina Lerners pianoavond heeft bijgewoond, wel, dan is er reden tot verheugenis te over. Er waren momenten dat het horen van een zo geacheveerde, voorname pianistiek een uitzonderlijk genot werd. Haar Schumann: romantisch zonder al te zeer te dwepen; haar Chopin: pianistisch zonder al te zeer te ontroeren. Dit alles strookt overigens niet geheel met de opvattingen die ik langzamerhand over Chopin en Schumann, over de muziek, heb gekregen. Ik meen: als men Schumann niet kan dromen, doorhuiverd van zijn innerlijke schoonheidsverlangens; als men Chopins verrukkingen en vernietigingen als muziek voor de piano en niet als met behulp der piano gekristalliseerde zielsaccenten heeft leren beschouwen... | |
[pagina 417]
| |
Dan kunnen daar veel bewonderenswaardige gebeurtenisjes gepasseerd zijn, doch diep in is het de schriftuurlijk klinkende bel gebleven. |
|