Gebouw - U.S.O.
25 november 1920 (UD)
U.S.O. o.l.v. Jan van Gilse
Corelli: Concerto grosso
Haydn: Symfonie nr. 101 in D (Die Uhr)
Wagner: Siegfried-Idyll
Wagner: Voorspel en slotscène uit Tristan und Isolde
De uitvoering van Corelli's Concerto grosso was, als geheel, gelukkiger dan die van Haydns Symfonie in D. De wrakke, wankele plekken in Corelli waren daar waar men ze verwachten kon: in het Grave, bij de attaques. Maar het concertino: Rijnbergen, Groot en Ferree, was een onwankelbaar centraal blok en de vele ternauwernoodheidjes (achterblijven der contrabassen bijvoorbeeld) daarrondomheen bedierven niet de herinnering aan een wel gedragen, gestuwde uitvoering.
Haydns symfonie, bekend onder de naam Glöckchen-symphonie of Die Uhr lukte minder. Daar stoorde aldoor een mislukte afgewogenheid tussen strijkers en blazers, daar waren te veel unisono's die rammelden. De blazers die, na Corelli, zó uit de stemkamer op het podium kwamen, begonnen halfweg het Andante te stemmen. Het fugato uit de Finale was nodeloos gehaast en kortademig.