Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 404]
| |
Kamermuziekavond - De Bohemers
| |
[pagina 405]
| |
dan ook altijd achterwege. Muziek heeft geen absolute waarde. Appreciatie van muziek, om het nu maar voorzichtig uit te drukken, is een volstrekt persoonlijke liefhebberij. La prière d'une vierge,Ga naar voetnoot82 dat onze grootmoeders soms tot tranen kon roeren, laat ons, onder bepaalde omstandigheden, tranen lachen. Toch is het hetzelfde stukje. Koenemans FremersbergGa naar voetnoot83 heeft duizenden iets gegeven, dat zij schoonheidsontroering meenden te mogen noemen. Thans rangschikken wij het onder de Muzieken die de Slaap oproepen. Op een ander plan, op het plan der Erkende Meesterwerken, gaat het niet anders. Haydns Sieben Worte heet in een muziekhistorie van voor twintig jaar: zalvend gelamenteer - alzo: in de waardering van die schrijver geen andere modulatie dan wij met de Fremersberg maakten. Men kan echter wel, gewapend met een belangrijke dosis onderscheidingsvermogen, van elke muziek vaststellen of het is: een muziek voor het hoofd (gemaakt met de wiskundehersenen) óf een muziek voor de ziel, voor het hart. Wanneer men nu ook nog in het oog houdt dat elke muziek plusminus iedere vijftig jaar niet alleen door andere oren gehoord wordt, doch ook tot anders afgestemde zielen moet spreken, dan is het wel duidelijk dat veel schoonheden die in de eerste tijd voor algemeen menselijke waarden werden gehouden, door de eeuwig onverbiddelijke Kronos tot de ware proporties worden teruggebracht, dus: slinken of verdwijnen. De mode, de geestelijke stromingen wijzigen zich, of verzanden; de menselijke driften, de hartstochten zijn onveranderlijk, staan buiten het tijdverband. Die muzieken waarin iets is opgevangen van des mensen eeuwigheidsverlangens, hebben wezenlijke waarde. Slechts de muziek waarin de hartstocht brandt (niet: die de hartstocht opwekt, want dat gaat heel wel met technische trucjes), blijft over, op den duur. Hieruit volgt ook weer niet dat zo een diep inwerkende muziek geen spel zou kunnen zijn voor onze hersenen, geen vreugde voor ons verstand. We hebben tal van werken van de grote Magiër J.S. Bach die het tegendeel - zo nodig - bewijzen. Doch de schijnbare onvergankelijkheid, de altijd weer verrassende ‘moderniteit’ van die werken komt ge niet nader door Bachs techniek, werkwijze, te analyseren en tot exempel te stellen. Het gaat, populair gezegd, slechts om het percentage magie dat in een schepping, een oeuvre voorkomt. Dit percentage donkere kracht is in de muziek der Slaven niet gering. Smetana is (waarom zouden we het ontkennen?) een middelmatig bouwmeester en Dvořák, de componist, kan een vergelijking met Brahms bijvoorbeeld of met Mendelssohn niet doorstaan. Doch hun muzieken spelen op de zenuwen van onze vingertoppen en dat is anders, en meer, dan ‘de koepel van onze hersenpan een bepaald aantal minuten | |
[pagina 406]
| |
te versieren met ijle en vliedende klanken’.Ga naar voetnoot84 Er is een betrekkelijk zeer hoog gehalte aan eeuwige waarden in deze stukken, stukken waartegen men hoogstens zou kunnen zeggen: dat zij ons intellect niet zeer bezighouden, doch nooit: dat zij ons hart niet verkwikken zouden. Vanuit deze aanschouwingshoek beminnen wij ook de dansen van Johann Strauss: geen spel voor de hersenen, doch spijze voor de ziel. Wat hierna nog te zeggen van het Kwintet van Dvořák (dat de jubilerende en bejubelde Bohemers speelden samen met mevrouw Veerman. Ensemble en pianospel waren schitterend in orde, doch ik herinner mij wel reproductie van ditzelfde ensemble in een gracelijker souplesse). Wat nog van Beethovens Eerste Russische kwartet, van Smetana's Aus meinem Leben? De superioriteit van het gezelschap is evident genoeg. Men zou lyrisch kunnen zijn over hun langste opmaten, over de glimlachende malsheid van hun tertsende en sextende danswijzen. Daar is, bij Smetana, altijd nog wel een opstreek die een ganse frase determineert; daar is altijd wel een hoge noot die zich wiegt op de bijna onmerkbaar golvende begeleiding. Daar zijn altijd wel accenten die slechts op één manier hun volledige betoning krijgen: op de manier van Suk, of van Hoffmann, Herold of Zelenka. Doch er zijn uilen genoeg, in dit Athene.Ga naar voetnoot85 |
|