Tivoli-concert - Chailley-kwartet
14 oktober 1920 (UD)
Chailley-kwartet m.m.v. Céliny Chailley-Richez (piano)
Franck: Pianokwintet
Beethoven: Strijkkwartet in G, op. 18.2
Debussy: Strijkkwartet
Het was een huiselijk concert, gisteravond. Het ensemble kwam, gelijk men voor de aanvang mededeelde, zo uit de trein op het Tivoli-podium gestapt, zonder zelfs gelegenheid gevonden te hebben om het wit-en-zwarte uniform aan te schieten. De stemming in de zaal en de stemming van de concerterenden leed daar natuurlijk niet in het minst onder. Het musiceren kreeg er zelfs iets zeldzaam vanzelfsprekends door. De ‘geforceerde reis’ had toch óók slachtoffers gemaakt: het Kwintet van Joaquin Turina namelijk, dat in een niet meegekomen koffer was blijven zitten. In plaats van dit meesterwerk - het zou weer een ‘eerste uitvoering’ geweest zijn! - speelde men het verrukkelijke Kwintet van César Franck.
Het pianospel van mevrouw Chailley is ten opzichte van het ensemble misschien wat zeer orkestraal en de vermoeidheid door de reis was - natuurlijk! - uit haar spel het meest hoorbaar. Het zou ook aanbeveling verdienen om de kostelijke Steinwayvleugel waarover Tivoli tegenwoordig beschikt, nog kostelijker te maken door de stemming wat te verscherpen. Het was in de eerste maten van het Kwintet hoorbaar dat de strijkers ‘af’-gestemd hadden. De Franse diapason is hoog; en de Franse violisten en vioolbouwers weten wel wat ze doen!
De reproductie van Francks werk was, schoon misschien wat gejaagd, buitengemeen pikant en meeslepend. Ditzelfde kan ook gezegd worden van de weergave, na de pauze, van Beethovens opus 18.2. Dit was een Franse Beethoven, helder, elegant, cantabiel. Volstrekt zónder bijna altijd traditionele ‘Empfindung’, zonder zoetelijk-