Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdVToen Mahler zich had schoongeschreven van de vele middelmatige muzieken die jarenlang zijn bewustzijn als dirigent waren doorgegaan - niet zonder hem te achtervolgen, te kwellen, toen de Stilte voor Mahler meer was geworden dan de noodzakelijke tegenstelling der meer of minder geruisvolle muziek, toen Mahler niets meer bestreefde, geen antwoorden meer wilde afdwingen van de eeuwig zwijgende godheid, noch hymnen intoneerde aan de creator spiritus - toen heeft Gustav Mahler de ontroerendste klanken samengehoord waarvan alle groten die vóór hem kwamen nog pas droomden. Toen schreef Mahler zijn Lied von der Erde en de Negende symfonie. Ik trachtte Mahlers vorige periode te karakteriseren met enkele woorden uit de Kindertotenlieder, gelijk ik het werk van de eerste Mahler - tot 1900 - kanttekende met een zin uit de Lieder eines fahrenden Gesellen. Deze, de laatste Mahler, zingt het Lied vom Jammer der Erde: ‘Das Lied vom Kummer soll auflachend in die Seele euch klingen... Dunkel ist das Leben, ist der Tod.’ Neen, Mahler was waarlijk geen ‘onverbeterlijk optimist’, zoals Specht meende.Ga naar voetnoot317 Waarom zou hij ons, zou hij zichzelf iets wijsmaken? Op ‘der Tag’ (Finale der Zevende) volgt altijd weer een nieuwe spooknacht - waarom zou hij blijven staan met het gelaat naar een zon gekeerd die onherroepelijk weer moet ondergaan...? ‘Mein Freund, mir war auf dieser Welt das Glück nicht hold.’ Dit is de laatste Wijsheid. Het geluk, op zichzelf, is goed genoeg. Doch hem, de Eeuwige Zoeker, was het niet dierbaar. Een Claude Debussy, wien het Leven slechts schoonheid gaf - omdat hij er niet anders van vroeg - kan gemakkelijk eindigen met dezelfde serene glimlach waarmee hij leefde op zijn hoogste punten. Een Mozart, wien de gratie parelde rond de vingertoppen - een Schubert, wien de zoetste muziek als een mantel omgaf - zij kunnen eindigen zonder deze glimlachende resignatie. Doch Beethoven, eruptief als Mahler, demonisch, bezeten, hartstochtelijk als hij; groter wellicht door zijn arbeidswijzen, groter door zijn sterker godsvertrouwen - Beethoven eindigde ook na de vehementste worstelingen met zijn geniaalste, gans verstilde laatste strijkkwartetten. Ook Beethoven was het aards geluk niet de moeite waard.Ga naar voetnoot318 | |
[pagina 350]
| |
En Bruckner, Mahlers directe voorganger - o, men moest zijn negen symfonieën kennen! Men moest deze meester toch eindelijk eens geven wat hem toekomt en men moest door de praktijk der uitvoeringen bewijzen dat de kaste der muziekprofessoren schromelijk dwaalt waar ze hem onevenwichtig, ongaaf, ongecomponeerd scheldt! - Bruckner, beter christen dan Mahler, draagt zijn laatste symfonie met een kinderlijk gebaar ‘aan God’ op. Wil dát iets anders zeggen dan Mahler, met de woorden van zijn Chinese dichter, poëtischer uitdrukt? Immers neen. De waarachtig groten, Beethoven, Bach, Mozart, Bruckner, Mahler, zij hebben altijd wel geweten dat het echte ‘schijn’leven,Ga naar voetnoot319 het Spokenrijk, aan deze zijde van het graf lag. Dood had voor Mahler zijn prikkelen verloren en de Hel had hij met zijn levenswerk overwonnen. Deze laatste symfonieën zijn niet het afscheid van de doodmoede Strijder, die in zijn Eerste symfonie (D-Dur) ter overwinning toog en in zijn Negende (D-Dur) grafwaarts wordt gedragen. Neen. Deze symfonieën zijn ook niet slechts brokken hartvermurwende autobiografie, die hoofdzakelijk waarde zouden hebben als documenten voor Mahlers bewonderaars, die hem door alle fasen van de oudere symfonieën gevolgd hebben, tot op de Sinaï vol donder en bliksem die de Achtste symfonie heet. Nogmaals: neen. Das Lied von der Erde en de Negende symfonie zijn slechts de ontroerende bekentenissen van een der allergrootsten, die zonder wrok, stil en rustig, het getuigenis zijner menselijke onmacht, zijner menselijke nietswaardigheid aflegt. Doch, houd de mensen, de kunstenaars vóór dat de hoogste wijsheid dit ‘wij weten niet’ is - en zij zullen hun gelaat afwenden. Daarom wordt de Negende zo hardnekkig verkeerd begrepen en geïnterpreteerd met een maximum van technisch jargon en een minimum van overtuiging (Das Lied von der Erde is zo boordevol van de betoverendste muziek, dat men de geest van dit werk, dezelfde hartroerende negatie, gemakkelijk kan vermijden). Doch ik moet zeggen: ik heb Mengelberg nooit gehallucineerder door de toverzalen van een werk zien gaan dan hier, in deze Negende symfonie. De uitvoering voor een paar jaren in Utrecht was misschien nóg nijpender - het orkest had toen ook geen zeven avonden Mahler-spel achter de rug; en, vooral wij waren in het begin van het seizoen opener, gereder tot het ontvangen van deze meer dan vernietigende zoetheid. Ik houd het ervoor dat de nieuwe kunst vooral zal gaan bloeien op deze bodem. Het is geen afsluiting, het duldt geen krachteloos epigonenwerk na zich. ‘School maken’, in de traditionele betekenis, kan Mahler met zijn laatste werk nooit. Want de meesters die thans wellicht zullen komen, zullen zich niet, of zo goed als niet, op die techniek te bezinnenGa naar voetnoot320 hebben, doch wel op de geest dezer muzieken. En deze geest zal nimmer gemeengoed worden.Ga naar voetnoot321 |
|