Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdNationale Opera - De dochter van Mme AngotGa naar voetnoot290
| |
[pagina 341]
| |
Rudolf van Schaik acteert als Lohengrin. De Pomponnet (van Besselink) verviel in een ander uiterste en sprong als een kakkerlak - ik meen dat het operette spelen geen stilstaan behoeft uit te sluiten. De eerste en tweede akte speelden in een suf, slaapziek tempo en in een continu mezzoforte (wanneer er muziek was), in een accent van ernstige ruzie, als er geen muziek was. De aankleding van de operette was vooral niet minder dan kakelbont; men had de freule Delaunay een paarse jurk aangetrokken, die alle overige fletse kleuren bleek van schrik vloekte; men had in de salon van de negentiende-eeuwse courtisane mademoiselle Lange een vier- of zespits elektrische lamp opgehangen. De vertaling: Dit briefje spreekt tot hart en zinnen
De stijl is keurig en vol zwier
Dat kan een dame slechts verzinnen
Ook parfum is op het papier.
is wel niet zo erg als de Walküre of Lohengrin, maar toch altijd nog erg genoeg. Misschien zou de Nationale Opera met voorstellingen ener operette aan matige eisen kunnen voldoen, wanneer men inzag dat het operette spelen een misschien moeilijker en zeker onaanleerbaarder kunst is dan het geven van ‘dramatische kunst’. Dode ogen, Laagland,Ga naar voetnoot292 Tannhäuser: men heeft daar meer ‘muzikale acteurs’ voor nodig. Zangers, zelfs ten dele muzikale zangers, hééft de opera, acteurs vrijwel geen, actrices slechts twee. Ik houd Greta Santhagens-Manders voor een goed actrice (onlangs, in Die toten Augen, was zij bewonderenswaardig), doch van operette spelen verstaat zij niets. De Scylla heette gisteravond ‘trivialiteit’, Charybdis: ‘sufheid’; welk der beide zeemonsters de rijkste buit maakte, waag ik niet te beoordelen. Doch met hun beiden verdelgden zij de ganse voorstelling, goed en definitief. |
|