Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdTivoli-concert
| |
[pagina 260]
| |
goed. Op de wijze waartoe een Anacréon-ouverture, een Nachklänge aus Ossian, een Procession nocturne zich grif lenen. Maar ik meen dat men aan Debussy meer verschuldigd is dan aan Gade, Cherubini of Rabaud. Ik heb ook gans andere denkbeelden over de wijze waarop Debussy zich zijn faunendroom gedroomd zal hebben dan de dirigent van het U.S.O. Men kent Debussy's eigenmondige aangave van het tempo waarin hij zijn Prélude gespeeld wilde horen: ‘Le mouvement? - Eh bien, ce vieux faune-là, c'est un gaillard qui se met à rêver sur son derrière, sous un arbre. Evidemment il n'y a pas de mouvement!’Ga naar voetnoot124 Daar was gisteravond maar ál te veel mouvement. En zelfs meer dan zich uit de partituur afleiden liet. Met opzet werk ik hier niet met imponderabilia als ‘persoonlijke opvattingen’, ‘Franse geest’ en dergelijke strijdkreten.Ga naar voetnoot125 Maar Debussy noteert het begin van het werk in negen-achtsten-maat (assez lent!), wat dus zeggen wil dat hij de opwelving der fluitmelodie in de derde maat juist niet als triool uitgevoerd wil hebben. Het crescendoteken op dezelfde plaats laat overigens ook al geen twijfel bestaan. En de praktijk van Van Gilses tempo brengt mee dat de graciele notenkettingen als bloemguirlandes, verderop gaan klinken als Feuerzaubers of Waldweben.Ga naar voetnoot126 Elke onafhankelijke soepele lijn wordt gedegradeerd tot vulstem (heel fraaie en ingenieuze vulstemmen, overigens) en alle klanktovers verworden tot orkestrale goochelkunstjes. Genoeg hierover. Ik vrees alleen dat de dirigent van het Utrechtse orkest het pleit voor Debussy niet zal kunnen winnen op den duur. Het concert van Tor Aulin dat de heer Alexander Kosman hier introduceerde, begint met een slechtklinkend ritornel voor de blazers en na drie maten weten we reeds dat de Stockholmer vioolvirtuoos ons niets nieuws of persoonlijks te vertellen zal hebben. We konden nog slechts hopen dat het niet te langdurig en niet te vervelend zou worden, maar beide verwachtingen bleken ijdel. Het eerste deel vertoont onder andere een hoorntriller en slechts daaraan viel het waar te nemen dat het concert na 1866 werd geconstrueerd.Ga naar voetnoot127 Het tweede deel kon ook van Svendsen zijn en Legende heten;Ga naar voetnoot128 het laatste deel had minder ongelukkig gereproduceerd moeten worden. De sluitingen in het bijzonder zijn abominabel, het eerste en laatste deel speciaal worden onmenselijk geguillotineerd. Juist aan zulke schijnbare kleinigheden herkent men de geboren niet-componist. Kosman liet zijn violistische kwaliteiten met het concert slechts vermoeden; in het Rondo capriccioso van de elegante Saint-Saëns liet hij ze bewonderen. Overigens leek hij ook toen hier en daar belemmerd, gehinderd te worden. Het zou fraaier geweest zijn, wanneer de twee tuttislagen in het verloop van het stukje beter gepast hadden. Accompagneren schijnt toch een heel bijzondere kunst te zijn. | |
[pagina 261]
| |
A propos van het programma. Ik schreef daar dat ik mij slechts twee werkjes van Debussy herinnerde waarin hij, ironisch, bekende motiefjes adopteerde. Ik heb er een paar vergeten. Hij chargeert in zijn Boîte à joujoux, ballet pour enfants, Mendelssohns huwelijksmars kostelijk en meesterlijk; in zijn Feux d'artifice de Marseillaise, in zijn Eerste etude, die we hier in Utrecht natuurlijk nog nooit hoorden (Schäfer, red ons!), ‘monsieur Czerny’. Ik herstel dit hier even, omdat ik wegens drukke bezigheden de redactie der Tivoli-gids heb moeten neerleggen. |
|