Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 250]
| |
Tivoli-concert
| |
[pagina 251]
| |
niezen. Ge wordt verkouden van dat eerste deel en ik moest denken hoe juist Hugo Wolfs gemopper toch was over die ‘frostige Novembernebel die sich oft über Brahms' Kompositionen lagern’.Ga naar voetnoot103 Het is jammer. Jammer van dat lieve, naïef-Duitse laatste deel, dat niemand meer fris, onbevangen kan horen, met een ziel zó murw gespeeld door de vorige vijftig minuten ongezonde muziek. Jammer van het spel van Elly Ney, die nog in Brahms gelooft, doch, én door het rokerig ondoorzichtige coloriet (dat woord deugt hier niet!) én door de affreuze vleugel, met haar goede en hartelijke geloof geenszins de bergen van ons ongeloof kon doen sidderen. Laat staan verzetten. Jammer was het ook voor haar solonummertjes na de pauze, die ze nu wel geconcentreerd, als bijna steeds, doch niet betoverend, als soms, speelde. Ach, en waarom vernieuwt Elly Ney zich nooit? Het is of virtuoze kunstenmakerij (Liszt, verleden jaar), of goedmoedige Duitse romantiek, of romantisch-Duits opgevat classicisme. Een kunstenaar van deze tijd - en welke kunstenares wil gaarne bij een vorige generatie gerekend worden? - moet toch een hart hebben dat openstaat voor de ontdekkingen der moderne Groten, moet toch oren hebben die meer horen dan tonale functies, tonica's en dominanten, moet toch een ziel hebben, dieper dan zich uitspreken laat met Kinderszenen van Schumann of Polonaises van Chopin. Ik meen ook dat wij van een groot kunstenaar mogen verwachten dat hij of zij de dronkenschap der vreugde over de nieuwe perspectieven manifesteert - op zijn minst in belangstelling voor het nieuwe. Maar de virtuozen zijn altijd à rebours geweest en ik wenste wel dat Elly Ney mij het recht schonk haar anders te beschouwen dan als virtuoze. Het orkest speelde goed, woensdagavond, in de ‘Akademische’ van Brahms bepaald heel goed. De heer Van Gilse dirigeert dit werk in een veel vlotter tempo dan vroeger, en Brahms en wij kunnen ons daar slechts over verheugen. Het accompagnement van het Tweede concert deugde veel minder. Het tempo van het laatste deel stemde niet steeds overeen met mevrouw Neys intenties en in het tweede deel vielen te veel grofheden voor. |
|