Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdTivoli-concert
| |
[pagina 236]
| |
dit slechts aan relatief zeldzame technische onvolkomenheden toe te schrijven - het zit elders. De heer Van Gilse projecteert een in vele opzichten respectabele Mozart, doch deze Mozart is vooral de wegbereider voor een Beethoven (men completere: -Brahms-Wagner-Strauss-uit). Wat geheel in de lijn ligt der Duitse opinies over de klassieke drievuldigheid Haydn-Mozart-Beethoven. Wij wagen het echter Mozart wat zelfstandiger te zien en dan wensen wij zijn muzieken wat achttiende-eeuwser en wat wereldser te horen. Het is alsof de Duitsers, zelfs de ‘modernen’, er zich een beetje voor geneerden dat hun ‘Licht-und-Liebes-Genius’ (de fraaie kwalificatie is natuurlijk van Wagner) zijn genoegen vond in zeer on-Duitse, Italiaanse gedachtegangen. Ik zou dit kunnen bewijzen met Richard Strauss' opvatting van de C-majeur-, de zogenaamde Jupiter-symfonie. Wanneer ge Strauss, die een fameus dirigent is, Mozart hoort spelen, dan zegt ge: ‘net Rosenkavalier!’. En uw buurdame fluistert terug (als ze muzikaal is): ‘net de Domestica!’ Maar horen we Rosenkavalier of Domestica - nooit zullen wij aan Mozart herinnerd worden. De Duitse muziekhistorie heeft Mozart een marmeren zetel in haar Walhalla aangewezen en nu moet hij het in 's hemelsnaam niet wagen om van zijn ereplaats af te dalen en al te democratisch tot het muzikale proletariaat van heden te knipogen. Wanneer ge een Duitser vertelt dat niemand, zeker en vooral Mendelssohn niet, Mozarts geest zuiverder heeft begrepen dan de Fransman Saint-Saëns, hij zou u niet eens uitlachen, maar een pak slaag offreren. Doch het is zo. Mozart heeft veel minder met het Germaanse muziekleven te maken dan met het Gallische, Italiaanse. Een menuetto van Mozart, gelijk het gisteravond gespeelde, anticipeert geen Bruckneriaanse Ländler en nog minder een Tanz der LehrbubenGa naar voetnoot81 of Zarathustra's Tanzlied.Ga naar voetnoot82 De hovelingen van le roi soleil konden op deze schalmeiende wiegingen hun hoofse danspassen getript hebben - niet Beethovens Landleute, niet Wagners Lehrbuben, niet Klingsors Zaubermädchen. Maar ge kunt u Mozart ook anders denken. En gezien vanuit dat andere, strategische punt, is Van Gilses Mozart-reproductie zeer overwogen, zeer welklinkend en zeer degelijk. Het orkestspel vertoonde weinig vlekken; alleen wenste ik dat de tweede hoorn beter gestemd had, dat de eerste violen de forteakkoorden in het tweede deel minder rauw hadden laten klinken en dat de Finale wat minder rommelig was uitgevallen. |
|