Tivoli-concert
20 november 1919 (UD)
U.S.O. o.l.v. Jan van Gilse
Wagner: Ouverture Der fliegende Holländer
Lalo: Violoncelconcert (solist: Eduard Ferree)
Brahms: Tweede symfonie
Eduard FerreeGa naar voetnoot49 speelde het zelden gehoorde Violoncelloconcert van Édouard Lalo en hij speelde het eerste en tweede deel bewonderenswaardig, het laatste deel zeer voldoende. Het is geen heel sterk en stellig geen zeer persoonlijk werk, dat concert. Wat men aan Lalo heeft, weet men nooit zeker. Het is bekend, en ge kunt het terdege horen, dat Lalo de operamuziek frequenteerde (Le roi d'Ys); het is evenzeer merkbaar dat de componist de techniek der strijkinstrumenten hanteert als een meester. Doch alle ternauwernoodheden, alle denkaanwensels wekken verwondering naast de vele briljante invallen (welke invallen wij meer te genieten krijgen in zijn als Symphonie espagnole bekende Tweede vioolconcert dan in dit violoncellostuk). Het onaffe in zijn componeerbewustzijn wordt misschien verklaard door het feit dat Lalo eerst heel laat, op zijn tweeënveertigste jaar begon te componeren. Vóór het jaar 1872, zijn negenenveertigste levensjaar, had nog geen sterveling een noot van hem gehoord! Iemand van die leeftijd corrigeert zijn onvolkomenheden zo gemakkelijk niet meer en komt er zeker niet licht toe om de heiligen ener solide traditie te gaan beeldstormen!
Het Concert voor violoncel lijdt onder een bijna onafgebroken recitatief; in I wordt elke violoncellijn die juist een cantilene beloofde te worden, hardhandig afgebroken door massale tuttislagen.
De redekunst is niet van het gewoonste allooi, doch de interrupties zijn te veelvuldig - ook staan er mij rijkelijk veel kwartsextakkoorden in de partituur.
Het Intermezzo is wel het fraaiste deel. Ferree speelde dit ook het gelukkigste. Het laatste deel zingt weliswaar enthousiaster dan de rest, doch de inzinkingen zijn ook dieper. Het einde, bijvoorbeeld, wil mij nooit helemaal bevredigen, evenmin als het samenkoppelen der pizzicato-strijkersakkoorden met zachte paukslagen. Dit is juist weer een theatereffect, dat men liever zou missen.
Doch het is goed dat wij het werk weer eens gehoord hebben. Het behoort niet te verschimmelen in de bibliotheken en Ferree verdient onze dank voor de herschepping. Ik kan hem zonder enig voorbehoud gelukwensen met het grote succes dat hij gisteravond behaald heeft. Het was verdiend.
Het orkestspel heeft mij ook in veel opzichten genot geschonken. De reproductie van het Vliegende Hollander-voorspel was zeer goed. De heer Van Gilse, ik heb dit meer gezegd, speelt Wagner zó, dat men er niets tegenin kan brengen. Hij speelt hem overtuigd en overtuigend.