Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 219]
| |
Verwacht geen grondige bespreking van Bruchs Lied von der Glocke, Tivoli-bezoeker! Verwacht zelfs geen gedetailleerde kritiek over de solisten, over het koor. Onder het ‘Vivos voco, mortuos plango’ van Van der BlijsGa naar voetnoot43 getrouwen - de uitspraak, waarde directeur, de uitspraak! Laat men toch de o niet zo dik en grof in de ruimte plamuren! Er moet veel groter verschil zijn tussen de o's van ‘voco’ en die van ‘vivos’! - onder het motto van het Klokkenlied trokken reeds al mijn verlangens naar de tovertuin, die de Bohemers deden opbloeien.Ga naar voetnoot44 Ik heb nog kunnen opmerken: dat Van Oort zijn partij, gelijk te verwachten was, met het vereiste nobele accent, met zijn altijd artistieke panache, met zijn immer verkwikkende geluid zong. En ik zou nog moeten aanmerken: dat het koor wat traag attaqueerde, vooral de vrouwenstemmen. Het mannenkoor is niet alleen slagvaardiger, het timbre is ook beter. De overige solisten, het orkest, (misschien) het werk hoop ik binnenkort nog wel eens te bespreken te krijgen. Om met Timmermans' Pallieter te spreken: ‘Toet e neuste keer!’ |
|