Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdTivoli-concert
| |
[pagina 123]
| |
taalbaar; wij associëren het met allerlei begrippen: bier, duels, ‘ere’zaken, verliefde maneschijnwandelingen met de blondharige, blauwogige dochter van de professor of van de huisjuffrouw! Doch, voor de Duitse kunstenaars van voor vijftig jaren schijnt ‘de student’ maar al te vaak inspiratieve bron te zijn geweest (al weer een tred op het glibberige pad!!).Ga naar voetnoot180 E.T.A. Hoffmann, de Kapellmeister Kreisler, heeft bij zijn dramatis personae tien tegen een ten minste één student! En hij is niet de enige! Doch van alle kunstenaren is er misschien niet één dieper doorgedrongen in de psyche van zijn model dan juist Brahms. Brahms is met zijn studenten verliefd, baldadig, aanstellerig, beminnelijk naïef, uitgelaten of onhebbelijk. Tot aan de apotheose heeft de componist u de ‘urfidele’ Duitse student ten voeten uit getekend. En ook hierom vind ik het altijd jammer dat Brahms dit originele, vaak verrassend heldere schilderij in een zó zwaar verkoperde lijst de wereld heeft ingezonden. Ook muzikaal is dit pompeuze Gaudeamus igiturGa naar voetnoot181 een inzinking, doch dit bezwaar even terzijde stellende: hoe jammer - nietwaar? - dat die Burschen, die we juist bijna aardig begonnen te vinden, ten slotte zó ‘kosmisch’ voor de dag komen met een... studentenlied. Muzikaal durf ik het een verwerpelijke en goedkope speculatie op het enthousiasme der menigte noemen. Immers het overbekende Gaudeamus door het hele orkest, met trompetten en bazuinen, pauken en ‘Turkse trom'... daarvoor wil de doorsnee-'men’ wel een kwartier lang gegoochel en gehakketeer met melodiebrokstukjes aanhoren. Eind goed, al goed! Laat mij, om misverstand te voorkomen, hier onmiddellijk bijvoegen dat ik ervan overtuigd ben dat wij, het Hollandse publiek, niet aldus tegenover het werk staan. Voor ons is de ouverture, het hoofddeel, ook inderdaad het voornaamste, en over het algemeen neemt men hier het slot voor wat het waard is. (Een analoog geval de Jubel-ouverture van Weber.) Zou er niet eens een dirigent worden gevonden die de (bovenmenselijke) moed heeft om het Gaudeamus radicaalweg te couperen? In Duitsland zou dit waarschijnlijk voor een vandalisme worden uitgekreten, doch dit is geen reden om het hier niet eens te proberen! De proef kan genomen worden - men plakt achter Webers Jubel-ouverture wel het Wien Neêrlandchs bloed of het Wilhelmus, ik weet dit zo juist niet, uit patriottische overwegingen. Geleid door artistieke overwegingen zou men nu deze retouche ook kunnen en mogen ondernemen, dunkt mij. Om op het concert van gisteravond te komen: de uitvoering van de (complete) ouverture was werkelijk zeer goed. Ik geloof, het beste van het hele programma: stellig beter dan die van Brahms' Derde symfonie of van Tod und Verklärung. Dit laatste werk is de heer Van Gilse successievelijk sterker gaan spelen, zodat het U.S.O. (in de Verklärungs-climax) nu, geloof ik, zijn maximum van geluidsexpansie wel bereikt heeft. Het vijfdubbele fortissimo daar was bepaald ongehoord, doch... ruw. Ik weet niet of men er goed aan doet Strauss' buitensporige accenten dusdanig aan te zetten. De meester zelf schijnt langzamerhand tot het inzicht gekomen te zijn dat de | |
[pagina 124]
| |
maximum expressie zeer wel verenigbaar is met een relatief bescheiden sterktegraad; Strauss laat zijn muzieken tegenwoordig veel meer als terloops spelen dan iemand verwachten zou. En zeer stellig modester en minder attaquerend dan de heer Van Gilse hem opvat. (De componisten schijnen dit vaker te doen: van Brahms is het bekend dat hij zijn werken bescheiden uitgevoerd wilde hebben en de contrapunten niet bijzonder aanzette - Reger speelde en dirigeerde het eigen werk sober en helder - Debussy's pianospel schijnt zelfs zó innig-verdiept en verstild geweest te zijn, dat het in een grote zaal bepaald niet meer tot zijn recht kwam!) Ik wil maar zeggen dat deze Verklärung mij wat bar leek - het eerste, mooiste deel van het werk werd heel fraai uitgevoerd. Dat fortissimo in die Verklärung, ik wil er maar niet aan! Dat iemand zich verbeelden durft dat een fortissimo, al was het tienduizendmaal sterker dan dat van gisteravond, een ‘Himmelsraum’ zou kunnen vullen, blijf ik een kinderachtige verblindheid vinden. De bijbelse kroniekschrijvers hebben dit juister gezien. Toen God zich aan de profeet Elia vertoonde, was dit niet in een vuur, een aardbeving of in donderslagen, doch in een zachte, kalme bries.Ga naar voetnoot182 En Strauss is met zijn tiendubbele fortissimo-Verklärung, Mahler met zijn duizendstemmige Achtste symfonie verder van de Wereldgeest verwijderd dan met een eenvoudig, eenstemmig liedje! Iemand heeft eens geestig gezegd dat het op zijn minst genomen eigenaardig is dat Strauss en Mahler des te meer stoffelijke middelen gebruiken, naarmate zij het stoffelijke wensen te ontstijgen. ‘Er bestaan in de kunst geen luidruchtiger hemelen en hiernamaalsen dan de hunne!’Ga naar voetnoot183 Te vermelden valt voorts nog een reproductie van Saint-Saëns' Suite algérienne. Geacheveerder dan onlangs; de Marche militaire française was voor mijn gevoel wel zeer snel! Overigens manifesteren de Franse en de Duitse militaire geest (ik denk aan Strauss' Militärmärsche) zich niet zo heel verscheiden! |
|