Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdLiederavond Corrie Bik
| |
[pagina 119]
| |
En alle overwegingen terzijde stellende, rijst de vraag: waarom dit ontijdige optreden, dat niet meer of minder betekent dan een te hoog grijpen? Dit eigen concert was overbodig, omdat zij ons geestelijk niets nieuws, zelfs niets persoonlijks had te openbaren, omdat haar techniek ons niet verraste, zelfs niet bevredigde! Stemmateriaal is aanwezig: sommige losse tonen klonken werkelijk prachtig (de diepste tonen vielen mij ditmaal niet mee, die waren vroeger mooier). Enkele langere frasen beheerste zij met een benijdenswaardige ademtechniek. Doch aan de andere kant deed ze met sommige vocalen de allervreemdste dingen (stomme e's klonken als o, haar Franse en Italiaanse uitspraak was vaak vrijwel onverstaanbaar), ‘dramatiseren’ van een enkel woord doet zij bij voorkeur door het laten ontploffen van de consonanten k, t of s. (Brahms' Immer leiser werd daar volstrekt ongenietbaar door!) Ik vrees dat de grondoorzaak van haar tekortkomingen in een gebrek aan muzikaliteit te zoeken is. Iemand die de oude Italianen voordraagt als veristische-opera-fragmenten (Chi vuol la zingarellaGa naar voetnoot173 naderde angstig dicht het cabaretgenre!), die Brahms' resignaties omzet in melodramatische gevoelerigheden, moet men welhaast de echte ‘innerlijke muzikaliteit ontzeggen’.Ga naar voetnoot174 Dat zij speciaal deze Brahmsen zong, zou ik overigens het liefst als een vergissing kwalificeren. Dit was heel slecht! O wüsst ich doch den Weg zurück was effectueus, onecht. Immer leiser was ook vals gevoelerig. Bovendien waren alle drie de Brahms-liederen plusminus de helft te langzaam, zodat de geestelijke impotentie zich bepaald hinderlijk manifesteerde. Wanneer men Brahms niet uit een innerlijke overtuiging kan weergeven, doet men beter hem ongezongen te laten! Doch zou Corrie Bik, behalve onvoldoende muzikaal ook te weinig sensitief zijn? Dan is het geval hopeloos. Deze fataalste aller mogelijkheden dringt zich aan mij op, omdat ik de hele avond van een instinctief aanvoelen van de stemming der liederen niets gemerkt heb. Er was zelfs bij de meest verschillende uitingen geen spoor van atmosfeer. Alles klonk (degelijk!) bestudeerd, maar zonder de minste overgave. Doch misschien vergis ik mij, wat ik zeer hoop, en was de zangeres, hoe kalm en hoe quasi-geroutineerd zij ook optrad, innerlijk niet in evenwicht, misschien is zij veel muzikaler, artistieker en fijngevoeliger dan zij gisteravond getoond heeft. In dit geval moet ik dan constateren dat Corrie Bik, om van een jongedame met veel stem kunstenares te worden, nog een lange, moeilijke weg heeft af te leggen. Zó moelijk en zó lang, dat ik er bijna aan twijfel of zij wel in staat zal blijken die weg tot het einde te bewandelen! Voelt ze zich sterk genoeg om tot een Levensaanschouwing te komen die haar alle vertrouwen in zichzelf en in alles om zich heen beneemt, die haar weerloos, dat wil zeggen met geen andere steun dan haar eigen geestelijke inhoud tegenover het wereldgebeuren stelt - wanneer ze in één woord de moed heeft om naar een levensaanschouwing te zoeken (en die te vinden), zie, dan kan het gebeuren dat Corrie Bik ons binnen enige jaren met iets singuliers verrast. Het materiaal om dit singuliere te reproduceren heeft ze! | |
[pagina 120]
| |
Ik zal haar voordrachten van gisteravond niet gedetailleerd gaan bespreken. Zij zong voor het grootste deel bekende liederen en over het hoe zal ik nu niet meer uitweiden. Hans Franco Mendes accompagneerde haar deel accuraat en speelde als solist een Ballade van Brahms. Het spel van Franco Mendes is altijd interessanter om te zien dan om te horen. Brahms vond ik bepaald niet erg gelukkig. Deze pianist speelt alles in het tempo rubato, dat na tien maten al onuitstaanbaar wordt, en voor Brahms' ‘verwegen’-heden past dit, dunkt mij, allerminst. Franco Mendes versobere het uiterlijke en verrijke het innerlijke van zijn spel! Corrie Bik, die als oud-Utrechtenare haar eerste liederenavond (of vergis ik mij?) hier gaf, had, dunkt mij, wel een onzer Utrechtse pianisten tot partner kunnen kiezen. Georges Enderlé, Jan Wagenaar, Barend Renden, zij overtreffen Franco Mendes in alle opzichten stellig! |
|