U.S.O. onder Frederic Lamond
14 maart 1918 (UD)
Beethoven: Ouverture Coriolan
Mozart: Eine kleine Nachtmusik, KV 525
Berlioz: Ouverture Le carnaval romain
Tsjaikovski: Vijfde symfonie
In Tivoli dirigeerde Frederic Lamond een repertoireprogramma... ja, waarom dirigeert Frederic Lamond eigenlijk?Ga naar voetnoot135 Van wat men pleegt te noemen ‘leiderstalent’ bezit deze musicus geen spoor en men maakte gisteravond de niet alledaagse gebeurtenis mee dat men de fenomenale pianist Lamond, van wiens muzikale geheugen wij allen ons de verbluffendste bewijzen herinneren, wiens bijna compositorisch uitbeeldingsvermogen alle beschrijving te boven gaat, die als solist een tempo desnoods bladzijden lang kan vasthouden - dat wij deze musicus bij de gratie gods met de neus in de betrekkelijk eenvoudige partituur van Tsjaikovski's Vijfde zagen staan, blaadjes omslaande en dirigerende, terwijl het orkest, dat dit werk dromen kan, zijn eigen gang ging, zodat alles natuurlijk op zijn pootjes terechtkwam.
Het is een eigenaardig verschijnsel dat waarlijk grote persoonlijkheden als Lamond zich met het instrument dat zij bespelen op den duur niet bevredigd schijnen te gevoelen. Ik denk in dit verband aan Liszt, misschien ook aan Busoni, die op hun gebied vrijwel het allerhoogste bereikten en zich dan niet meer voldaan gevoelden, gingen componeren (Liszt, Percy Grainger) en daarin niet boven het middelmatige uitkwamen. Lamond gaat dirigeren en hij mist alle routine (dit is natuurlijk in een minimum van tijd te verhelpen), doch hij maakt tevens de indruk van alle fascinerende specifieke dirigentenkwaliteiten volkomen te missen. Een Richard Strauss, een Mengelberg domineren hun orkest, zij dirigeren het en het is hen een willig instrument. Doch een Lamond wordt door het orkest gedirigeerd, de meesterpianist voelt zich als een kat in een vreemd pakhuis (men vergeve mij deze Charivarius-zin!)Ga naar voetnoot136 en men krijgt de indruk dat het zonder zijn bewegingen enzovoort veel beter zou gaan. Inderdaad houdt deze uiterst metrische en ritmische pianist al dirigerende geen enkel tempo vast; van verrassende of zelfs maar van doelmatige dynamische schakeringen geen spoor. (De hele Vijfde werd te sterk gespeeld!) Het orkest speelde ouderwets