Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdTivoli - Abonnementsconcert
| |
[pagina 63]
| |
zeggen dat zij mij, voor zover ik haar hoorde, juist zo uitgevoerd leek als vier weken geleden. Te releveren blijven dus Ravels Ma mère l'oye en Les préludes van Liszt. Ik had graag over Ravels wonderlijk subtiele toversprookje een uitgebreide beschouwing geschreven, maar ik zie aankomen dat dit weer minstens de omvang van een hoofdartikel zou krijgen. Misschien schrijf ik over het hier ter stede uitgevoerde nieuw-Franse werk (Ravel: Daphnis et Chloë, Suite enfantineGa naar voetnoot97 en Debussy: Nuages et Fêtes)Ga naar voetnoot98 in de loop van het seizoen nog wel een of ander feuilleton, wanneer er tenminste plaats voor is. Over de uitvoering van gisteravond: beter dan in het begin van het concert-jaar, maar nog lang niet volmaakt, kan ik ook kort zijn. Het U.S.O. voelt al Ravels clair-obscurs nog niet steeds - slaagt er tenminste nog niet in de allerfijnste vertakkingen dezer emoties naar buiten te brengen: men speelt het volkomen romantisch. Het klinkt ook nog te veel alsof alle instrumenten solospelen. Het wezenlijke één-persoonlijke ensemble werd slechts één moment bereikt: in Laideronnette, impératrice des pagodes. Maar in Le jardin féerique bijvoorbeeld hoorde men wel vele afzonderlijke schoonheden: strijkersmelodieën, blazersharmonieën (dikwijls slagwerkfiguren niet! Het is een merkwaardig verschijnsel dat de daarvoor aangewezen musicus er nooit in slaagt een hoorbare bekkentriller te produceren!), doch niet het bewogen vibrato van één veelledig geheel. Ik verheel mijzelf de moeilijkheden van een dusdanig ensemble geenszins. De schrijfwijze van Ravel is bijna volkomen gelijk aan de subtiele orkestratie van Mozart - en dirigenten van naam noemen juist dit zonder voorbehoud het moeilijkste, meest pretentieuze orkestwerk om te reproduceren. Een nadere beschouwing was ik eigenlijk verschuldigd aan Les préludes van Liszt, vooral na de vriendelijkheden die ik genoodzaakt was aan zijn nagedachtenis te wijden na auditie van enige zijner pianowerken die Joseph Pembaur indertijd speelde.Ga naar voetnoot99 Maar er zal deze winter nog wel gelegenheid voor zijn: wij zullen Les préludes, ontegenzeggelijk Liszts schoonste werk, zeker nog één- of tweemaal horen! De uitvoering was ook ditmaal bijzonder gelukkig; én de heer Van Gilse én het orkest spelen het stuk klaarblijkelijk graag en goed. |
|