Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdStefi Geyer-Joseph Pembaur - Matinee
| |
[pagina 34]
| |
Aldus was het samenspel van Stefi Geyer en Joseph Pembaur. Wat nu hun solospel betreft: dit voldeed veel meer. Pembaur is een veel groter accompagnateur dan menigeen na de conflicten in Beethoven vermoed zou hebben. Zijn begeleidingen van Mozarts Menuet en van de Wiener Tänze gaven eigenlijk de meeste vreugde. Waren Stefi Geyers prestaties dit accompagnement eigenlijk wel waard? Haar Mozart-reproductie leek mij meer berekend op salon- dan op concertgebruik; haar Liebesleid und Liebesfreud...Ga naar voetnoot54 Och, waarom er te veel van te zeggen? Mevrouw Stefi Geyer speelt zonder twijfel buitengewoon fraai viool en is zeer zeker in staat om haar publiek een avond of een middag lang te boeien. Maar ze zou verstandiger doen, geloof ik, om voor haar volgende tournee een andere partner - geen Pembaur! - te zoeken, één die niet zo'n persoonlijkheid tegenover de hare te stellen heeft. Want er is iets irritants in om een frasetje, een melodie die ze heel mooi gespeeld heeft, door Pembaur te horen herhalen, zoveel mooier, zoveel overtuigender, zoveel genialer, dat het bijna onbeleefd is. Pembaur, alleen, speelde Liszt. Men weet hoe hij dit speelt, men kan het slechts stupide bewonderen. Het werk, ik probeer steeds weer om ervan te genieten, om het tenminste te appreciëren - altijd tevergeefs! Zo ook gistermiddag: ik heb mij tot luisteren gezet met het heilige voornemen om mij vrij te houden van alle associaties, van alle vergelijkingen, ik heb me zelfs voorgesteld dat het Liszt zelf was die daar speelde (Pembaur maakt het ons nogal gemakkelijk om dit te denken!), ik heb alles uitgeschakeld wat er na Liszt gecomponeerd is, zodat het geheel nieuw voor mij was... Maar na tien maten voelde ik al dat het niet lukken zou, na honderd maten verveelde ik mij reeds dodelijk, in de loop van het tweede stuk zat ik mij met klimmende verbazing af te vragen waarom men dat nu eigenlijk slikt en onder het daverende applaus, toen alles gelukkig afgelopen was - een applaus dat Pembaur nog tot een toegiftje dwong - zat ik stupéfait. Maar wordt men dan nooit wijzer? Voelt men dan niet het totale gemis aan geestelijke inhoud van deze muziek? Voelt men dan niet het totale gemis aan artistiek inzicht, aan compositorisch talent waarmee deze potpourri op zigeunerwijzen is samengeflanst? Dat men zoiets nu toejuicht, nú, in de tijd der gesublimeerde emoties van een Debussy, een Ravel, in de tijd van Mahlers metafysische symfonieën!! Maar dit is amusementsmuziek, erger, het is tafelmuziek! In één zoete, prikkelende wals van Johann Strauss zit meer muziek dan in Liszts complete piano-inventaris! Ik ben er bijna zeker van dat men er schande van zou spreken als één dirigent de moed had om Strauss' Geschichten aus dem Wiener Wald op één programma te plaatsen met de Derde symfonie van Beethoven. Een rapsodie van Liszt, op één programma met een van Beethovens vioolsonates juicht men toe, zou men - althans dat deel van het publiek dat gistermiddag de ‘claque’ vormde - willen laten bisseren? Wanneer komt er eens een pianist met dezelfde fenomenale kwaliteiten als deze geweldigen, als Pembaur, Lamond e tutti quanti, die ons de pianomuziek van onze tijd voorspeelt? Tot nog toe laten de grootsten het kalm aan de minder groten over! |
|