Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
‘Van Bach tot Mahler’
| |
[pagina 32]
| |
en violoncellen, het uitstekende geluid der blazers, het droge ritme der slaginstrumenten nodig heeft, dan zie ik niet in waarom men het volmaakte instrument, het orkest, niet zou gebruiken. Werken als bijvoorbeeld deze CaptiveGa naar voetnoot52 moeten, dunkt mij, zelfs de verklaardste tegenstander van het genre bekeren. Wat nu de uitvoering van gisteravond betreft: Willy Hommes lijkt mij vooralsnog voor de reproductie van dit zéér-moeilijke geen persoonlijkheid genoeg. Wat zij hiervoor in de eerste plaats mist, is fantasie. Ze zingt dit soms dreigende, soms liefkozende droomstuk, dit smachtende en toch zalig-berustende met vrijwel dezelfde expressie als de theatrale klacht der verlaten huismoeder uit Bruchs Odysseus. Ze weet nog geen atmosfeer te scheppen - rode of blauwe accenten zijn haar nog volkomen vreemd;Ga naar voetnoot53 de warmte, de dronken makende warmte in Berlioz' zuidelijke droom, bleef iets volkomen illusoirs - het was een degelijke, maar nuchtere, koude, Hollandse reproductie. Dit begint veel op een slechte kritiek te lijken - toch bedoel ik die niet. Willy Hommes hééft al deze tekortkomingen, zeer zeker. Maar zij kan alles overwinnen, als ze zich - en dit is de grootste opgave! - bewust wordt wat haar precies ontbreekt. Ook zangtechnisch heeft ze nog wel iets te leren (ze intoneert lang niet altijd onfeilbaar, weet zich nog niet over een forte spelend orkest te doen horen, staat nog voor de moeilijkheid hoe een loslopend frasetje zonder harmonische steun te zingen), maar dit alles overwint ze zonder twijfel met haar mooie stem en aangeboren muzikaliteit binnen heel korte tijd. Hetgeen ze leren moet, krijgt ze niet door muziekstudie, zoals ze die nu maakt, dat moet ze in zichzelf ontdekken. Ik ken zangeressen die minder goed zingen dan Willy Hommes en die toch een stemming beter weten weer te geven. Omdat zij over hun bedoeling geen twijfel meer koesteren, omdat ze zich in de geest van het te reproduceren werk ingeleefd hebben. Willy Hommes twijfelt, geloof ik, niet aan haar bedoeling, omdat ze nog niet precies weet wat ze bedoelt. Zij heeft het materiaal en waarschijnlijk ook de dispositie om een groot artieste te worden. Hoe ze nu van zangeres kunstenares wordt - die weg moet ze zelf vinden. Wanneer ze haar innerlijke tekortkomingen voelt, heeft ze de eerste stap op die weg gedaan. In afwachting daarvan zal men goed doen deze zangeres in het oog te houden. De plaats ontbreekt mij om over de overige orkestwerken nog veel te zeggen. Wat ik overigens wel graag deed. De Akademische Festouvertüre speelde de heer Van Gilse buitengewoon mooi. Hij voelt dit werk opvallend scherp aan en zijn reproductie was een liefdevol nagaan van 's componisten intenties. De Ouverture Der fliegende Holländer behoort tot dat deel van Wagners oeuvre, waarvan ik het meeste houd. Er staan schitterende brokken in (het begin bijvoorbeeld) naast veel nog onpersoonlijks (Italiaanse-operareminiscensen) en naast theatrale, voze exaltaties. Als geheel blijft dit symfonische stuk mij altijd zeer lief. | |
[pagina 33]
| |
Schumanns Genoveva-ouverture behoort tot zijn mooiste orkestwerk en is ook het beste geïnstrumenteerd (deze appreciatie is helaas maar relatief!) van alles wat ik van hem ken. Het concert eindigde met Les préludes van Liszt, waaraan ik spoedig eens een nadere bespreking hoop te kunnen wijden. De heer Van Gilse dirigeerde dit effectrijke stuk met veel entrain. |
|