Het papieren gevaar. Verzamelde geschriften (1917-1947) (3 delen)
(2011)–Willem Pijper– Auteursrechtelijk beschermdBeethoven-avond - Frederic LamondGa naar voetnoot6
| |
[pagina 5]
| |
Mondscheinsonate). Het is opmerkenswaard dat die Beethoven-accenten Lamond het beste lukken die ik de c-Moll-accenten zou willen noemen, dat wil zeggen de tragische en vooral ook de norse, ‘verwegene’ stemmingen. Ook zaterdagavond scheen mij dit weer zo toe. Beethovens lyriek kan ik Lamond nog niet steeds navoelen. Het eerste deel der Mondscheinsonate klonk wel erg weinig zilverig, immaterieel en het Chopin- (Eerste nocturne-)achtige frasetje uit het Andante favori leek mij ook volmaakter bedoeld dan bereikt. Daarentegen was het slot van Les adieux volkomen overtuigend. Om tot de kleinere stukken te komen: het Andante (favori) is werkelijk een juweeltje. Het heeft de bekoorlijke doorlopende-variatievorm die ik meen door Haydn het eerst is gebruikt, waarnaar Beethoven zijn geniaalste Adagio's heeft geboetseerd (Vijfde symfonie!) en die, na een tijdlang zo goed als in onbruik te zijn geweest, in de laatste tijd door Mahler als voorbeeld is genomen voor de verrukkelijke langzame delen der Derde en Vierde symfonie. Bij het Rondo a capriccio, door Lamond met verbluffende virtuositeit gespeeld, vermeldde het programma opus 28. Het is belangwekkend om eens na te gaan op welke, schijnbaar zeer afdoende wijze Von Bülow tracht te bewijzen dat dit (postume) werk van Beethoven niet uit zijn jongere tijd, doch uit een veel latere tijd dateert. Bülow zet boven zijn uitgave van het Rondo opus 129, en inderdaad: het werk klinkt sterk laat-Beethovens. Bewijzen brengt Hans von Bülow voor zijn opinie genoeg bij elkaar - hij gebruikt vooral enkele harmonische fijnheden als argument - doch één factor en wel een zeer sterke, noemt hij niet: de structuur. Het werkje is zo persoonlijk geconstrueerd, dat er van een jong opus wel geen sprake kan zijn. Die Wut über den verlorenen Groschen, ausgetobt in einer CapriceGa naar voetnoot10 is wel een van Beethovens meest karakteristieke kleinere composities. Het concert, dat als alle pianorecitals zowel voor de concertgever als voor de aandachtige hoorder uiterst vermoeiend was, begon met de 32 Variationen in c-Moll (niet Variationen opus 32, zoals het programma vermeldde), door de pianist in grote stijl voorgedragen. Frederic Lamond is wel een der grootste persoonlijkheden onder de pianogeweldigen! |
|