Gedichten(1882)–Allard Pierson– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 122] [p. 122] Aan den avond van het Spinozafeest. Machtige Eenheid aller dingen! Orde in 't groot heelal! Geen, die door zich u te ontwringen 't Doelwit vinden zal. Niets bestaat of 't volgt uw wenken; Niets bestaat of 't blijkt een deel Van een grootsch geheel, Dat de geest niet in kan denken, Of hij vloeit, ontlast van 't stof, Weg in lof. [pagina 123] [p. 123] Ceders, die ten hemel dringen, Lelies, kroon van 't dal, Verstgelegen starrenkringen, Stelsels van kristal, Rotsen, die het luchtruim schragen Met hun pijlers van graniet, Weefsels van het riet, Vrucht, in aardrijks schoot gedragen: Alles in uw kunst'naarswerk Toont uw merk. Waar Natuur uw wetten volgen, Blind'lings volgen moet, Lieflijk beurt'lings of verbolgen, Nooit haar doel vermoedt: Kan de geest uzelve aanschouwen, U met fijn en juist gevoel, Kiezen tot zijn doel; Leven in het blij vertrouwen, Dat hij, waar hij werkt of denkt, Eenheid brengt. Vorige Volgende