Gedichten
(1882)–Allard Pierson– Auteursrechtvrij
[pagina 108]
| |
[pagina 109]
| |
Wien niet de aard voldoet,
Hij moet dichten, hij moet zingen,
Om der zielen edelst goed
Aan een duist're macht te ontwringen,
Die, ontwapend, vliedt
Voor 't lied!
't Lied omzweeft de paân,
Waar der jonkheid bloemen geuren.
't Lied geeft moed om pal te staan;
Dooft den twijfel; stelpt het treuren;
Doet ons samengaan:
Heft aan!
|
|