Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5
(1736)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijElfde Hoofdstuk.
| |
[pagina 223]
| |
Paaschtyd, en eenige andere feesten der Christenen .... namelyk Kersdag, J.C. Besnydenisse, en Driekoningen ... Zy noemen den Nieuwjaardag Istrenes, welk woord ongetwyfelt by verbastering afkoomt van Etrenes.... Zy hebben ook eerbied voor St. Barbara ... Hunne vergaderingen worden zeer geheim gehouden; zy spreken Gebeden uit over het brood en den wyn, 't welk men aan de gantsche vergadering uitdeelt. Zy weten van vasten noch van eenige onthoudinge, uitgenomen dat zy nooit van het wyfjen van eenig dier eeten ... Men merkt aan, dat zy by St. Mattheus en by St. Simon zweren, schoon zy die Apostelen niet kennen ...... Men ziet by hen .... eene Kerk ... de onze gelyk... Ga naar margenoot+ Die byna onbekende Natie, hoewel in het hart van Syrien wonende, schynt deelsGa naar voetnoot(a) Mahometaansch, deels oud Persisch, en deels Christensch te wezen. In navolginge van de Mahometanen eet zy geen verkensvleesch, met de PerzenGa naar voetnoot(b) bidt zy de Zonne aan, gelyk zommige zeggen; zyGa naar voetnoot(c) drinkt wyn en spot met de onthoudinge der Turken, even als de Christenen: en 't geen merkwaardig is, zyGa naar voetnoot(d) bidt voor den aanwas van het Christendom. Hunne taal is de Arabische ...’ Zy dragen Talismansche briefjes by zich tot bewaringe van gezondheit. Dit bygeloof hebben zy met de andere Oosterlingen gemeen. Ga naar margenoot+ Waarschynelyk is 'er geen onderscheit tusschen de Kelbins of Kelbiten, en de Nasseriërs; en uit spotterny en verachtinge heeft men hun mogelyk den naam van Kelbins, 't welk honden betekent, gegeven. Doch men vindt ook dat zyGa naar voetnoot(e) dien naam gekregen hebben uit hoofde van het eerbewys dat zy eenen zwarten hond aandoen. Staat ondertusschen aan te merken, dat 'er by de Ouden van zekere Calbiers (Calbii) bewooners van den Berg Libanon, gewaagt wordt. Dit vindt ik byGa naar margenoot+ Hide aangemerkt. De Amediërs, van welke in eenige andere Reisbeschryvingen gesproken wordt als van een soort van Barbaren zonder regeering en byna zonder Religie, de bosschen en holen van den Berg Libanon bewonende, hebben mede een gevoelen dat uit het Mahometaan- en Christendom is zaamgeflanst: en schoon zy zich liever voor Muzulmans dan voor Christenen uitgeven, zyn zy in 't algemeen gezwoorne vyanden van de Turken. Die Amediers, aan welke Hide den naam van Homeidiers geeft, zyn mogelyk een en 't zelve volk met de Nasseriërs: en de Drusen, waar van ik ga melden, twyfel ik of wel veel van die beide verschillen. Men gelooft dat dieGa naar voetnoot(f) Drusen, zegtGa naar margenoot+ ons de goede Vader Besson dien ik wegens de Nasseriers hebbe aangehaalt, voortkomstig zyn uit de stad Dreux, dat oud verblyf der Druiden: ook bevindt hy dat in hen nog veel van dien Franschen en oorlogzuchtigen aart, waar door onze Voorouders zo geducht by de Ongelovigen waren, overig is. Die ontkomene uit de Kruisvaarten versterkten zich in de gebergtens van den Libanon, ‘alwaar zy een langen tyd hunne vryheit en hunnen Godsdienst in stand hielden, tot dat een valsch Apostel hun eene nieuwe wet predikte, en hun een boek naliet, dat den tytel van Wysheit droeg, en Achmé genaamt werdt.’ Zie daar de eigene woorden van Vader Besson: die goede zendeling hadt misschien nooit geweten, dat de naam van Drusen byna eveneens byGa naar voetnoot(g) Herodoot gevonden wordt. De Mahometanen heeten dieGa naar margenoot+ Drusen van den Berg Libanon menigmaal Molhediten, een Arabisch woord dat Godlozen betekent, of volgens de uitlegginge van Herbelot, de zulke die het Muzulmansdom hebben verlaten om eene andere secte te omhelzen. Nogtans raakt die naam vanGa naar margenoot+ Molhediten (Molhedoun) in 't byzonder eene secte van Ismaëliten, welke zich eertyds zeer geducht gemaakt hadt in Azien, vooral in Persien, in Assyrien, en daar om heen, alwaar zy een langen tyd gebloeit heeft onder Vorsten, die onder den naam | |
[pagina 224]
| |
van Koningen der Moordenaren bekend waren. By onze oude Historieschryvers draagt zulk een Vorst der Moordenaren den naam van Gryzaart van 't Gebergte, tot welken mislag zy vervallen zyn, omdat zy niet wisten dat Gebal, 't welk een Berg of Gebergte betekent, de naam isGa naar voetnoot(a) welke de Arabieren aan een provintie van Persiën geven. De Ismaëlitische Moordenaars zyn ook Batheniers genaamt geweest. Men leest by Herbelot, dat Bathen de inwendige wetenschap der Mystiken, en hunne innerlyke Verlichting betekent. Dewyl nu de blinde gehoorzaamheit dier Moordenaren gegrond was op een soort van inwendige Verlichting of liever van Dweperye, voortkomende uit belofte van beloning met het Paradys en de eeuwige gelukzaligheit voor de geenen die de doot niet ontzagen, maar op 't eerste bevél van hunnen Souverain alom aan 't moorden sloegen; meen ik dat men ze uit dien hoofde Batheniers genaamt heeft, gelyk wy hedendaagsch aan verscheidene soorten van Dwepers den naam van Verlichteden geven. Ga naar margenoot+ Purchas, en eenige andere Schryvers malen die Drusen als een zeer slecht volk af. Zy leven in bloedschande. Op hunne plechtelyke Feestdagen vermengen zy zich met elkander zonder onderscheit, Vaders met hunne dochters, Broeders met hunne zusters. Zy geloven dat de Zielen van eerlyke luiden in de kinderen varen die dan geboren worden, maar dat de ziel van een ondeugend mensch in het lichaam van een hond overgaat. Doch 't geen ik nu van deGa naar margenoot+ zeden en den Godsdienst dier Drusen gaa verhalen, is wat minder hatelyk. Zy zyn niet gedoopt, schoon zy zich Christenen noemen: in tegendeel zyn veele onder hen besneden. Ondertusschen hebben zy eenige kennisse van J.C. en geloven zelfs de straffen en de beloningen van een ander leven. P. BessonGa naar voetnoot(b) brengt hun geloof tot deze zeven geboden 1. Christen te zyn met de Christenen, Joodsch met de Joden, Turksch met de Turken. 2.Ga naar voetnoot(c) Godt niet te bidden, omdat hy weet wat wy nodig hebben. 3. de vier Evangelisten te eeren, en hunne Evangelien te lezen. Echter hebben zy noch plechtigheden, noch Godsdienstige byeenkomsten. De twee Kerken of Mosquéén, die men ten tyde van Vader Besson by hen zag, dienden tot geenerlei oefening van Godsdienst. 4. Eere te bewyzen aan onzen Heere en aan de Heilige Maagd; ook de Wet van Mahomet in acht te nemen. 5. te biechten; de mannen aan mannen, de vrouwen aan vrouwen. 6. De Communie te ontfangen, bestaande in een stuk brood geweekt in gekookten wyn. Het 7de. gebod betreft den Monniken. Van die Monniken zegt ons de Missionaris, dat zy streng vasten, en zich onthouden in de woestenyen, waar uit zy nochtans te voorschyn komen om hunne Achmé te gaan prediken. Die Drusen hatenGa naar margenoot+ den woeker zo zeer, dat zy het hun aangetelde geld afwasschen, om daar door de onzuiverheit, welke het met door de handen der woekeraren te gaan mogt aangenomen hebben, weg te nemen. Naast de Drusen, plaatze ik hier de Curden,Ga naar margenoot+ anders Turkomannen. Die Curden zyn voor een gedeelte landlopers en vagabonden: en moogelyk kan men met waarheit zeggen dat hunne Religie zo onzeker is als hun woonplaats. Men vindt onder de Jasidische Curden overblyszels van hetGa naar margenoot+ Manicheendom: want zy stellen, zegt men, twee beginzels, en noemen den Duivel hunnen Leeraar, of hunGa naar voetnoot(d) Opperhoofd, en bidden God niet aan, schoon zy zyne wezentlykheit erkennen. Ten minsten wordt hun zulks te last gelegt van de Christenen en van de Mahometanen, die beide even zeer hunne vyanden zyn.Ga naar voetnoot(e) Men verwart die Jasidiers ook onder de Kelbins, en men voegt 'er by dat zy veel eerbied hebben voor het zwart, als zynde de verwe van den Duivel. Men verhaalt dat de Christenen menigmaal vermaak scheppen in het trekken van aarde cirkels rondom die Jasidiers, aangezien deze niet buiten den omtrek durven komen zo lang de kring geheel blyft: en terwyl de een of de ander Jasidier dus als gevangen is, schreeuwen zy hem smadelyk toeGa naar voetnoot(f) vervloekt zy de Duivel. Men verwart doorgaans de Christenen van St. Jan met de Sabeërs. Ik zal my | |
[pagina 225]
| |
hier niet uitbreiden over den GodsdienstGa naar margenoot+ der laatstgemelden. Wat de eerstgenoemden belangt, men geeft hun den naam van St. Jans Christenen om hunnen Doop, en om den byzonderen eerbied dien zy voor St. Jan Baptist, of Johannes den Doper hebben. De la Valle beeld zich in, dat die Christenen wel zouden konnen wezen een overblyfzel dier oude Joden die den Doop van Johannes aannamen. Het schynt dat de Religie dier Christenen een bedorven mengelmoes der Joodsche, Christensche, en Mahometaansche Godsdiensten is. Tavernier heeft zich onder de andere Reizigers meest uitgebreid over die Christenen, welke, zo hy zegt, in groten getale te Balsara of Bassora en daar omtrent gevonden worden. Derhalven zal ik hier zyn Verhaal dienaangaande beknopt plaatsen, als mede 't geen andere Reizigers. daar van merkwaardigst gezegt hebben.Ga naar voetnoot(a) ‘De Christenen van St. Jan woonden oudstyds langs den Jordaan...... van waar zy eenigen tyd na de doot van Mahomet, door de vervolgingen der Califen zyne Opvolgers genoodzaakt waren te vertrekken naar Mezopotamien en Chaldea. Hier moesten zy zich onderwerpen aan den Patriarch van Babylonien, doch zy scheidden zich van hem af op 't einde der vyftiende eeuwe, of met den aanvang der zestiende.Ga naar voetnoot(b) Zy bewonen noch stad noch dorp welke niet dichtby een rivier gelegen is, en hunne Bisschoppen verzekeren, dat die Christenen op alle die plaatzenGa naar voetnoot(c) ten naasten by vyfentwintig duizent huisgezinnen uitmaken...... hun geloof is vol fabelen, en grove dwalingen gehaalt uit een boek 't welk zy Divan noemen .... De Persianen en de Arabieren geven hun den naam van Sabi:’ (men zal in 't vervolg aantonen,Ga naar voetnoot(d) dat 'er groot onderscheit tusschen de Sabeërs en die St. Jans Christenen is) ‘Maar zy noemen zich zelve Mendai-Jahia, dat is Leerlingen van St. Jan, en verzekeren, dat zy van hem hun geloof, hunne boeken, en hunne gewoontens hebben ontfangen. Alle jaren vieren zy een feest dat vyf dagen duurt. Dan komen zy zich troepsgewyze aangeven by hunne Bisschoppen om den Doop van St. Jan te ontfangen, of liever te herhalen. Zy doopen nergens anders dan in hunne Rivieren, en altoos op Zondag, want van dezen dag hangt de gantsche kracht van den Doop af, als was het kind in dootsgevaar. Voor den Doop brengt men het kind naar de Kerk, daar een Bisschop eenige gebeeden over deszelfs hoofd leest. Van daar draagt men het naar de rivier, alwaar de mannen en vrouwen, die mede gegaan zyn, zich nevens den Bisschop tot aan de kniën in 't water begeven. Het formulier des Doops bestaat in deze woordenGa naar voetnoot(e) In den name des Heeren, den eersten en den oudsten der waerelt, den almachtigen die alle onze daden kende voor den aanvang des lichts, enz. Vervolgens giet hy tot driemaal toe water over het kind, en na de der de besprenginge, wanneer de Bisschop (of een ander Priester) wederom met lezen aanvangt, dompelt de peet, die 't kind vasthoud, het zelve in 't water. Zie daar de plechtigheit van dien Doop, welke, als blykt in den naam van God alleen geschied, dewyl zy J.C. niet als God noch als Zoon van God erkennen,Ga naar voetnoot(f) en zelfs hem verre beneden Johannes den Doper stellen. Men verzekert nochtans dat zy hemGa naar voetnoot(g) den Geest van God noemen, even als de Mahometanen. Zy erkennen zelfs volgens Tavernier, dat J.C. mensch geworden is, om ons te verlossen van den schuld der zonde, doch dat hy in den schoot der Heilige Maagd ontfangen is... door middel van het water van zekere fontein, waar uit zy dronk; dat de Joden vervolgens hem hebben willen kruisigen, maar dat hy verdween, en hun een spook in handen liet 't welk zy kruisigden in zyne plaatze. (Met een woord, al 't geen zy van J.C. en van zyne zendinge zeggen, is een zamenweefzel van buitensporige en ongerym- | |
[pagina 226]
| |
de stellingen, in hunnen Divan vervat. Geen beter kennisse hebben zy van de derde Persoon in de H. Driëenheit.) Ga naar margenoot+ Die Divan, zegt men, is het eenigste boek dat zy nog overig hebben: hunne oude gewyde boeken, die in 't Syrisch geschreven waren, hebben zy verloren. De Divan vervat hunne Leere, en de Mysterien van hunnen Godsdienst. GodGa naar voetnoot(a) (zo staat daar) is lichamelyk, hy hadt een zoon Gabriel genaamt. De Engelen en de Duivelen zyn lichamelyk, van het mannelyk en vrouwelyk geslacht. ZyGa naar voetnoot(b) huwelyken, zy teelen voort. God schiep de waerelt door den dienst van Gabriel, en wierdt in dat werk geholpenGa naar voetnoot(c) door vyftig duizent Duivelen...... de Waerelt dryft op 't water gelyk een bal. De Hemel-Lichten zyn van water omringt, de Zon en de Maan zeilen daar snellyk rondom; elk in een groot schip. De Aarde was even na den aanvang der Scheppinge zo vruchtbaar, dat men s'avonds inzamelde 't geen 's morgens gezaait was..... Gabriel leerde den landbouw aan Adam, maar door de zonde vergat hy al 't geen hy van Gabriel geleert hadt, en meer konde hy 'er niet van uitvinden dan 't geen wy 'er nog tegenwoordig van weeten...... Het leven hier na bestaat in een waerelt gelyk deze, maar oneindig bekoorlyker en volmaakter: doch anders zeer overeenkomstig met de tegenwoordige. Men eet 'er, men drinkt 'er: Men heeft 'er steden, huizen, en ook Kerken, waar in de Geesten bidden, zingen, en op instrumenten speelen. De Duivelen verschynen by het zieltogen van een stervend mensch, en geleiden de ziel door eenen weg vol wilde en wrede dieren; is het de ziel van een eerlyk man, zy geraakt 'er gelukkig door en koomt voor Gods aanschyn, na dat zy al dat gedierte heeft onder hare voeten vertreden. De ziel van een ondeugent mensch in tegendeel, wordt zeer mishandelt: voor dat zy 'er door kan geraken, hebben de wilde dieren haar byna vernielt. In het laatste Oordeel zullen twee Engelen de daden van alle menschen als in een schaal wikken en wegen...... doch daar zal een algemeen pardon voor die van hunne Secte zyn. Zy zullen ten lesten zalig worden, na de straffen voor hunne zonden te hebben geleden. Dit is het kort begrip van hunne Leere. Men voegt 'er byGa naar voetnoot(d) dat zy veel achtingGa naar margenoot+ voor het kruis hebben, en dat zy dikwyls het teken daar van maken...... Zy zeggen dat de waerelt een kruis is, omdat ze in vier deelen is onderscheiden.Ga naar voetnoot(e) Zy plaatsen kruissen in de Zonne en in de Maan: zelfs is de mast van het schip, waar in de Zon vaart, een kruis. ‘Johannes de Doper is, gelyk wy reets gezegt hebben, de grootste Heilig dien zy kennen; evenwel is hy de eenigste niet, dewyl zy ook de heiligheit van Zacharias, van Elizabeth, van de welgelukzalige Maagd, en van de twaalf Apostelen in waarde houden. (Ik melde hier niet van de buitensporige mirakelen die de geboorte van St. Jan voorgingen of verzelden, noch van die zy aan Zacharias en Elizabeth, de vader en moeder van St. Jan, toeschryven, noch van hunne ongerymde en versierde Levensbeschryving van dien Voorloper van J.C. Men kan zulks by Tavernier lezen.) Volgens hunne overlevering, is het graf van St. Jan dicht by Chuster in Chusistan, daar men een grote menigte van die St. Jans Christenen ontmoet.Ga naar voetnoot(f) Het Kerkgewaad van hunne PriesterenGa naar margenoot+ is een soort van een roden stool over een wit hembd. Zy onderscheiden de Waardigheden van Priester en Bisschop; maar om dat onderscheit van hooge en lage Kerkbedienden te maken, hebben zy noch regel, noch plechtigheit, noch eenig ander gebruik in het Christendom bekend, ingevoert. De zoons volgen de vaders in de Kerkbedieningen op.Ga naar voetnoot(g) Indien de Priester geen kind nalaat, verkiest men zyn naasten bloedverwant.Ga naar voetnoot(h) Menigmaal stelt de Bisschop zynen zoon den volke voor, 't welk hem daar op verkiest, en vervolgens hem wederom aanbiedt aan den vader om ingewyd te worden. Deze Ver- | |
[pagina 227]
| |
ordening bestaat in zekere gebeeden over den Postulant, geduurende zes of zeven dagen, in welken tyd hy gestadig vasten moet. Een zoon kan zynen vader opvolgen, zo dra hy zestien of zeventien jaren bereikt heeft. Alle die Geestelyken zyn verplicht zich in den Echt te begeven, en zy moeten met eene maagd trouwen; ook zou men geen Kerkelyk Ampt mogen bekleeden, indien men niet geboren was van eene moeder die by haar trouwen was maagd bevonden. Alle die Geestelyken dragen lang hair, en hebbenGa naar voetnoot(a) een klein kruis op hun gewaad. Ga naar margenoot+ Hun Nachtmaal en hunne Misse, indien men 't zo noemen mag, bestaan in 't geen hier volgt.Ga naar voetnoot(b) Zy nemen een koekjen dat met wyn, van rozynen in water week gemaakt, en met olie beslagen is. Het meel en de wyn verbeelden het lichaam en het bloed des Heeren: de olie, als het zinnebeeld der liefdadigheit en der genade die het Sacrament verzelt, verbeeldt het volk. De Consecratie bestaat alleen in over dat koekjen lange gebeeden, die tot lof van God gericht zyn, uit te spreken,Ga naar voetnoot(c) zonder daar in van het lichaam en bloed des Heeren gewag te maken, zynde zulks onnodig, zeggen zy, omdat God het oogmerk daar van weet. Vervolgens draagt men het koekjen in processie om, en daarna doet de bedienende Priester daar van uitdeelinge aan zyne gelovigen. Ga naar margenoot+ Behalven het groote Feest van vyf dagen, te voren gemeld, vieren zy 'er een van drie dagen, ter gedachtenisse van de scheppinge der waerelt en van den eersten mentch, en nog een in de maand van Augustus, 't welk mede drie dagen duurt, en het Feest van St. Jan by hen genaamt wordt. Ik spreek nietGa naar voetnoot(d) van hunne vasten, nochGa naar voetnoot(e) van het offeren van een ram, dien zy slachten in een hut van palmtakken gemaakt, en te voren met water, wierook, en gebeeden gereinigt. Eene derGa naar margenoot+ gewichtigste ceremonien van hunnen Godsdienst is de Offerhande van de Henne. Niemant anders dan een Piester die Maagd is, en de zoon van eene moeder die by haar trouwen maagd was, mag dat Slachtoffer verrichten. Zulk een Priester begeeft zich ten dien einde op den oever van een rivier, zyne Priesterlyke klederen aanhebbende, te weten eenGa naar voetnoot(f) linnen doek over zyn lyf, een anderen als een gordel daar om, en een derden die hem tot een stool verstrekt. Dus uitgedoscht vat hy de henne, dompelt ze in 't water tot meerder reiniging, en zich voorts ten Oosten wendende, snydt hy die vogel den strot af, en houdt ze voorts gestadig by den hals vast, tot dat ze volkomen heeft uitgebloed. Terwyl de henne haar bloed stort, herhaalt de Priester verscheidene malen met veel yver, onder het opheffen van zyne oogen hemelwaarts, dit gebed. In den name des Heeren zy dit vleesch in zegeninge voor alle de geenen die daar van zullen eeten. Het is noch aan vrouwen, noch aan waereltlyke menschen geoorloft hoenderen te doden. De reden van dat verbod aan de vrouwen, is dat men haar voor besmettelyk houdt; en uit dien hoofde, zegt Tavernier, is het zelfs aan haar ongeoorloft in de Kerk te verschynen. Zy gebruiken byna dezelve plechtigheit in het slachten van schapen,Ga naar voetnoot(g) en het doden van visschen, echter zyn zy daar omtrent zo nauwkeurig niet als omtrent deGa naar voetnoot(h) hennen. Het schynt dat die Dienaars van St. Jans Godsdienst te gelyk de slagers of vleeshouwers van het volk zyn. Zich vastelyk inbeeldende dat geeneGa naar margenoot+ menschen ter waerelt zo rein zyn als zy,Ga naar voetnoot(i) zullen zy niet drinken uit een schaal waar aan een ander buiten hunne Secte zyn mond gezet heeft, en zo 'er een vreemdeling uit heeft gedronken, smyten zy het drinkvat in stukken, opdat niemant der gelovigen het ongeluk mogt hebben van daar door besmet te worden. Zy hebben ookGa naar margenoot+ een ongemeenen afkeer van het blaauw, om dat (zeggen zy) de Joden, die door hunne openbaringe wisten dat de Doop van Johannes hunne wet moest vernietigen, zeer veel Indigo in den Jordaan wierpen om het water te vergistigen. Die onthei- | |
[pagina 228]
| |
liging zou St. Jan verhindert hebben J.C. te dopen, indien God, den Joden voorkomende, niet terstond eenen Engel gezonden hadt om water uit die rivier te putten, eer ze besmet wierdt. Dit is 't gevoelen van 't gemeen: maar de ware reden van dien afkeerGa naar voetnoot(a) is, dat 'er hondedrek totGa naar margenoot+ het maken van die verfgebruikt wordt. Een hond is by de St. Jans Christenen een onrein dier.Ga naar voetnoot(b) De haat, dien zy tegen de Mahometanen, hunne oude vervolgers, hebben opgevat, strekt zich uit tot op het groen, als zynde de geheiligde kleur van Mahomet. Ga naar margenoot+ Zie hier hunne Huwelyksplechtigheden.Ga naar voetnoot(c) De Priester en de ouders van den toekomenden Bruidegom gaan aan de toekomende Bruid vragen, of zy Maagd is? Daar op wacht men antwoordt: zy zegt ja, doch men gelooft haar op dat enkel zeggen niet. Zy moet het zweren: de huisvrouw van den Priester gaat haar ondertasten, en koomt vervolgens de waarheit daar van met eede verklaren, waar na men den Bruidegom met de Bruid naar de rivier brengt, alwaar zy door den Priester gedoopt worden. Tot dicht by huis wedergekeert zynde, neemt de toekomende man zyne toekomende vrouw by de hand, en geleidt haar tot voor de deur van het huis, waarna hy haar wederom brengt ter plaatze daar hy deze plechtigheit begonnen heeft, welke hy op dezelve wyze tot zevenmaal toe herhaalt, terwyl de Priester het paar gestadig achteraan volgt, lezende ondertusschen eenige gebeeden in zyn Rituaal, of Kerkboek. Vervolgens treden zy het huis in. De Priester doet de gelieven daar nederzitten onder een verhemelte, doch in zulk eene gestalte dat zy met hoofd en schouders als tegen elkander aan kleven, terwyl hy hun een lang Officie voorleest, waar op de lezinge van hetGa naar voetnoot(d) Faal volgt. Dat Faal is een Raadzelboek. De Priester zoekt daar in het gunstig ogenblik tot voltrekkinge van het huwelyk op. Die voltrekkinge of het byleger geschiedt zynde, begeven zich de echtgenoten naar den Bisschop, aan wien de man dan verklaart dat hy zyne vrouw maagd bevonden heeft, te weten zo zy inderdaat maagd was; waar op de Bisschop den trouw bevestigt met ringen aan de vingers der getrouwden te steken, en hen op nieuw te herdopen. Indien de nieuwgetrouwde man zyne vrouw niet maagd bevonden heeft, en echter haar voor zyne vrouw houden wil, is 't het werk van den Bisschop niet meer om de Huwlyksplechtigheit te eindigen; men moet dan tot den Priester gaan: maar het volk is zodanig gezet om van den Bisschop getrouwt te zyn, en het is zulk eene schande dat men zich tot den Priester keeren moet, dat men zeer zelden een huwelyk met eene persoon, welke niet maagd bevonden wordt, aangegaan, bevestigt ziet. Tavernier stelt de reden van die nauwkeurigeGa naar margenoot+ oplettenheit, omtrent den maagdom van de vrysters, te zyn het mannelyk recht dat ten uitersten moet gehandhaaft worden: laat 'er ons de eer en het belang der familien byvoegen. Door zulk een scherp onderzoek wanen zy de jonge dochters in toom te konnen houden. Zo drukt zich deze Reiziger uit. Het is die St. Jans Christenen geoorloftGa naar margenoot+ verscheidene vrouwen te hebben, doch alleen zulke die van hun geslacht en stam zyn. Dit gelykt naar de Joodsche manier. De weduwen mogen niet hertrouwen, en de mannen hebben het groote voorrecht niet van hunne vrouwen te mogen verstoten. Ik zou dit Hoofdstuk moeten sluiten metGa naar margenoot+ de beschryvinge van zekere zogenaamde Abrahamiten, die nog hedendaagsch in Egypten gevonden worden, indienGa naar voetnoot(e) zeker ongenaamt Reiziger, die zyne Reisbeschryving in den jare 1724. heeft uitgegeven, geloof verdient: maar de goede trouw van dien Schryver is my te meer verdacht, omdat geen Reiziger voor hem, zo veel my bekent is, ooit van die Egyptische Deisten heeft gewag gemaakt. Voorts schynt my de manier van denken dier Abrahamiten zo overeenkomstig te wezen met de gedachten der Independenten, die in Engeland en Holland buiten vreeze voor dragonders, voor de Galeyen, of voor de Inquisitie hunne leere invoeren, dat men zou konnen geloven dat de Reiziger zyne Abrahamiten volgens die modelle heeft toegestelt. Voeg hier by het character van | |
[pagina 229]
| |
dien Avontuurlyken Autheur,Ga naar voetnoot(a) nevens dat der geenen die zyn werk hebben helpen schikken en voltooyen. Schoon zulk een Character niet veel belooft ten aanzien van de oprechtheit des Werks, zal ik echter het geloof dier ingebeelde AbrahamitenGa naar voetnoot(b) hier onder aantekenen. |
|