Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5
(1736)–Bernard Picart– AuteursrechtvrijDerde hoofdstuk.
| |
[pagina 74]
| |
Hy heeft ook het bestier over het Bisdom, by aflyvigheit van den Bisschop, en de eerste stem in de Verkiezingen. De grote Sacellarius, dat is, de Groot-Meester der Capelle, ondersteunt den Patriarch in de gerechtelyke uitspraken, en in de Kerkelyke plechtigheden. Hy is het ook, die de geenen die naar het PriesterschapGa naar voetnoot(a) haken, voorstelt. Ga naar voetnoot(b) De Groot-Schatbewaarder is die de gewyde Vaten der Kerke, en de Hoogpriesterlyke sieraden in bewaring heeft. Hy staat aan den ingang van de Gerfkamer of Sacristie, en reikt den dienstdoenden Prelaat de sieraden aan, als mede al het nodige tot den Altaar. Hy heeft ook het opzicht over een openstaande Bisdom. Ga naar voetnoot(c) De Groot-Officiaal of geestelyke Rechter oordeelt over zaken die de Beneficien betreffen, als mede over de geschillen die in 't Huwelyk voorvallen. Hy doet de Priesters naderen die de Communie op plechtige dagen komen ontfangen. Ga naar voetnoot(d) De grote Logothetos of Kancellier. Deze is 't die 't woord brengt, die het zegel van den Patriarch bewaart, en het zelve aan zyne brieven hangt. De Groot-Referendarius is de overbrenger van de Beveelen des Patriarchs. Hy is de Afgezant by de Groten, en heeft zynen rang onder de Kerkelyke Rechters. Ten tyde der Grieksche Keizeren wierd hy Palatyn genaamt. De Oppergerechtsschryver of Protonotaris zit voor den Patriarch om te schryven, en de Brevetten, Mandementen, Ordonnantien, en Decreten af te vaardigen. Boven dien heeft hy het recht van tweemaal 's jaars te examineren de geenen die zich met de wetten (de Kerkelyke namelyk) bemoejen. Hy is ook Inspecteur der Contracten, Testamenten, enz. Eindelyk dient hy den Patriarch in het Heiligdom, en biedt hem het waschvat aan ten tyde der Celebratie. Alle die Ministers behouden nog hunnen ouden rang, en bevinden zich in alle de Ceremonien aan de rechter zyde van den Patriarch, gelyk ook de volgende, wier Ministerie echter van minder belang is. Ga naar voetnoot(e) De Wierookdrager, of de Minister over 't wierook. Deze legt een kleed over de gewyde dingen geduurende den Lofzang aan de H. Drieëenheit, en doet den Celebrant de gewyde kleederen aan. Ga naar voetnoot(f) Daar is 'er een die aantekeninge houdt van de stemmen der Bisschoppen, en de requesten en remonstrantien ontfangt. Ook is 'er een Protecdicus, of Advocaat, die in den ingang van de Kerk over geringe zaken oordeelt. Daar is mede een Hieromnemon: Deze bewaart hetGa naar voetnoot(g) Ritueel of Kerkgewoonteboek, nevens de andere boeken. Hy doet ook de opdragt eener Kerke by het afweezen van den Bisschop, en hy stelt de Voorleezers aan. Men heeft ook een Officier of Minister dien de zorge over hetGa naar voetnoot(h) Supergenuaal van den Patriarch aanbevolen is, als mede eenenGa naar voetnoot(i) Leeraar. Aan de linkerhand zyn de ProtopapasGa naar margenoot+ of Aartspriester, de Deutereuon of de tweede Visiteur, de Overste der Kerken, de Ecdices of Assessoren, de Exarch, de twee Huisbedienden, de twee Laosynacten, de twee eerste Kerkheeren, de Protopsaltus of eerste Voorzanger, de Afgezant, de Groote Aartsdiaken, en de twede Diaken. De ProtopapasGa naar voetnoot(k) wiens waardigheit zuiver Kerkelyk is, geeft de Communie aan den Patriarch in de plechtelyke Mis-Offerhanden, en ontfangt ze ook van hem. Hy is de eerste onder alle de andere Geestelyken, zo in voorrechten als in | |
[pagina 75]
| |
rang. De Deuteréuon is de twede, en bekleedt de plaats van den Protopapas, als hy afweezend is. De Visiteur heeft, onder andere voorrechten van zyn ampt, dat van onderzoek te doen op de geschillen die in de Kerk ontstaan, als mede op de oorzaken die het Huwelyk verhinderen. De Overste of Superintendent heeft het opzicht over de gewyde Olie, en over 't geen men by de GriekenGa naar voetnoot(a) Antimensium noemt. Hy heeft het recht van 't KruisGa naar voetnoot(b) op den grond van een nieuwe Kerk te planten, wanneer de Patriarch buiten staat is om die plechtigheit te verrichten. De Exarch moet de gewysde zaken nazien. De Huisbedienden staan ter zyden den eersten Voorzanger, of Choor-meester, en zingen met hem in 't Choor, gelyk ook de twee eerste Kerkheeren, die hun plaats boven de Diakonen hebben. De Laosynacten verzamelen de Diakens en het volk. Die men den Afgezant noemt, is de Inleider ter gehoor by den Patriarch, en weert het volk uit den toegang. Men kan hem ook voor Ceremonie-meester houden. De andere Bedienden van dat gedeelte van het Choor 't welk aan de linkerhand van den Patriarch is, zal ik alleen met den vinger aanwyzen; te weten den Catechizeermeester, die de nieuwbekeerden onderwyst en tot het ontfangen van den Doop bereidt; deGa naar voetnoot(c) Periodeuton, die over en weer gaat om ook te onderwyzen die den Doop zullen ontfangen; de Prefect of Ceremonie-meester, onderscheiden van den Afgezant, wyst elk zyn rang en plaats aan. Eindelyk zyn 'er nogGa naar voetnoot(d) de Officier die den Herderlyken staf voor den Patriarch heen draagt, de Waschkaarsdrager, en de Deurwaarders. Wyders moet men aanmerken, dat die Waardigheden en Bedieningen zo menigvuldige veranderingen ondergaan hebben, dat men zich niet moet verwonderen over de geduurige verwarringe welke men by de Schryvers ontmoet wegens hunne functien, namen, en toeeigeningen, en dat men ze dikwils onder andere namen, dan hier gezegt is, aangewezen vindt. By voorbeeld, men vindt in de Bizantynsche Historie een groten Ecclesiarch, die mogelyk dezelve is met den Superintendent der Kerke; een Nomophylax, of de Bewaarder der Kerkelyke Wetten; een Dicaiophylax, of Procureur der Kerke, die de Tytels en Papieren bewaart; een Groot Interpretator van de Kerk, een Logothetus der Huisbedienden, die als Intendent over 's Patriarchs huis is; eenen anderen Kerk-Logotheet, die een soort van Inspecteur generaal daar van is; eindelyk een Lampadarius, die het licht in de Kerk bezorgen, en de lampen onderhouden moet, als mede een Kerkmeester der Notarissen. Ik moest den Protosyncellos of OnderpatriarchGa naar margenoot+ niet vergeten, die volgens eenigen de eerste Huisbediende van het Patriarchaal Paleis is: maar dit is zo niet. Protosyncellos zegt zo veel als eerste opziener over den Patriarch. Hy heeft het recht van in het Patriarchaal Paleis te wonen, en daar te overnachten met de andere Syncellen die onder hem zyn.Ga naar voetnoot(e) Zyn Kamer is naast die van den Patriarch. Met een woord, hy is niet alleen de Vicaris en Coadjuteur, maar zelfs de Geestelyke Vader van den Patriarch. Eertyds was de Syncellos gemeenlyk de Opvolger van den Patriarch, gelyk by ons de Coadjuteur den Bisschop en den Aartsbisschop opvolgt. Dewyl ik hier gesproken hebbe van deGa naar margenoot+ Waardigheden beneden die des Patriarchs, zal ik 'er bydoenGa naar voetnoot(f) den Archimandrita, die by de Grieken de Opperste van een Gemeenschap van Monniken is. Archimandrita, Hegumenos, en Abt zyn drie gelykluidende namen. Ik eindig met het Synode, 't welk eenGa naar margenoot+ Concilie in 't klein is. Het recht van die vergadering binnen de Provincie te beleggen, koomt den Patriarch toe, nevens den Eparch of Aartsbisschop. De oude | |
[pagina 76]
| |
Inzettingen van de eerste Kerke brengen mede dat de Provinciale Synode tweemaal 's jaars vergaderen moet. Die Constitutie wierdt lang daarna verandert, en men beval dezelve maar eenmaal te beroepen, te weten van Paaschen tot het einde van October. Ten tyde van Zonarus wierden de Synoden geheel en al verzuimt, waar over hy zich ook beklaagt. Hedendaagsch is dat verzuim nog groter: maar indien alle de Synoden vreedzaam, vriendelyk, verdraagzaam, en nederig toegingen, en men daar vyandig was tegen alle hairkloveryen en hatelyke onderscheidingen, wat ongeluk is het dan voor de Kerk daar van berooft te zyn! |
|