Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5
(1736)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij
[pagina 72]
| |
Patriarch hem om de bevestiging zyner verkiezinge verzoeken: en gemeenlyk vraagt men, voor den aanvang der verkiezinge, van den Groten Visier verlof daar toe.Ga naar voetnoot(a) Die Minister roept dan de Aartsbisschoppen by hem, en vraagt hun of het ernst is dat zy een nieuwen Patriarch willenGa naar margenoot+ verkiezen? Na het herhalen dier vrage, geeft hy de toestemminge met de Baratz. Zyne Hoogheit schenkt den Patriarch een wit paard, een zwarten Monnikskap, eenen Bisschoppelyken Staf, en een geborduurt onderkleed. De Turk houdt zich in die Ceremonie aan het oude gebruik der Grieksche Keizeren. Vervolgens begeeft zich de Patriarch, verzelt van een groot getal Turksche Amptenaren, van zyne Geestelykheit, en van een groten hoop volks, met alle mogelyke plechtigheit naar den Patriarchalen Stoel. De voornaamste Aartsbisschoppen en de andere Geestelyken, hebbende alle waschkaarssen in de hand, ontfangen hem aan de deur van de Kerk, en leiden hem binnen.Ga naar voetnoot(b) Den Aartsbisschop van Heraclea komt het, in de hoedanigheit van eersten Aartsbisschop, toe de Ceremonie van inwydinge te verrichten. Die Prelaat in zyn Pontificaal gekleed, neemt den Patriarch by de hand, en geleidt hem naar den Patriarchalen Stoel. Maar vooraf doet hy eene korte redenvoeringe voor het volk, om aan te kondigen dat zulk een, met de algemeene toestemminge der Aartsbisschoppen en Bisschoppen, volgens de Inzettingen der Kerke, tot Patriarch is verkoren: daar op nodigt hy den Patriarch om bezit te nemen van zyn ampt. Deze antwoordt op eene deftige wyze, dat hy niet waardig is tot zulk eene hooge Bedieninge gekoren te worden. Evenwel, dewyl het Gode zo behaagt, onderwerpt hy zich aan de beveelen der Geestelykheit. Dan ontfangt hy het Kruis, den Myter, en de andere Hoogpriesterlyke Sieraden uit handen van den Aartsbisschop van Heraclea: voorts zet hy zich in den Patriarchalen Stoel, en de Bisschoppen nevens de overige Geestelyken, als mede het volk, komen zich op de gewoone wyzeGa naar voetnoot(c) met veele toejuichingen aan hem onderwerpen. Het celebreren van de Misse, verzelt van alle de plechtigheden op groote Feestdagen gebruikelyk, volgt terstond op die Geestelyke Comedie, en is het slot daar van. Men mag immers den naam van Comedie wel geven aan eene door koop bekomene Verkiezing, daar geen vryheit van stemmen plaats heeft, daar men, zo dra iemant verheven is, terstond bedagt is om hem wederom te vernederen; daar de ongestadigheit, de ontrouw, en de eigenzinnigheit zo gemeen zyn, dat zelfs de Ministers van den Groten Heer, die hun voordeel met die wanorde doen,Ga naar voetnoot(d) menigmaal genoodzaakt zyn geweest den geenen, die den nieuwen Patriarch komen aanbieden, qualyk te bejegenen, en hun een zeer bepaalden tyd te stellen, om maar rust te hebben. Cyrillus Lucaris verhaalt in eene zyner brieven, die de Schryver der Monumens Autentiques de la Religion des Grecs in 't jaar 1708. heeft doen drukken, dat de verkoren Patriarch gaat staan in het midden van de Kerk op een stuk stof, daar een Arent op geschildert of geborduurt is. DoorGa naar margenoot+ dat tapyt, 't welk de Patriarch met zyne voeten vertreedt, wil men hem te kennen geven dat hy de glorie van de waerelt verachten, en onder de voeten treden moet. Van gelyken wil men door den Arent, wiens vlucht hoog en snel is, den Patriarch beduiden, dat zyn geest door de kracht eener heilige meditatie zich snellyk hemelwaarts verheffen moet. Ik hebbe reets meer dan eens gezegt, dat zinnebeelden en leenspreuken zeer gemakkelyk vallen, tot zo verre zelfs dat men ze tot strydige denkbeelden kan gebruiken. Hoe het ook zy, deze is de natuurlykeGa naar margenoot+ beschryving der Verkiezinge van dat Hooft der Grieksche Kerke, 't welk men begroetGa naar voetnoot(e) met uwe Allerheiligstheit, 't welk men uit eerbied de hand kuscht of den Paternoster, de zelve van den mond aan het voorhooft brengende; en 't welk van de Janitzaren nevens eenige Officieren van de Porte, onder de Grieken vermengt, op den dag zyner verkiezinge tot aan de Patriarchale Kerk begeleidt wordt, niet zo zeer als een Patriarch, maar byna als een slaaf. Eindelyk, om niets over te slaan, dat Turksch gevolg leest de Opene Brieven des Patriarchs | |
[pagina 73]
| |
aan de deur van die Kerk voor, met bevel aan het volk van hem als Hooft te erkennen, en aan hem op te brengen de middelen tot zyn onderhoud en tot het betalen van zyne schulden, onder bedreiging van stokslagen, verbeurte van goederen, enz. Ga naar margenoot+ 't Is onnodig de plechtigheit dier verkiezinge te vergelyken met die eertyds onder de heerschappy der oude Grieksche Keizeren in gebruik was. Zelfs zou men niet konnen zeggen dat de eene de schaduwe was van de andere. Voorheen gaf menGa naar voetnoot(a) een drietal aan den Keizer over, die eenen daar uit verkoor; vervolgens wierd deGa naar voetnoot(b) gedesigneerde Patriarch voor den Keizer gebragt, die op zynen Throon zat, gedost in Keizerlyk gewaad en sieraden, en van zyne grootste Hovelingen omringt. Een der voornaamste Heeren nam dien eersten Minister der Kerke by de hand, en bragt hem tot voor de voetbank van den Keizerlyken Throon. Daar op stelde een jong Edelman den Herderlyken staf zyne Keizerlyke Majesteit ter hand, welke voorts den Patriarch aanziende, deeze woorden overluid uitsprak; volgens de magt welke de Heilige Drie-Eenheit ons gegeven heeft, zyt gy tot Aartsbisschop en Algemeen Patriarch van Constantinopolen, of nieuw Rome, gedesigneert. Terstond hoorde men deGa naar voetnoot(c) gewoone toejuichingen. De Patriarch tradt de voetbank op, en de Keizer gaf hem den Herderlyken staf over: daar na tradt de Patriarch af, en keerde wederom naar zynen stoel, of liever naar een soort van een Throon dien men hem rechtover dien des Keizers hadt opgericht. Thans verhieven zich de toejuichingen op nieuw, de Keizer klom af van zynen Throon, en de Patriarch wierd geleid naar den Tempel der Heilige Sophye, gezeten op een paard dat met een groot wit dekkleed omhangen was, en gevolgt van de Groten van het Hof, met de tekenen hunner Waardigheden versiert. De inwydinge des Patriarchs wierdt vervolgens in den Tempel der Heilige Sophye in 's Keizers tegenwoordigheit verricht door den Aartsbisschop van Heraclea, 't welk in de eerste eeuwen der Kerke het Aartsbisdom van Bizantium, naderhand Constantinopolen genaamt, geweest is. |
|