Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 5
(1736)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij
[pagina 66]
| |
Tweede verhandelinge Over de godtsdienst-plichten En gewoontens Der Grieksche christenen.Eerste hoofdstuk,
| |
[pagina 67]
| |
leden, zyn gebied over dat Ryk uitbreidde. In Kerkelyke zaken was hy Souverain verklaart, en hy konde op zyn eigen gezag afschaffen of veranderen 't geen hy meende schadelyk voor de zeeden te zyn. Hy hadt zelfs magt om ter doot te veroordeelen de geene die hy in dat stuk voor schuldig hieldt, zonder daar van aan den Czaar eenige kennisse te geven. Ook was het vonnis, door den Patriarch uitgesproken, onwederroepelyk, en wierd zonderGa naar margenoot+ tegenspraak uitgevoert. Men vindt daarenboven vier Patriarchen der Armeniers, zonder daar by te rekenen de twee Titulairen, die zich te Constantinopolen en te Jeruzalem onder het Gebied der Turken onthouden; als mede den Patriarch der Maroniten, dien der Jacobiten, dien der Copten, eindelyk dien der Nestorianen en dien der Georgianen. Ga naar margenoot+ De Patriarch van Constantinopolen geeft zich den tytel vanGa naar voetnoot(a) Oecumenische of algemeenen Patriarch. De Vaders van een Concilie in de vyfde eeuw gehouden, hadden die qualiteit aan Paus Leo verleent. De Patriarchen van Constantinopolen, jaloers over eenen tytel die het vleesch zo gevoelig kittelt, en meer aandoening geeft dan de hoedanigheit van navolgers der Apostelen, namen den zelven terstond mede aan. Niets is lichter te doen, dan dat de eene Bisschop de heerschzugt van eenen anderen navolgt: maar ten aanzien der Christelyke deugden is het zo niet gestelt. Wat 'er van zy, de Patriarchen van Constantinopolen hebben zich zedert het einde der vyfde eeuwe algemeene Patriarchen genaamt, en wierden door een Concilie in den jare 518. in hunne Stad gehouden, in die qualiteit bevestigt. Ga naar margenoot+ Beweegredenen van heerschzugt hebben menigmalen twist verwekt tusschen de Patriarchen van Romen en Constantinopolen, die van beide de kanten de Opperheerschappy over de Kerk in 't oog hadden. Volgens het verhaal der Kerkelyke Historieschryveren, werdt 'er in de eerste eeuwen uitspraak gedaan, dat Constantinopolen den eersten rang naast Rome zou bezitten; en dat de voorrang in den Roomschen Patriarch alleen zou plaats hebben. De bescheidenste Protestanten betwisten den Paus dien voorrang niet. Ten aanzien van het voorrecht van magt, is 't geen den Paus scheen te zullen doen te kort schieten, juist dat gene 't welk hem de magt heeft doen behouden; namelyk het vluchten der Keizeren, de invallen der woeste Volkeren, het verdeelen van Italien in verscheidene Staten, en het overbrengen van het Keizerryk in Duitschland. De Patriarch van Constantinopolen heeft altoos geregeert onder het oog van een waereltlyk Opperheer, die door zyne verhevenheit en magt het vermogen van den Patriarch hadt konnen ondersteunen, en zelfs hadt behoren te ondersteunen om zyne eigene glorie: maar in tegendeel, hebben de Oostersche Keizers menigmaal des Patriarchs ondernemingen gedwarsboomt, en zyne heerschzugt beteugelt. Zy ontzagen niet hem door Concilien of anderzins te doen afzetten, wanneer hy de palen van zyn gebied te buiten ging. Laat dit een uitwerkzel zyn van den aart der Grieken en andere Oosterlingen, of laat de omstandigheden beletzels zyn geweest aan de oogmerken van dien Patriarch; dit is altoos zeker, dat hy minder gelegenheit hadt om zich creaturen te maken door nieuwe Waardigheden, Beneficien, en Bisdommen, in tyden van beroerte verlaten, uit te deelen; veele van welke Beneficien in 't vervolg tot kleine heerschappyen gemaakt wierden. Ook hadt hy geen gelegenheitGa naar margenoot+ om veranderingen te maken in oude gebruikelykheden: veranderingen die, by de afweezentheit van den Keizer, te Rome en door geheel Italien, als iets noodzakelyks ingevoert wierden. De woestheit der Barbaren, Christenen geworden, maar veeltyds slecht bekeert, en, zo ik het zeggen durve, met alle hunne ondeugden tot de Christen Kerk gebragt, door middel van eene verdraagzaamheit welke de onkunde der tyden deet voor goed houden, en welke daarenboven met de begeerte om zielen te winnen verzelt ging: die onbedrevenheit, zegge ik, diende ook niet weinig om de magt der Pauzen klem by te zetten, dewyl domheit en onkunde gemeenlyk vreesachtig en lichtgelovig maken. Ook begon ten tyde dier onwetenheid, zo merkwaardig door hare uitwerkingen, het geld Bullen en Aflaten te verzorgen. Thans werdt Rome, indien ik my zo mag | |
[pagina 68]
| |
uitdrukken, de algemeene markt van eenen nieuwen koophandel, die haar een langen tyd van geheel Europa deet ontzien, en middelen in overvloed verschafte om zich te doen vreezen van angstvallige gelovigen, te doen beminnen van de Geestelyken, en zich te doen aanzoeken van waereltsche menschen. Ga naar margenoot+ Men kan den Turkschen Keizer aanzien als het Hooft der Grieksche Kerke. Daar moeten Barats, dat is Opene brieven van 's Keizers hand, weezen, eer de Patriarch, de Bisschoppen, enz. hunne Ampten konnen bedienen. Zulk een Barats geeft den Bisschoppen het recht van Priesters en andere Geestelyke personen aan te stellen en af te zetten, Huwelyken te maaken en te ontbinden, de inkomsten der Kerken te verzamelen, legaten uit Godvrucht te ontfangen, en alle de voorrechten van hunne waardigheit te genieten, en dat alles, zegt de Mahometaansche Opene Brief, volgens de ydele en onnutte Ceremonien van het Christendom. Maar niets is gemeener dan te zien dat die opene Brieven worden ingetrokken door de geheime laagen en deGa naar margenoot+ heerschzugt der Geestelykheit. De Kerkelyke waardigheeden worden verkogt aan den meestbiedenden, zonder aanzien van verdiensten. De gierigheit, de nyd, en de ondeugt der Grieken bragten na het innemen van Constantinopolen dien hatelyken koophandel omtrent het Patriarchaat wel haast in gebruik, en het is daar door by de verkopers zeer verachtelyk gemaakt. In 't begin bewees Mahomet, de Veroveraar van Constantinopolen, groote eere aan Gennadius, die na die verovering de eerste Patriarch van Constantinopolen was. Hy stelde hem den Herderlyken staf zelve in handen, hy gaf hem een Hoogpriesterlyken mantel van grote waarde, een sabelbonten tabbert, eene witte telle, nevens een goed jaargeldt. Hy stondt hem toe te paard door de Stad te mogen ryden, en het gouden Kruis voor op zynen Patriarchalen muts te dragen. Men voegt 'er zelf by, dat de Vorst hem een plaats in den Divan gaf. Hy wilde ook, dat de Patriarch eenig tydelyk gezag over de Grieken zoude hebben, voegende dat by zyn Geestelyk gezag, zo dat de Patriarch verlof hadt om de schuldigen volgens de strengheit der Oude Instellingen te kastyden. Eindelyk liet hy aan de Geestelykheid de volkomene vryheit van haren Patriarch te verkiezen, voor zich alleen behoudende het recht van den gekoornen zyne toestemminge te geven. DrieGa naar voetnoot(a) achtereenvolgende Patriarchen hebben die voorrechten genoten. Maar een vierdeGa naar voetnoot(b) zonder verdienste en zonder geleertheid, boodt, om tot de Patriarchale waardigheit te geraken, niet alleen aan dat hy zoude afstaan van het jaargeldt, maar zelfsGa naar voetnoot(c) eene schattinge aan den Groten Heer op te brengen, en zedert dien tyd zyn die schattinge en de knevelaryen der Turksche Ministers tot zeer groote geldsommen opgesteegen. Mahomet, zeer ontstigt over het gedrag der Grieken, die dus door hunne linksche streeken in verachtinge bragten eene waardigheid, voor dewelke hy veel eerbied hadt getoont te hebben, trok wel haast zyne gegevene voorrechten van zelven in, en de mindere Waardigheden moesten in 't vervolg een diergelyk lot ondergaan. Dat quaat is des te erger geworden, zedert dat de Turken, om altoos hunne gierigheit te verzaden, het gezag der oude Inzettingen, in gevalle van Simonie, zo menGa naar voetnoot(d) Ricaut geloven zal, meesterachtig weeten op te schorten. Dus wordt de Geestelykheit gedwongen dat weezentlyk gedeelte der Kerkelyke Tucht te ontveinzen, en durft geen gebruik maken van Kerkelyke Censuren, die mogelyk den voortgang van een quaat, 't welk den Turken zo voordeelig is, zouden konnen stuiten. Eertyds, zegt dezelve Ricaut, betaaldeGa naar margenoot+ de een Patriarch van Constantinopolen niet meer dan tien duizent Ryksdaalders voor zyne installatie: by zynen tyd moest men 'er vyfentwintig duizent voor opbrengen. Zekere Athanasius, Aartsbisschop | |
[pagina 69]
| |
van Thessalonica; gaf sestig duizent Ryksdaalders om die plaats te bekomen, waar uit de beide Cyrillen, Lucaris en Contari, de een na den ander verdreven waren. Behalven dat kostbaar Recht, eisschen de Ministers dikwerf nog zo veele andere, dat de Patriarch, altoos in schulden stekende, onophoudelyk nieuwe middelen zoekt om aan de gretigheit zyner schuldeisscheren te voldoen. Betaalt hy niet wel, hy wordt terstond afgezet. Deze zyn de oorzaken der geduurige veranderingen en omkeeringen, die in de Grieksche Kerk voorvallen, en die het onrechtvaerdig gezag, 't welk de Turken zich in de verkiezingen der Geestelykheit hebben aangematigt, doen stand grypen. Ga naar margenoot+ ‘De schulden der Kerke, zegt ons RicautGa naar voetnoot(a) nogh, groejen aan, en klimmen dagelyks hoger ...Ga naar voetnoot(b) waar by koomt de fret of interesse, welke altoos zeer hoog genomen wordt. En dewyl de Turken gewoon zyn zeer scherp te manen, is de Patriarch genoodzaakt van tyd tot tyd zynen Aartsbisschoppen en Bisschoppen zamen te roepen, om met hun de middelen tot voldoeninge van een gedeelte der schuldeisscheren te beramen. Maar die schulden zyn zo ras niet betaalt, of men eischt den Patriarch wederom nieuwe sommen af.’ Wanneer by gebrek van betaling, en door een reex van kuiperyen, zyne afzettinge besloten is, verzekert men zich van zyn persoon, en men slaat zyne goederen aan, zo tot afdoeninge van een gedeelte van deGa naar voetnoot(c) schulden der Kerke, als om de somme te vinden welke de nieuwe Patriarch tot zyne installatie nodig heeft. Om derhalven eenigzins gerustelyk zynen post te bekleden in 't midden van die nimmer ophoudende schulden, is hy genoodzaakt schattingen en lasten op de gelovigen zyner Kerke te leggen, en de Bedieningen te verkopen; en zelfs nog hatelyker middelen aan te wenden, wanneer zyn aart toe gierigheit en onrechtmatigheit overhelt. By het geen ik gezegt hebbe wegens den oorsprong der schattinge, welke de Patriarchen van Constantmopolen met het aanvaarden van hunne Waardigheit moeten opbrengen, zal ik dit volgende nog voegen. Die cyns of schattinge noemt men Pescos, of Peskesi, een woord 't welk de Nieuwe Grieken gesmeed hebben van Fiscus; doch volgens eenige Autheuren, stamt het af van 't Arabisch Pesk 't welk eene vereeringe betekent. De Franschen hebben het woord Peskesi in dat van Pescherie verandert. Dat Pesk koomt voor een gedeelte met het Koninglyk Recht overeen. Twee zaken volgen noodwendig uitGa naar margenoot+ het boven verhandelde aangaande den Patriarch: de eerste is, dat zyne inkomsten zeer onzeker zyn, en meer of min groot, naar mate hy meer of min van de Turken gequelt wordt, en meer of min eerlykheit bezit. De twede, dat hy, in zynen waggelenden staat gemeenlyk alle zyne inkomsten uitput om staande te blyven.Ga naar margenoot+ Men rekent zyne inkomsten ten nasten by op veertig duizent ryksdaalders 's jaars. Zie hier waar uit die voortkomen.Ga naar voetnoot(d) Zo ras de Patriarch verkoren is, verkoopt hy de openstaande Bisdommen en andere Beneficien aan den meestbiedenden. Daarenboven schat hy de Bisdommen, Kerspels, en Kloosters van zyne Jurisdictie op een zekere somme 's jaars. Elk Priester van Constantinopolen betaalt hemGa naar voetnoot(e) een ryksdaalder in 't jaar. Op het voorbeeld van den Patriarch, verkopen de Bisschoppen de Ordens aan die zy tot Priesters inwyden, en de Pastoors bedienen de Sacramenten aan het volk om | |
[pagina 70]
| |
geld. Het Wywater, 't gezegende Brood, en de plaatzen in de Kerk moeten ook betaalt worden. Verscheidene Bisdommen brengen duizent ryksdaalders 's jaars op, en de Kloosters geven ook hun aandeel.Ga naar voetnoot(a) Het getal der Bisschoppen die den Patriarch onderhorig zyn, hunne Aartsbisschoppen daar onder begrepen, is omtrent hondert en vystig.Ga naar voetnoot(b) Alle die tot Diaconen of Priesters van Constantinopolen gewyd worden, doen hem eene kleine vereeringe. Die hy tot Bisschoppen en Aartsbisschoppen inwydt, doen dat ook naar mate van hunnen rang. Ik spreek niet van deGa naar voetnoot(c) Charatch die de Geestelykheit hem opbrengt, dewyl die schattinge enkel door zyne handen gaat om in den schatkist van den Groten Heer te komen. Van yder Huwelyk dat binnen Constantinopolen of onder het rechtsgebied dier stad wordt aangegaan, heeft hy eene ryksdaalder. Dat recht brengt eene merkelyke somme op, om het groot getal Grieken die zich te Constantinopolen komen nederzetten. Die ten tweedemaal in den echt treedt, geeft dubbel; en voor de derde reize driemaal zo veel: Zynde het in de Grieksche Kerk ongeoorloft zich ten vierde maale in 't huwelyk te begeven. De erfenissen maken ook eene der voornaamste takken van de inkomsten des Patriarchs uit.Ga naar voetnoot(d) 't Geen door een Priester, zonder kinderen komende te sterven, wordt nagelaten, behoort hem als den Vader en gemeenen erfgenaam toe. De rykste Grieken maken hem by hun Testament landeryen, huizen, of geltsommen. Ik moest niet vergeten, dat hy alle drie jarenGa naar voetnoot(e) een hooftgelt van twaalf Aspren (omtrent twaalf stuivers) in yder Parochie van zyn Patriarchaat licht, noch de Collecte die men geduurende de Paaschvasten in de Kerken van Constantinopolen en van Galata voor hem doet. De Czaar van Moscovien eindelyk, geeft hem eene vrywillige gifte ten teken van de achtinge en den eerbied dien hy hem toedraagt. DeGa naar margenoot+ Grieken hebben van hunnen kant eene byzondere hoogachtinge voor de Russische Natie, uit hoofde van eenige Profecyen die voorspellen dat de Russen den Grieken te eeniger tyd van onder het juk der Turken zullen verlossen. Alle die geltheffingen zouden veel meer opbrengen, indien de penningen niet door verscheidene handen moesten doorgaan. Zommiger verhaal luid eenvoudig, dat 'er Pastoors zyn aangestelt tot het inzamelen der Patriarchale rechten, waar van zyGa naar margenoot+ vervolgens rekening doen aan de Aartsbisschoppen, die dezelve dan aan de Patriarchen ter hand stellen: maar 't geen P. Simon daar van zegt, is netter en duidelyker. Zie hier zyne eigene woorden. ‘Ga naar voetnoot(f) De Patriarch heeft de behandeling der penningen niet .... Een Synode van Aartsbisschoppen en eenige Oudsten des volks, die bedieningen in het Patriarchaat hebben, overleggen met den Patriarch de imposten op de Beneficien, en ontfangen dezelve vervolgens tot afdoeninge van de Kerkelyke schulden. De Patriarch, wel ziende dat hy niets kan verrichten zonder de toestemminge van die Geestelyke en Waereltlyke Opzieners, is genoodzaakt hen zeer te ontzien, en zelfs menigmaal tegen zyn geweten aan. Daarenboven is hy, als mede de Bisschoppen van dat klein Synode, gedwongen zich op veelerlye wyzen te vernederen, om de gunst dier Oudsten, schoon maar Leeken zynde, te behouden: de Patriarch van zynen kant, om niet afgezet te worden, en de Bisschoppen, om hen niet tegen te hebben in gevalle van eene nieuwe verkiezinge, omdat hunne stemmen by de Turken meest gelden tot het benoemen van eenen Patriarch. Dit belet dat de Patriarch hunne guiteryen in het bedienen van hunne ampten niet openbaar maakt, en de Bisschoppen beloven hun goudene bergen, indien zy door hun toedoen tot het Patriarchaat mogten geraaken; ook weten zy het gedrag van den Patriarch en der andere Aartsbisschoppen, als zy hun in den weg zyn, lelyk genoeg af te schilderen. Na den Patriarch van Constantinopolen isGa naar margenoot+ die van Jeruzalem de rykste, uit hoofde | |
[pagina 71]
| |
van de winsten die het heilig vuur of licht hem aanbrengt. Op eene andere plaats zal ik gewag maken van die Godvruchtige quakzalvery, welke in haar soort voor de onze niet behoeft te wyken. De Patriarch van Antiochien is de armste van allen.Ga naar voetnoot(a) Die van Alexandrien heeft veel gezag in het Kerkelyk bestier, en maakt zich geducht door de Censuren. Hy geeft zich den tytel van Rechter der waerelt, en laat zich ook Paus noemen. Doch 't geen hem boven al van den Patriarch van Constantinopolen onderscheidt, is het voordeel dat hy heeft van zo niet bloot gestelt te zyn aan den haat en de gierigheit der Turken. Omtrent zyne verkiezinge gaan minder kuiperyen in zwang, en daar is meer vryheit in 't stemmen. Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot(b) Wat aangaat de Aartsbisschoppen en Bisschoppen, hunne inkomsten bestaan van gelyken in schattingen die de Inwydingen hun opbrengen. Behalven dat betaalt elk Priester yder jaar een ryksdaalder aan zynen Aartsbisschop of Bisschop. Van elk Huwelyk hebben zy ook zo veel, en yder huis van hun Bisdom moet hunGa naar voetnoot(c) voorraat van koorn, vruchten, wyn en olie leveren. De Priesters leven van de inkomsten der Kerken, of van de vereeringen die de Parochianen hun doen, en van de offerhanden op de heilige Dagen. Zo menigmaal die Priesters de Misse doen, 't zy op Heilige dagen of des Zondags, hebben zy van yder huis twee stuivers. In vergeldinge daar van moet de Priester voor den geenen die hem dat klein geschenk doet, bidden en by God tusschenspreken, eer het Sacrificie aangaat. Daarenboven zyn de Grieken gewoon op die Heilige Dagen elkander te onthalen en plechtige gastmalen aan te rechten. De Priesters worden daar by geroepen, en spreken den zegen uit over de spyzen. Voor die Godvruchtige Ceremonie ontfangen zy eenige brooden, vleesch, wyn, en ook wel eenig geld. Maar dewyl alle die vereeringen enkel en alleen van de middelen of van den goede wille der Parochianen afhangen, kan daar uit niet dan een zeer onzekere en onbestendige inkomst ontstaan, 't geen de Priesters in begeerlykheit en bekommering houdt, tot laffigheeden aanzet, en hunne godvrucht verflauwen doet. Ricaut verzekert,Ga naar voetnoot(d) dat de Grieken op de dagen der Offerhande zeer weinig opbrengen, zo verkleumt is de liefdadigheit des volks ten opzichte van zyne Herders. ‘Dus wordt de Geestelykheit byna gedwongen, om aan de kost te komen, te verkopen de Goddelyke mysterien die hun zyn aanbetrouwt. Men kan geen Absolutie bekomen, noch toegelaten worden tot de Belydenisse of Biecht, noch zyne kinderen laten dopen, noch zich in den Echt begeven, noch van zyne huisvrouwe afscheiden, noch iemant doen excommuniceren, of het Nachtmaal aan de kranken toereiken, voor dat men het wegens den prys eens zy De Priesters verkopen hunne waar zo duur als zy konnen, schattende elk naar zynen Godvruchtigen yver, of naar zyne goederen.’ Wat kan men tot hunne verdediginge inbrengen, dan alleen dat de armoede strekt tot verschoninge van alle die gebreken? doch het quaad, daar uit ontstaande, is daarom niet te minder. |
|